Wat is passend en rechtvaardig? Verschillende antwoorden op deze vraag hebben (zeer)
uiteenlopende gevolgen voor:
- Wie gestraft wordt.
- Op welke wijze gestraft wordt.
- Welke rol het slachtoffer speelt.
- De inhoud en de zwaarte van de straf.
De praktijk van het straffen heeft een morele rechtvaardiging nodig waarin deze punten
aan de orde komen.
De directe noodzaak voor die morele rechtvaardiging volgt uit het feit dat het uitdelen van straf
van overheidswege in zichzelf een moreel problematische praktijk is.
- Het betreft immers, direct of indirect, het toevoegen van leed.
- Buiten de context van het strafrecht wordt opzettelijke leedtoevoeging in het algemeen
verkeerd en slecht bevonden.
Zelfs de dreiging met straf vereist een rechtvaardiging omdat het een bijzondere vorm van
leedtoevoeging is in termen van het frustreren van de behoeften van hen die bepaalde
handelingen overwegen.
Morele theorieën:
- In morele theorieën over straf zijn doorgaans twee lagen te onderkennen.
o De eerste laag: betreft de algemene rechtvaardiging van de praktijk van het
straffen, daarin wordt antwoord gegeven op de vraag ‘waarom de praktijk van het
straffen goed en gerechtvaardigd zou zijn?’
o De tweede laag: betreft, in samenhang met de eerste laag, doorgaans antwoorden
op de vraag ‘wie in aanmerking komen voor straf en op welke wijze gestraft
behoort te worden’.
In deze tweede laag vinden we de concrete strafdoelen terug die in
specifieke zaken behoren te worden nagestreefd.
De twee bekendste en meest invloedrijke benaderingen van zin en doelen van straf zijn
utilitaristische theorieën en retributivistische theorieën.
- Het belangrijkste verschil ligt in het temporele perspectief van de benaderingen.
1
,Utilitaristische theorieën: De algemene rechtvaardiging voor de praktijk van straffen wordt
gevonden in het veronderstelde nut ervan (utiliteit) voor de toekomst.
- Zijn toekomstig gericht.
- Deze utiliteit rechtvaardigt het leed dat aan individuele daders wordt toegevoegd d.m.v.
straf.
- Worden ook regelmatig consequentialistische of instrumentalistische theorieën genoemd
(of relatieve theorieën in de NL literatuur).
- Concentreren zich op het reduceren van criminaliteit (reductivisme).
Retributivistische theorieën: de algemene rechtvaardiging voor de praktijk van het straffen ligt
doorgaans in een (morele) balans die verstoord is ten gevolge van een misdrijf.
- Zijn retrospectief en non-consequentialistisch.
- Het uitdelen van straf is in zichzelf rechtvaardig, verdiend en moreel goed omdat daarmee
de verstoorde balans hersteld wordt.
- Straf heeft een inherente morele waarde als reactie op criminaliteit die geen
rechtvaardiging nodig heeft in termen van toekomstig nut.
- Ook wel absolute- of vergeldingstheorieën genoemd.
Hybride- of verenigingstheorieën: combineren elementen uit het utilitarisme en Retributivisme.
- Hoewel aldus verkregen theorieën weinig nieuws te bieden hebben in termen van
theoretische inzichten, gaat er voor velen een grote aantrekkingskracht van uit, omdat als
resultaat van de mix, potentiële excessen van de ene component van de vereniging
gematigd (kunnen) worden door een ander component.
Herstelrecht: in herstelrecht wordt beoogd het traditionele strafrechtsysteem, gedomineerd door
noties van vergelding en rehabilitatie, (geleidelijk) te vervangen door een systeem waarin de
nadruk ligt op conflictoplossing d.m.v. het herstellen of compenseren van geleden schade.
- Het slachtoffer, de dader en de samenleving spelen een actieve en centrale rol in de
herstelrechtelijke benadering.
Retributivisme
Gemeenschappelijk aan de verschillende versies van het Retributivisme is dat het straffen van
plegers van delicten intrinsiek goed is, Maar waarin ligt die morele noodzaak van straf? of
waarom is juist straf (leedtoevoeging) de meest geschikte reactie op normovertredend gedrag? In
de antwoorden op deze vragen vinden we de grootste verschillen tussen retributivisten onderling.
2
,Negatief Retributivisme: berust op het (negatieve) principe dat alleen zij die schuldig zijn gestraft
mogen worden waarbij de straf niet zwaarder mag zijn dan evenredigheid toelaat.
- Straf is daarmee niet een noodzakelijke reactie op criminaliteit -> het is toegestaan, maar
slechts waar verenigbaar met dit negatieve principe.
- Het ‘negatieve’ van dit principe is te vinden in de limiterende werking die ervan uitgaat
op straffend handelen.
- Het retributieve element is gelegen in de centrale rol die proportionaliteit speelt -> een
verdachte die schuldig is bevonden mag, in tegenstelling tot wat men vanuit instrumenteel
oogpunt zou (kunnen) willen, niet zwaarder gestraft worden dan evenredig aan zijn schuld
en de ernst van het delict.
- Eveneens verbiedt het negatieve principe het straffen van onschuldigen om potentiële
daders af te schrikken.
- Negatief Retributivisme is echter onvolledig als theorie van straf -> er wordt immers niet
voorzien in een algemene rechtvaardiging voor de praktijk van straffen; waarom de straf
is toegestaan.
o Het is daarom ook niet verwonderlijk dat het negatieve retributieve principe wordt
teruggevonden in combinatie met een utilitaristische algemene rechtvaardiging.
Positief Retributivisme: stelt dat ‘gerechtigheid’ eist dat straf uitgedeeld wordt aan plegers van
delicten.
- Het is niet slechts toegestaan om schuldigen te straffen, maar er is sprake van een
(morele) noodzaak of plicht om dit te doen, en wel op het maximum van wat het
negatieve principe toelaat.
- De klassieke formulering hiervan is afkomstig van Kant die stelde dat straffen van plegers
van delicten een categorisch imperatief is (een morele noodzaak, zonder enige referentie
aan goede of slechte effecten van de straf).
- Een misdadiger verdient straf omdat hij iets moreel verwerpelijks heeft gedaan.
- Voor de zwaarte van straffen stelt kant zijn ‘wet van retributie’ gelijk aan de lex talionis:
Een helder antwoord op de vraag waarom gerechtigheid eist dat plegers van delicten straf
verdienen, in plaats van een andere reactie, blijft echter achterwege in Kant’s werk.
Verschillende antwoorden op deze vraag:
- Positief retributivisten: Herstellen van een balans -> het uitdelen van een straf is
benodigd om te balans te herstellen, die verstoord is door een criminele daad.
o Daarmee is de straf strikt op het verleden gericht en in zichzelf moreel
gerechtvaardigd (het deontologisch argument).
o Hegel: stelt dat een misdrijf een ontkenning van het recht inhoudt. Deze
ontkenning dient opgeheven (geneutraliseerd) te worden d.m.v. straf. -> straf als
annulering bewerkstelligt een terugkeer naar de eerdere stand van zaken. Daarmee
wordt recht in waarde hersteld en de ongeldigheid van de criminele daad
uitgedrukt.
3
, - Een ander positief retributivistische benadering is gebaseerd op de balans tussen baten en
lasten in de samenleving. -> het rechtssysteem voorziet ons van baten doordat het
bescherming biedt tegen ongewenste en schadelijke interferentie door anderen.
o Teneinde van de baten te kunnen genieten, draagt eenieder de last neigingen te
onderdrukken die de sfeer van immuniteit van anderen kunnen schaden. -> het
falen dergelijke neigingen te onderdrukken resulteert in een oneigenlijk voordeel,
omdat een last wordt afgewezen die anderen vrijwillig dragen. -> aldus wordt een
voordeel verkregen dat anderen, die zich wel hebben beheerst, niet genieten.
o Door middel van straf wordt de balans tussen baten en lasten hersteld -> het
oneigenlijk verkregen voordeel wordt ontnomen of teniet gedaan.
o Von Hirsch: omdat de pleger van een delict iets moreel verwerpelijks heeft
gedaan, is er blaam verdiend, luidt zijn oplossing op ‘deze vraag’. -> naast het
ontnemen van oneigenlijk verkregen voordeel, geeft het laakbare element van straf
daarom uitdrukking aan de verdiende blaam.
- Objectiveringstheorie (Polak): centraal staat het contrast tussen enerzijds het ‘objectief
geldige zedelijke’ en anderzijds het ‘subjectief geldige onzedelijke; zoals gemanifesteerd
in crimineel gedrag.
o Straf is dus benodigd en gerechtvaardigd om dit contrast te vereffenen.
o Daarbij zijn twee stappen noodzakelijk:
Stap 1: betreft het oneigenlijk verkregen voordeel.
Stap 2: betreft de laakbaarheid van het immorele (anti-sociale) karakter
van de pleger aangaat.
Door enkel het oneigenlijk verkregen voordeel weg te nemen, de
voordeelscompensering (stap 1), wordt een dader slechts teruggezet
op zijn subjectieve plek voorafgaand aan het misdrijf (zijn status
quo ante). Door de subjectieve immoraliteit te bestraffen (stap 2),
wordt tevens de objectieve geldige moraliteit bevestigd en het
misdadig individu daarmee op de objectieve plaats gezet.
Von Hirsch betoogt dat de straf de juiste mate van afkeuring moet uitdrukken die daders
verdienen, afhankelijk van welk delict zij hebben gepleegd.
Utilitarisme
Het toekomstig nut in de utilitaristische benadering van straf is gelegen in reductie en preventie
van criminaliteit: de algemene rechtvaardiging voor de praktijk van straffen -> daartoe zijn
binnen die praktijk de volgende instrumenten beschikbaar.
- Individuele en algemene afschrikking.
- Rehabilitatie: het beïnvloeden van de persoonlijkheid van een pleger van een delict of van
dienst positie in de samenleving zodat deze af zal zien van verder crimineel gedrag.
- Incapacitatie: de beperking of volledige beroving van de bewegingsvrijheid (of in het
ultieme geval de dood) van plegers van delicten.
Al deze instrumenten kunnen leiden tot individuele of algemene preventie
Nicolaas Muller: stelt dat, in concrete situaties, in geval van conflict de voorkeur dient uit te gaan
naar straf met algemene werking; daarvan is immers het grootste nut te verwachten, zelfs
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper seanjansen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.