100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Beleid en organisatie in het onderwijs €10,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Beleid en organisatie in het onderwijs

 38 keer bekeken  3 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van alle colleges van dit vak, gegeven door prof Eline Vanassche en ook de gastcolleges. Per college is de bijbehorende literatuur ook verwerkt.

Voorbeeld 4 van de 141  pagina's

  • 12 februari 2023
  • 141
  • 2020/2021
  • Samenvatting
  • casus eindtermen
  • micropolitiek e
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
lorenoppe
BELEID EN ORGANISATIE IN HET ONDERWIJS

DEEL 1: WIE IS WIE IN HET VLAAMSE ONDERWIJSLANDSCHAP?
 een situering van de verschillende actoren uit het onderwijsbeleid

HOOFDSTUK 1: HISTORISCH OVERZICHT EN POLITIEKE EN ECONOMISCHE ACHTERGROND

1. Naar een federale staat

1830: oprichting van de Belgische staat  de grondwet legde de structuren van de staat vast:

- De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht

2 instellingen die voor het onderwijs belangrijk zijn: de provincies en de gemeenten

- Ze hebben een tamelijk grote autonomie, maar toch zijn hun machten ingeperkt: hun beslissingen
vallen onder de controle van de gewestelijke en nationale wetgevende en uitvoerende macht

1831: een unitaire staat met een zekere mate van decentralisatie: het land werd verdeeld in 9 provincies

- De autoriteiten van de provincie stonden nog onder controle van de centrale overheid
 België heeft daarom een unitaire en gecentraliseerde staatsstructuur (bestond 140 jaar lang)

2de helft van de 19de eeuw: taalstrijd die leidde tot 6 staatshervormingen (zie overzicht tekst) en
grondwetswijzigingen die stapsgewijs gestalte gaven aan een federaal systeem

- In dit systeem werd de soevereiniteit verdeeld over de centrale staat (de nationale overheid) en de
deelstaten (3 gewesten en 3 gemeenschappen)
- De 3de staatshervorming had belangrijke implicaties voor het onderwijs: de bevoegdheid voor
onderwijs van de gemeenschappen werd in de grondwet ingeschreven
2. Drie niveaus van besluitvorming

Vandaag zijn er, naast de gemeenten en provincies, 3 niveaus van besluitvorming met elk hun eigen
wetgevende en uitvoerende organen

- De nationale overheid
- De gemeenschappen  cultureel: Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap
o Deze hebben op zich geen grondgebied, maar wel een bevoegdheid over het
corresponderende eentalige taalgebied
o Bevoegd voor cultuur, onderwijs, gebruik van talen en persoonsgebonden aangelegenheden
(aan de ene kant het gezondheidsbeleid en aan de andere kant de hulp aan personen)
- De gewesten  economisch: Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest
o Verantwoordelijk voor plaatsgebonden aangelegenheden
3. Wetgevende en uitvoerende macht

Het wetgevende orgaan voor Vlaanderen is het Vlaams parlement = parlement van de Vlaamse Gemeenschap
en het Vlaams Gewest

- Het dubbele mandaat (waarbij elk lid van het Vlaams ook tot het nationaal parlement behoorde) is
afgeschaft  momenteel telt het Vlaams parlement 124 leden
- Heeft de 3 klassieke functies van een parlement: wetgevende functie (uitgevoerd door middel van
decreten), de vorming van regeringen en een controlefunctie

De uitvoerende macht is in handen van de Vlaamse regering (met maximum elf leden)

- Zij worden aangesteld door het Vlaams parlement
- De regering beslist collegiaal: elke beslissing wordt genomen door de volledige regering

, 4. Onderwijs

De Belgische grondwet stelt sinds 1831 dat het onderwijs vrij is (toen art. 17, nu art. 24), waardoor
staatsinterventie binnen onderwijs afgewezen wordt. De overheid mag wel zelf onderwijs inrichten.

