100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting alle stof Communicatie, Media en Interactie (CIW) €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting alle stof Communicatie, Media en Interactie (CIW)

2 beoordelingen
 89 keer bekeken  13 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Samenvatting van alle artikelen en aantekeningen van de colleges van het vak Communicatie, Media en Interactie (CMI), onderdeel van het verdiepingspakket Communicatie, Organisatie en Interactie.

Voorbeeld 4 van de 47  pagina's

  • 13 februari 2023
  • 47
  • 2020/2021
  • Samenvatting

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: anne56zoon • 8 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: hildevanesschoten1 • 1 jaar geleden

avatar-seller
Tentamen Communicatie, Interactie en Media, 2021
Inhoud




Week 1
Hoorcollege 1
Media richness theory

Daft en Lengel zijn twee management onderzoekers. De mediarijkheidstheorie fungeert als
een oer-theorie waarop veel andere onderzoekers hebben voortgebouwd. Daft en Lengel
onderzochten als eersten de vraag: ‘’welk medium is geschikt voor welke taak?’’. Ze stelden
eerst twee organisatiekundige vragen:

- Voor welke taken heb je de informatie nodig?
- Hoe komt de juiste informatie op de juiste plek?

,Ze waren van mening dat als je deze vragen kan beantwoorden, je een betere fit kan vinden
tussen de taak en het medium, en zo efficiënter kan werken. Vandaar de naam ‘media-fit’.

Daft en Lengel kwamen erachter dat er twee soorten informatiebehoeften zijn:

1. Het verminderen van onzekerheid door gebrek aan kennis (uncertainty)
2. Het verminderen van ambiguïteit (equivocality)

Uncertainty: Uncertainty wordt veroorzaakt door een gebrek aan kennis. Deze
informatiebehoefte kan worden vervuld door de kennis aan te vullen. De oplossing is meer
informatie verzamelen.

Equivocality: Wanneer de informatiebehoefte equivocal is, betekent dit dat er niet per se
een gebrek is aan kennis, maar er kan niet één duidelijk antwoord worden gevonden. Je kan
geen ja/nee vraag stellen. Een voorbeeld behoefte is de studiekeuze. Op de vraag ‘’welke
studie moet ik gaan kiezen’’ is er geen eenduidig antwoord. Het helpt hier niet slechts om
numerieke data te verzamelen, er is behoefte aan rijkere informatie, zoals informatie die je
krijgt uit een goed gesprek met een studieadviseur.

Voor de twee verschillende informatiebehoeften/taken zijn verschillende soorten informatie
nodig, dat zijn er twee:

- Arme informatie: arme informatie biedt niet veel diepgang en focust vooral op
‘harde bewijzen’, zoals numerieke data. Het duurt lang om gedeeld begrip te kweken.
Bijvoorbeeld de informatie over de baankansen van een bepaalde studie (80% van
de studenten vindt)
- Rijke informatie: rijke informatie biedt meer diepgang en kan voor een antwoord
zorgen op ambigue informatiebehoeften.




Arme en rijke media worden geclassificeerd aan de hand van 4 eigenschappen:

- Feedback: hoe meer feedback je kan geven, hoe rijker het medium. Hoe synchrone
je feedback kan geven, hoe rijker.
- Cues en kanalen: hoe meer cues en kanalen je hebt om de informatie te
verspreiden, hoe rijker.
- Personalisatie: hoe persoonlijker je de informatie kan maken, hoe rijker het medium.
- Natuurlijke taal: rijkere media gebruiken eerder natuurlijke taal, dit geeft meer
informatie (bijvoorbeeld lichaamshouding). Je hoeft minder te decoderen bij natuurlijk
taalgebruik

Daft en Lengel kwamen tot de conclusie dat voor verschillende informatiebehoeften
verschillende media geschikt zijn. Zo zijn bij een uncertainty informatiebehoefte arme media
erg geschikt, omdat ze een eenduidig antwoord kunnen geven op de ja/nee vraag die
gesteld wordt. Voor de equivocal is dat andersom: rijke media zijn geschikt omdat er niet
één goed antwoord gevonden kan worden. Door in gesprek te gaan (face2face is het meest
rijke medium) kan je door discussie het beste antwoord vinden.

,Clark, H.H., & Brennan, S.E. (1991). Grounding in
communication.
Alle gezamenlijke acties zijn gebouwd op een common ground en de samenwerking en
verandering hiervan. Common ground kan in communicatie niet geüpdatet worden zonder
een proces genaamd grounding: een proces waarin participanten van een gesprek samen
tot een gezamenlijk begrip te komen. Hiervoor moeten de gesprekspartners beiden
overtuigd zijn dat de partners begrijpen wat de verteller bedoelde. Dit is de grounding
criterion.

Een succesvolle contributie aan een gesprek heeft twee fases:
1. De presentatie fase: A presenteert de uiting aan B. A doet dit met de aanname dat
als B bewijs geeft (of meer), A kan geloven dat B begrijpt wat A bedoelt met de
uiting.
2. De acceptatie fase: B accepteert de uiting door bewijs te geven dat B begrijpt wat A
bedoelt met u. B doet dit met de aanname dat A bewijs registreert. A gelooft dan dat
B het begrijpt. Mensen zoeken in gesprekken naar positief bewijs van begrip.

