De baring
Deel 3: psychosociale aspecten van pijn bij de baring
Hoofdstuk 1: auw pijn
Wat is pijn? Verschillende definities:
- Een onplezierige sensatie en emotionele ervaring die is geassocieerd met daadwerkelijke of
mogelijke weefselschade of is beschreven in termen van zulke schade en die wordt
gecommuniceerd met gedrag
Opdeling van de definitie in een objectief en een subjectief deel
- Pijn = datgene wat iemand die pijn ervaart, zegt dat het is, en dat pijn bestaat, wanneer de
persoon zegt dat hij/zij pijn heeft (onplezierige sensatie en emotionele ervaring)
- Pijn = pijnbeleving die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging of die
beschreven wordt in termen van die beschadiging
Hulpverleners en pijn
Pijn = deels objectief, deels subjectief = moeilijk meetbaar
Hoe pijn herkennen? Erkennen? Naar juiste waarde inschatten?
Omdat pijn zowel subjectief als objectieve ervaring is, en dus moeilijk te meten, staan hulpverleners
in de gezondheidszorg voor het grote probleem om de pijn van de patiënt te herkennen, te erkennen
en op juiste waarde te kunnen inschatten.
Vroeger
Descartes: ‘ik denk, dus ik ben’
- Als je pijn hebt is het heel simpel omdat we een mechanische lichaam hebben en daarnaast
zijn we een denkende mens. Pijn was een reflex
- Later ging hij het vergelijken met het verhaal van de klokkentoren. hoe meer pijnprikkels,
hoe meer signalen naar de hersenen, hoe meer pijn er wordt ervaren door de persoon
- Maar wat dan met een gebroken hart? Bv. na liefdesverdriet
- Descartes stoot op zijn eigen grenzen misschien is er toch een verbinding tussen geest en
lichaam?
Evolutie in het begrijpen van pijn
- Van een biomedische benadering: traditionele theorieën over pijn zijn biomedisch van aard
lichaam en geest staan los van elkaar pijn is fysiologisch (weefselbeschadiging)
- Jaren 60: revolutie in het pijnonderzoek gate control poortsysteem in het ruggenmerg
dat de transitie van de zenuwimpulsen gaat beïnvloeden
o Enkel als een bepaalde drempel bereikt is, gaat de poort open en wordt het signaal
voor weefselbeschadiging doorgestuurd naar de hersenen. zie pp voor meer
uitleg
- Naar een biopsychosociale benadering van pijn: biopsychosociaal model van de zorg. Meer
aandacht voor het biologische, psychologische en het sociale aspect
, Het biopsychosociaal model van de zorg
Komt door Engel in 1977
- Kwaliteitsvolle zorg
- Zorg die oog heeft voor de fysiologische kenmerken, de
psychologische beleving en de sociale context van een persoon
- Kijken naar de patiënt in zijn totaliteit!!
Biologische factoren: Sensitisatie, weefselschade/aandoening,
slaapstoornis, overactief stresssysteem, hyperarousal, langdurig
medicatiegebruik (opiaten)
Tijdens bevalling: contracties, bekken, vagina die openscheurt,…
Psychologische factoren: Gedrag zoals te veel doen, te weinig doen, pijngeleid handelen, vechten
tegen pijn, afsluiten van uw lichaam, gevoelens wegstoppen. Gedachten als “ik ben niks waard met
dit lijf”, “deze pijn gaat nooit meer over en zal mijn leven verwoesten”, “deze pijn is gevaarlijk en
geeft aan dat ik rust moet nemen”. Angstige en depressieve gevoelens, stress, onverwerkte
traumatische gebeurtenissen (recent of langere tijd geleden).
Tijdens bevalling: angst, stress, nieuwsgierigheid, blijdschap, switchende gevoelens, hoop en
wanhoop, wantrouwen of vertrouwen,…
Sociale factoren: Interactieproblemen met uw omgeving (niet begrepen of erkend worden, wat veel
stress oplevert of waardoor u onbewust klachten extra moet aanzetten). Te zorgende omgeving, die
al uw taken overnemen. De pijn of ziekzijn heeft een rol in het bewaken van grenzen. Beroeps- of
letselschadezaken.
Rol van vroedvrouw: fysieke en mentale ondersteuning
Biologische aspecten
Pijn is paradoxaal lastig, maar nodig om te overleven
- Zorgt voor alertheid
- Oplettendheid
- Lichaam waarschuwen
Hoe ontstaat pijn?
Nociceptieve pijn ==>nociceptoren worden geactiveerd. Stel je snijdt je
in je vinger = weefselschade. Er komen prostaglandinen vrij, dit zijn
hormoonachtige stoffen die de nociceptoren gaan activeren.
Er zal een actiepotentiaal ontstaan die richting het ruggenmerg gaat.
Hersenen verwerken pijnprikkels en geven signalen terug aan de spieren
waardoor deze gaan reageren. Je voelt de pijn dus pas als het signaal in
de hersenen vertaald wordt als 'pijn’.
2 soorten zenuwbanen:
- Met myeline: snelle, scherpe pijn
- Zonder myeline: doffe, lange pijn