- Lange tijd: onderwijs was vooral in handen van de katholieken, later ook door gemeenten
- De eerste organieke wet op het lager onderwijs van 1842: elke gemeente is verplicht om een school in
te richten en kosteloos onderwijs te verstrekken
o Gemeenten mogen hiervoor bestaande vrije scholen “aannemen” als gemeenteschool
- De eerste organieke wet op het middelbaar onderwijs van 1850: hiermee willen de liberalen het
rijksmiddelbaar net uitbouwen  ingaan tegen het katholieke monopolie in het middelbaar
o Invloed van de geestelijkheid werd beperkt tot de organisatie van en het toezicht op de
verplichte godsdienstlessen in het middelbaar
- Een tweede organieke wet in 1879 voor het lager onderwijs (Wet Van Humbeeck) en in 1881 voor het
middelbaar onderwijs
o Gemeenten dienden minstens één officiële staatsschool te bezitten  hiervoor mogen ze
geen vrije scholen meer aanvaarden en subsidiëren
o Alle onderwijzers moeten een diploma van een officiële normaalschool bezitten
o Er mocht geen godsdienstonderwijs worden gegeven in de staatsscholen
 Dit zorgde voor een hevige reactie bij de katholieken  de eerste schoolstrijd
o Verkiezingen in 1884: katholieken kwamen weer aan zet  nieuwe wet op het lager onderwijs
o De situatie voor de wet van Humbeeck werd weer hersteld
 Na WO II vond de tweede schoolstrijd plaats omtrent de financiering van het secundair onderwijs
o De socialistische minister Leo Collard wilde de subsidies aan de katholieke scholen
verminderen + de voorwaarden voor subsidies verscherpen + extra openbare scholen
o Dit zorgde voor protest bij de katholieken  mars op Brussel in 1955
o Deze schoolstrijd eindigde met een schoolpact in 1958
 Het schoolpacht heeft geleid tot de Schoolpactwet in 1959 die het bestaan van de 2 grote
onderwijsnetten in België erkent (officieel en vrij onderwijs) + het bestaan ervan waarborgt door
middel van dotaties of subsidies door de overheid
o Als vrije scholen zich onderwerpen aan bepaalde regels krijgen ze hiervoor financiële middelen
van de staat  zo: de vrije schoolkeuze van ouders garanderen
o Hoofdzakelijk het vrije (katholieke) onderwijs aanvaarde dus een zekere vorm van
overheidscontrole in ruil voor een gedeeltelijke subsidiëring, maar elke inrichtende macht
heeft het recht om in complete autonomie de pedagogische vrijheid uit te oefenen
o Er mocht ook geen inschrijvingsgeld worden gevraagd in het secundair onderwijs

De basisprincipes uit de Schoolpactwet werden met de 3 de staatshervorming ook ingeschreven in de Grondwet
in artikel 24 + ook de communautarisering wordt hiermee ingeschreven

- De communautarisering: alle verantwoordelijkheden in verband met het onderwijssysteem worden
overgeheveld van de federale overheid naar de gemeenschappen (met uitzondering van 3 punten)
o Dit zorgde in Vlaanderen voor het streven naar autonomie voor het rijksonderwijs

5. Algemene regelgevingstechniek

In het onderwijs geldt het ‘legaliteitsbeginsel’: elke maatregel die ernstig ingrijpt op de organisatie van het
onderwijs moet door de decreetgever worden geregeld

- Hierdoor gaat men alle decretale wijzigingen die nodig zijn om het nieuwe schooljaar voor te bereiden
bundelen in één verzameldecreet

, 6. Godsdienst en onderwijs

De Belgische grondwet garandeert de scheiding van Kerk en Staat  sociale, culturele en onderwijs-
aangelegenheden worden georganiseerd volgens het subsidiariteitsprincipe

- De regering heeft geen directe invloed op de opstelling van de leerplannen zelf, ze heeft enkel het
recht om deze leerplannen te controleren
- Daarom: geen sprake van een ‘officiële’ godsdienst  de overheid erkent wel bepaalde godsdiensten

De grondwet garandeert dat alle kinderen in het lager en secundair het recht hebben een filosofisch of
godsdienstig vak te volgen op kosten van de overheid

- Er is geen overheidscontrole op de vakinhoud van die lessen
- De instellingen van het officieel onderwijs moeten de filosofische keuze van alle ouders respecteren
o Ze bieden de keuze aan tussen onderricht in de erkende godsdiensten en bieden daarnaast
ook niet-confessionele zedenleer aan
- In gesubsidieerde vrije scholen bestaat dergelijke keuze niet
o De meerderheid van die scholen zijn katholiek geïnspireerd

7. Demografische indicatoren

58% van de Belgische bevolking is Vlaams

- Vlaanderen: sterke mate van vergrijzing
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: sterk verkleurde, maar ook verjongde bevolking
- Het aandeel van de buitenlandse bevolking is in Vlaanderen lager dan in de andere gewesten

8. Economische toestand van Vlaanderen

Een groeiende en beter presterende economie is één van de beleidseffecten die de Vlaamse regering wil
bereiken

- Een indicator hiervoor is het BBP = Bruto Binnenlands Product
- De economische groei was vrij sterk, maar viel in 2016 terug

De bevolking op arbeidsleeftijd kan in 3 grote categorieën ingedeeld worden: de werkenden, de werklozen en
de niet-beroepsactieven.