De 3 veel voorkomende positieve bewijzen zijn:
1. Acknowledgements: instemmingen (bijvoorbeeld “hmhm”, “ja”, knikken etc.).
Hiermee signaleert de luisteraar dat hij/zij de mogelijkheid om te verbeteren niet
gebruikt en de spreker begrijpt.
2. Relevant next turn: Stel: de eerste uitspraak is een vraag. A verwacht dat B deze
beantwoord. Als B de vraag beantwoordt met een relevant antwoord, geeft dat aan
dat B de betekenis van A begrijpt. Vragen en antwoorden vormen adjacency pairs.
Wanneer de luisteraar besluit de beurt te nemen, is dit vaak een goede aangever dat
zij de uitspraak begrepen hebben.
3. Continued attention: mensen beginnen pas tegen iemand te spreken wanneer deze
persoon aandacht geeft, bijvoorbeeld door iemand aan te kijken.

The Principle of least effort: Het principe dat mensen in zo weinig mogelijk woorden de
benodigde informatie overbrengen. Dit brengt problemen met zich mee: Mensen gaan een
tijdsdruk voelen, waardoor zij fouten maken in de uitspraak. Of laten anderen de uitspraak
voor zich invullen. Daarom moet dit principe vervangen worden voor de Principle of least
collaborative effort: in conversatie proberen de partners hun collectieve moeite te
minimaliseren, dus het werk dat beiden moeten doen voor gezamenlijk begrip.

Sprekers prefereren zelf hun gemaakte uitspraak-fouten te repareren en anders zelf de
poging in te zetten in plaats van op te laten dringen door de gesprekspartner. Dit voorkomt
namelijk extra beurten. (extra beurt = extra moeite).

De twee factoren die common ground vormen:
1. Purpose: wat de twee mensen proberen te bereiken in hun communicatie;
2. Medium: de beschikbare techniek in het medium om de purpose te halen en hoeveel
(moeite) dit kost.

Bij conversaties is het belangrijk om een referential identity vast te stellen. Dat is het
gezamenlijke geloof dat de aangesproken persoon de verwijzing begrijpt. Dit kan door:

, 1. Verbatim displays – herhalen;
2. Installments – informatie in stukjes hakken;
3. Spellen.

De moeite die iemand in grounding moet steken hangt af van het medium dat ze gebruiken.
Een medium heeft de volgende kenmerken:
- Co-presentie: in welke omgeving bevinden A en B zich?
- Zichtbaarheid: op welke manier kunnen A en B elkaar waarnemen?
- Hoorbaarheid: op wat voor manier kunnen A en B de intonatie, timing en toon
horen?
- Co-temporaliteit: kunnen A en B tegelijkertijd reageren wanneer een van beide een
uiting plaatst?
- Simultaniteit: kunnen A en B tegelijkertijd zenden en ontvangen? (dit kan bij f2f
wanneer er non-verbaal op een verbale uiting wordt gereageerd, maar dit kan ook bij
e-mail)
- Sequentaliteit: hoe zit de beurtverdeling in elkaar?
- Reviewability: Mogelijkheid om uitspraken te her-bestuderen na
verzenden/ontvangen.
- Revisability: mogelijkheid om uitspraken te reviseren voor je het stuurt.

Dit veroorzaakt de volgende “kosten (costs)”:
- Formulering: moeite voor (her)formuleren van uitspraken (bedenken, mentaal);
- Productie: moeite om de uitspraak uit te brengen (uitdragen, fysiek/materieel);
- Receptie: ontvangen meer moeite (fysiek/materieel);
- Begrip: begrijpen kan lastiger worden (mentaal);
- Startkosten: kosten voor het beginnen van een (nieuwe) dialoog → hoe
bereik je ze?;
- Vertraging: het duurt langer om informatie over te brengen;
- Asynchroniteit: samen direct kunnen reageren of niet;
- Sprekersverandering: moeite om te bepalen wie er aan de beurt is om te ‘spreken’;
- Display: moeite om gebaren te begrijpen;
- Fout: moeite om een fout te reviseren


Dennis, A.R., Fuller, R.M., & Valacich, J.S. (2008). Media,
tasks, and communication processed. A theory of media
synchronicity.
Dit artikel past het Media Richness Model van D&L aan: het kijkt naar de
communicatiebehoeften die een taak met zich meebrengt en hoe de toewijzing van media
de effectiviteit beïnvloed. Een taak is het communicatieproces dat gedaan moet worden (en
er zijn stappen nodig om dit te kunnen doen). Dennis et al. voegt een derde component toe:
de kenmerken van de gebruikers hebben invloed op de mate van synchroniciteit die
benodigd is in communicatieprocessen (Het TIP-model).

Synchroniciteit is een situatie waarin acties op hetzelfde moment plaatsvinden. Deze zijn
gecoördineerd en met een gemeenschappelijke focus. Media-synchroniciteit is een schaal

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marao. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77983 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  13x  verkocht
  • (2)
  Kopen