Notes
Thema 1: Structuur
Thema 2: Integratie
Thema 3: Controle
Thema 4: Motivatie
Thema 5: Leren
Thema 6: Nieuwe Netwerkvormen
Thema 1: Structuur
Stroming 1: Scientific Management (Taylor)
5 Basisprincipes:
Gebruik Wetenschappelijke methoden → efficiëntste manier van
werk verrichten (one best way)
Verantwoordelijkheid van organiseren van arbeider naar de
manager (scheiding denken en doen)
Selecteer de beste ‘man’ (juiste man, juiste plaats)
Trainen om efficiënt het werk te verrichten
Controleer/stuur de Prestaties (manager)
Notes 1
, Voorbeeld: Bethlehem Steel Company
Aantal arbeiders kon 2x gehalveerd worden
Gemiddelde omzet 4.75x
Dankzij arbeidsstudie rond optimale zwaarte, schepbeweging, vorm,
...
Impact:
Horizontale Arbeidsdeling
Verticale Arbeidsdeling
Werkstructurering
Standaardisatie: Al het materiaal (bv. schoppen) wordt
gestandardiseerd.
Algemeen:
Taylor: Focus op efficientie op de werkvloer
Stroming 2: Klassieke Managementtheorie (Fayol)
Principes van Management:
Span of Control: aantal mensen waarover een manager leiding
heeft
Breder → Efficienter (kost minder)
Te breed: communicatieproblemen
Scalaire Keten: Rapporteren aan hoger niveau (hiërarchische
autoreiteitenstructuur), ononderbroken lijn van gezag die van top van
organisatie naar laagste functie loopt.
Autoriteit & Verantwoordelijkheid:
Autoreiteit > Verantwoordelijkheid: Corruptie, willekeurig en
onverantwoord gedrag.
Verantwoordelijkheid > Autoriteit: Frustratie, gebrek aan
resultaten.
Eenheid van Bevel:
Instructies komen van 1 persoon (1-op-1 relatie)
Notes 2
, Managementtaken:
Plannen en voorspellen, Organiseren, Leiden, Coördineren en
Controleren.
Impact:
Sociaal mechanisme
Autoriteitsstructuur
Onpersoonlijk legalisme: Mensen rechtvaardig behandelen door te
baseren op geschreven richtlijnen
Algemeen:
Fayol: Hoe het topmanagement het bedrijf moest leiden
Kenmerken Mechanistische Organisatie:
1. Basisstructuur:
Specialisatie: Functioneel werk en functie opdelen, duidelijke
rolomschrijvingen.
Hiërachie: Meerdere niveaus, steile organisatiestructuur,
gecentraliseerde autoriteit (beslissingen aan top van organisatie), 1
rapporteringslijn.
2. Procedures:
Regels, standaarden, tijdschema’s, gebaseerd op regels
3. Processen:
Integratie: Verticaal en direct contact
Motivatie: via loon & o.b.v individueel resultaat
Controle: Bureaucratisch en gecentraliseerd
Herkenbare Kenmerken:
Eenheid van Bevel: Directe supervisie, rapportering 1 lijn,
centralisatie.
Nadruk op Voorschrift: Procedures, regels.
Departementalisatie: Organogram, Lijn/Staf.
Lijn: dragen rechtstreeks bij tot product
Notes 3
, Staf: onrechtreeks (bv: beveiliging, kwaliteitscontrole, ...)
Top-Down Sturing: Objectieven, budget, systematische beoordeling
Voordelen Mechanistische Organisatie:
Massaproductie met ongekende mate van efficiëntie en precisie.
Ongeschoolde worden nuttig ingeschakeld.
Ontwikkelt Specialisten en specialismen.
Onrechtvaardigheid verminderen.
Nadelen Mechanistische Organisatie:
Mensen in Organisatie:
Communicatieproblemen
Gevoel van Afstand tussen top en basis
Dehumanisering arbeid
Op Bestuursniveau:
Beslissingsinefficiëntie
Neiging om ‘status quo’ te behouden: het huidige systeem
Aanpassingsproblemen
Verantwoordelijkheid afschuiven op het systeem
Voordelen Hiërarchie:
Verantwoordelijkheid vastleggen
Orde brengen in beslissingsproces
Duidelijke Promotiepaden
Aanvaardbare Basis stimuleert consensus
Mensen met nodige competenties op elk hiërarchisch niveau plaatsen
Thema 2: Integratie
Concept Integratie:
Concept 1:
Notes 4
, The right hand doesn’t know what the left hand is doing.
Concept 2:
Adequate coördinatie tussen activiteiten (creëren waarde op
complementaire wijze)
Toepassing op horizontale relaties: binnen de organisatie en tussen
organisaties
Samenwerking en informatie-uitwisseling stimuleren
Verticale relaties: controle (NIKS MET INTEGRATIE TE MAKEN)
Concept 3:
Symptomen van gebrekkige integratie:
Isolerend Effect: Conflicten tussen departementen
Gedaalde efficiëntie (dubbel werk, info verloren, meer klachten)
Te veel tijd besteed aan Integratie
Meetings na meetings na meetings, ...
Opeenstapeling van regels
Overbelasting top management
Toenemende nood aan Integratie:
Trends:
Grotere diverstiteit en variatie in producten en diensten
(afstemmen op markt, zorgen dat het jouw product blijft)
Totale Kwaliteitszorg (iedereen zelfde standaard)
Korte time-to-market (leefduur nieuwe producten)
Hoge interdependentie van taken (onderlinge afhankelijkheid)
Ongeanticipeerde veranderingen (zorgen dat je klaar bent)
Samenhang Integratiemechanismen en Structuur: (Mintzberg)
5 Organisatie Elementen:
Strategische Top: waakt over het vervullen van bedrijfsmissie.
Middenkader: controle, afstemming tss wat top en uitvoerende kern
doet.
Notes 5
, Uitvoerende Kern: Input → Output, distributie, coördineren.
Technostructuur: Analisten, maken werk mogelijk van uitvoerende
kern.
Ondersteunende Diensten: Public Relations, belangrijk, maar geen
rechtstreekse invloed
Integratie- of coördinatiemechanismen:
Onderlinge of wederzijdse Afstemming
Rechtstreeks Toezicht / directe supervisie
Standaardisatie van arbeidsprocessen, bekwaamheden, resultaten
Configuraties (Mintzberg):
Eenvoudige structuur: Strategische top, directe supervisie.
Voordelen:
Integratie: Snel en Efficiënt.
Flexibel & Snel beslissingsproces.
Duidelijke communicatielijnen.
Nauwe relaties met klant.
Hoge betrokkenheid.
Nadelen:
Integratie: Moeilijk bij groei.
Afhankelijk van centrale persoon.
Notes 6