9. Onderwijsstatistieken

Het personeelsbestand van het Vlaams onderwijs: de omvang hiervan is een gevolg van schommelingen in de
leerlingenaantallen & het beleid. Er zijn ook personeelsleden die niet door het beleidsdomein worden betaald.

Het onderwijspersoneel wordt onderverdeeld in:

- Bestuurs- en onderwijzend personeel
o Bestuurspersoneel: directeurs, adjunct-directeurs en selectieambten
o Onderwijspersoneel: heeft een lesopdracht of is ter beschikking gesteld voorafgaand aan het
rustpensioen
o Verschillende maatregelen (bv. GOK) en de open-end-financieringen (met stijgend aantal
leerlingen) leiden tot een toename van het aantal leerkrachten
- Andere personeelscategorieën
o Deze groep van niet-onderwijzend personeel stijgt continu, maar blijft stabiel tegenover 2014
o In het secundair volwassenenonderwijs is er een grote toename
- Apart hiervan is er ook nog het personeel van de universiteiten
o Het personeelsbestand op de universiteiten neemt

, o De junior en postdoctorale onderzoekers zijn de grootste groep voltijdse eenheden
10. DISCIMUS voor een vlotte uitwisseling van leerlinggegevens

Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) werkt sinds 2012 met DISCIMUS.

- DISCIMUS maakt het mogelijk dat de scholen, de centra en AGODI constant leerlingengegevens
uitwisselen  daardoor kunnen scholen en centra direct en op elk tijdstip controleren welke
leerlingengegevens AGODI gebruikt
o Als dat nodig is kunnen scholen en centra snel ingrijpen en bepaalde gegevens aanpassen
o Omgekeerd zullen zij ook op een vlotte en snelle manier leerlingengegevens ontvangen die
opgenomen zijn in de databank van AGODI
- Met de leerlingengegevens zorgt AGODI jaarlijks voor een optimale dienstverlening die essentieel is
voor de scholen, de centra, de leerlingen en hun ouders

11. Dataloep

= en interactieve webtoepassing waar directeurs en schoolbesturen zelf aan de slag kunnen met statistieken
van hun school of schoolbestuur

- Ze kunnen er cijfers over hun school en leerlingen bekijken + vergelijken met andere scholen
- Het doel: scholen ondersteunen bij het uitstippelen van een beleid voor hun onderwijsinstelling
- Op dit moment is dataloep beschikbaar voor het basis-, secundair en hoger onderwijs


HOOFDSTUK 2: ALGEMENE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJSSYSTEEM

1. Historisch overzicht

De vrijheid van het onderwijs is opgenomen in de grondwet  het is het voorwerp van vele conflicten
geweest

- Die honderdjarige periode van strijd eindige bij het ondertekenen van het Schoolpact in 1958
- Krachtens het principe van de vrije schoolkeuze mag de organisatie van onderwijsinrichtingen niet
onderworpen worden aan enige beperkende maatregelen
- Nochtans moeten scholen voldoen aan de wettelijke en statutaire voorschriften
 Sinds het Schoolpacht vormt de Schoolpactwet het fundament voor de organisatie van alle
onderwijsinrichtingen in een onderwijssysteem, gefinancierd of gesubsidieerd door de overheid

2. De algemene structuur van en beslissingsmomenten in het onderwijs

HET VLAAMSE ONDERWIJSSYSTEEM BESTAAT UIT 3 NIVEAUS:
Het basisonderwijs - Kleuteronderwijs: van 2,5 tot 6 jaar
- Lager onderwijs: van 6 tot 12 jaar

Het secundair - Bedoeld voor jongeren van 12 tot 18 aar of het einde van de leerplicht
onderwijs - Binnen sommige scholen: specialisatie in een 7 de jaar

Bespreking van de modernisering van het onderwijs: zowel ervoor als erna
 structuur en organisatie: 6 leerjaren, onderverdeeld in 3 graden van telkens twee jaren:
- De eerste graad is een observerende en oriënterende graad met een sterke focus op
algemene vorming voor elke jongeren
o A-stroom: hier komen kinderen met een getuigschrift van het basisonderwijs
o B-stroom: hier komen kinderen zonder getuigschrift, vaak op basis van hun leeftijd
(leerlingen met een getuigschrift die liever al doende leren, kunnen enkel toegang
krijgen tot het 1ste leerjaar B op advies van het CLB en met akkoord van de ouders)
o Eerste leerjaar: 27 uur basisvorming en 5 uur keuzegedeelte

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lorenoppe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49  3x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd