Examen: schriftelijk met open vragen
Inleiding (DSM-5)
1. Psychopathologie/psychiatrische stoornis
Psychopathologie: wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden (bij zichzelf of de
omgeving)
2 benaderingen:
- Syndroombenadering: psychologie van het pathologisme (gegroepeerde entiteiten), samenhangend
geheel van klachten en symptomen (bv. depressie, maar: niet elke patiënt is hetzelfde)
- Symptoombenadering: pathologie van het psychische (algemene psychische processen of functies)
2 typen diagnosen:
- Syndroomdiagnose of discriptieve diagnose: deze diagnose is alleen beschrijvend en geeft geen
informatie over de redenen en de manier van ontstaan
- Structuurdiagnose: deze diagnose geeft naast een beschrijving van de symptomatologie aan
waardoor en op welke wijze het syndroom ontstaat
-> predisponderende of voorbeschikkende factoren: factoren die iemand kwetsbaar maken
-> precipiterende of uitlokkende factoren: factoren die de stoornis uitlokken
-> perpetuerende of onderhoudende factoren: factoren die de stoornis onderhouden
Psychiatrische stoornis:
- ‘Abnormaal’ verschijnsel -> afwijkend van de sociale norm of van wat in de cultuur als ‘normaal’
gedrag geldt
- Veroorzaakt ongemak, lijden of bezorgdheid bij de betrokkene en/of omgeving
Medisch model (disease):
- Etiologie (onstaan) -> oorzakelijke, uitlokkende en in stand houdende factoren
- Pathogenese (ontwikkeling)
- Prognose (natuurlijke beloop)
- Behandeling (preventie/therapie)
Psychologisch model: ziektebeleving (illness)
Sociologisch model: ziekterol
1
,Bio-Psychi-Sociaal-Model
2. Classificatie
Doel: orde scheppen, fenomenen groeperen, gemeenschappelijke taal ontwikkelen
Ideaal:
- Perfecte representatie van onderliggende realiteit en diversiteit
- Voorspelt verloop, oorzaken en reacties op behandeling
Nuttig: communicatiemiddel, registratiemiddel (bv. beleid afstemmen)
Kwalitatief onderscheid: je moet x aantal symptomen hebben
2 belangrijke classificatiesystemen: Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM) +
International Classification of Diseases (ICD)
Voordelen DSM: research is verbeterd, communicatiemiddel tussen onderzoekers en behandelaars,
betrouwbaarheid
2
,Nadelen DSM: koppeling hulpverlening (hulpverlening kan vaak pas opgestart worden als er een
diagnose is), koppeling verzekeringsmaatschappij (DBC), koppeling psychofarmaca, validiteit (Meet
het wat het moet meten?)
DSM geschiedenis:
- DSM-1/2: “Freud” model -> WO II
- DSM-3/4: “Kraepelin” model -> veel onderzoek naar schizofrenie, bipolaire stoornis,
schizoaffectieve stoornis
- DSM-5: “Neurowetenschappen” model
3. Diagnostiek
Verschil tussen classificatie en diagnostiek:
4. Globale veranderingen DSM-5
Het belang van ontwikkelingsaspecten die met de stoornissen samenhangen (=
levensloopbenadering) -> ontstaan, ontwikkeling en beloop van de stoornis, leeftijdsgerelateerde
factoren, sekse/gender en cultuuraspecten
De samenvoeging van de autistische stoornis, de stoornis van Asperger en de pervasieve
ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS) tot 1 stoornis, de autismespectrumstoornis
De integratie van wetenschappelijke bevindingen uit het meest recente genetische onderzoek en
onderzoek met beeldvorming van de hersenen -> genetische en fysiologische risicofactoren,
prognostische indicatoren, veronderstelde biologische markers
Een gestroomlijnde classificatie van bipolaire- en depressieve-stemmingsstoornissen -> alle
deelcriteria zijn opgenomen in de criteria voor elke stoornis, nieuwe specificaties: ‘met angstige
spanning’, ‘met gemengde kenmerken’
5. Opzet DSM-5
Deel 1: uitleg en instructies voor gebruik en verantwoording
Deel 2: beschrijving van de 20 categorieën en de verschillende stoornissen
3
, Deel 3: veranderingen die eerst verder onderzoek vereisten, vragenlijsten ernst symptomen en
dysfunctioneren
5.1 Deel 2
22 hoofdstukken, 5 assen afgeschaft
Luik kinder- en jeugdpsychiatrie is mee opgenomen
Specifiers: beloop (acuut/chronisch), ernst, specifieke kenmerken (inzicht/suïcidaliteit/comorbiditeit)
Categorieën: angst, OCD, trauma/stress
Nieuwe stoornissen: eetbuistoornis (BED), MND, DMDD, verzamelwoede…
5.2 Deel 3
Aandoeningen die verder onderzoek behoeven:
- Subklinisch psychotisch syndroom
- Depressieve episodes met kortdurende hypomanie
- Persisterende complexe rouwstoornis
- Stoornis in cafeïnegebruik
- Internetgamingstoornis
- Neurocognitieve stoornis door prenatale blootstelling aan alcohol
- Suïcidaal-gedragsstoornis
- Niet-suïcidale zelfbeschadiging
6. Stellingen
DSM-5 is niet wetenschappelijk? -> geen onderliggende neurobiologische of psychosociale
verklaringsmodellen, wel literatuur en field trials
Explosie van stoornissen? -> +3% in 20 jaar
Door DSM meer pillen? -> geen behandelinstrument, ernstinschatting en effecten (disability)
Amerikaanse invloeden? -> 20% buitenlandse experten, online proefversie
Invloed Big Pharma? -> tegenstrijdige belangen transparant gemaakt, blijft inderdaad controversieel
7. Conclusie
Geen radicale breuk met DSM-4
Meer dimensionale benadering bij persoonlijkheidsstoornissen maar ook in andere domeinen
4