Samenvatting psychologie van de
levensloop
Hoofdstuk 1: Terreinverkenning
1.1 Een korte historiek
1.1.1 De verre voorgeschiedenis
Voorwetenschappelijke psychologie: men ziet het leven als dynamisch, in
ontwikkeling, nooit af.
Psychologie komt van psyché = ziel en logos = woord, gedachte, rede -> zielskunde
Etymologie: woordherkomst, deelgebied van de taalkunde dat de herkomst van
woorden bestudeert.
- De mensen hebben altijd al bepaalde kenmerken toegekend aan bepaalde
leeftijden.
- Filosofen: Plato, Cicero, Kant, Rousseau, Locke,... keken naar de invloed van
aanleg, opvoeding, milieu, rijping, ervaring, op ontwikkeling van de mens.
Tegenstelde opvattingen tussen John Locke en Jean-Jacques Rousseau:
John Locke: de mens is een tabula rasa of een onbeschreven blad. De latere
ervaringen en de opvoeding vullen het lege blad op.
Rousseau: het kind neemt zijn ontwikkeling zelf in handen en neemt selectief
invloeden op waar het behoefte aan heeft.
Begrippen:
1. nativisten: wij worden als mens wat de natuur met ons van plan was nature : het is
de natuur die bepaalt wat we worden (de ui, de bloem)
2. empiristen: het is vooral de ervaring en de opvoeding die ons maken tot wat we
zijn, die ons vormen (behavioristen, mechanistische visie)
nurture : het is onze opvoeding die bepaalt wat we worden
tabula rasa : bij empirist John Locke, we worden als onbeschreven blad geboren (het
filmrolletje)
3. interactionisme: bovenstaande twee bepalen in interactie wat we worden
4. zelfbepaling: de mens geeft zelf ook mee richting aan z’n leven (humanistische
psychologie)
1
,1.1.2 Start van de genetische psychologie
Genese: het ontstaan, de wording, de ontwikkeling
Recapitulatietheorie: “de ontogenese is een herhaling van de fylogenese.”
Ontogenese: groei en ontwikkeling van een organisme (een individu)
Fylogenese: evolutie van primitieve naar gecompliceerde levensvormen
De ontwikkeling van iedere mens is een versnelde herhaling is van de evolutionaire
ontwikkeling.
Ernest Haeckel
1.2 Indeling in fasen
1.2.1 Continuïteit of discontinuïteit in de ontwikkeling
Het leven =
• een opeenvolging van kwalitatief verschillende fasen of
• een continu voortschrijdende ontwikkeling
1.2.2 Het trapmodel
2
,1.2.3 Het gelaagde model
Het golfmodel
3
, Ontwikkelingsdomeinen en ontwikkelingstaken
Waarvoor staat de term ontwikkelingsaspect ?
Een bepaald aspect van het gedrag waarvan we de ontwikkeling gaan bestuderen
bv. het denken, fantaseren, praten, het lichamelijk groeien, de sociale omgang, …
Ontwikkelingsaspect of ontwikkelingsgebied of ontwikkelingsdomein of
ontwikkelingsterrein
Ontwikkelingstaken
• er zit soms een chronologie in de opeenvolging van ontwikkelingstaken
– bijv. je leert eerst lezen en daarna schrijven
• er zijn gevoelige of kritische periodes om een bepaalde ontwikkelingstaak te
verwerven
– bijv. de taalverwerving en de ‘wolfskinderen’
• net als de start en het voorkomen van ontwikkelingsfasen is het verwerven van
ontwikkelingstaken relatief
– bijv. niet iedereen kan fietsen (en dat is niet erg)
– bijv. menarche: niet bij elk meisje op 12 jaar, 1 maand en 3 weken
1.3 Factoren die de ontwikkeling sturen
ontwikkelingsDETERMINANTEN
er zijn factoren die een invloed hebben op het gedrag en de ontwikkeling van de
mens
1. de OMGEVING (ouders, school, vrienden, …)
→ milieutheorieën / empiristen
→ het belang van LEREN
2. genetische AANLEG
→ biologisch georiënteerde theorieën / nativisten
→ kwestie van RIJPING
3. de INTERACTIE tussen nature en nurture
4. de eigen keuze van de mens (ZELFBEPALING)
Belangrijkste inzichten
1. ontwikkelingsdomein – aspect –
gebied – terrein
bijv. de cognitieve ontwikkeling
2. 4 ontwikkelingsfactoren – determinanten
bijv. nurture
3. ontwikkelingsfasen
4