GENDER & DIVERSITEIT: WETENSCHAP EN ZORG
HET EIGEN VAN EEN GENDERBENADERING, VAN EEN SOCIOLOGISCHE
BENADERING
INLEIDING
Meiden i.p.v. meisjes: jongens en meisjes zijn ongelijke termen, aangezien ‘meisjes’ een verkleinwoord is. Als we gelijke
termen gebruiken, zouden we dan systematisch moeten spreken over jongetjes en meisjes of jongens en meiden. In
Nederland doet men dat veel systematischer, hier wringt dat à Taalverschil drukt een genderverhouding uit.
STEM = Science, Technologie, Engineering, Mathematics
HET EIGENE VAN EEN SOCIOLOGISCHE BENADERING
DRIE KERNVRAGEN SOCIOLOGIE
-‐ Hoe en waarom leen mensen samen in diverse sociale verbanden? (gezin, organisatie, bedrijven, steden,
sport-‐&vrijetijdsverenigingen…)
-‐ Door welke wetmatigheden wordt dat samenleving gestuurd?
-‐ Waarom ervaren mensen dit samenleven als vanzelfsprekend?
à Waarom doen mensen wat ze doen? beantwoorden vanuit samenlevingstendensen/
gebeurtenissen/overtuigingen/stereotypen. In welke mate beïnvloedt de samenleving onze denkwijzen? Passen wij
ons daaraan aan? Verzetten we ons?
DUS: focus op menselijk gedrag vanuit de samenlevingsinvloed
BOUWSTENEN SOCIOLOGIE
à Metafoor van spel
Sociologie = betekent letterlijk ‘samenlevingskunde’ = combi van socius (metgezel) en logo (kennis, wetenschap).
De samenleving is een speelveld met spelregels en spelers en samen spelen ze een samenlevingsspel.
Er is een fundamenteel sociologische verhouding tussen…:
1. Speelveld: Samenleving(sverbanden)
-‐ De temporele en sociale ruimte rond het speelveld (context matters!)
2. Spelregels: op elk niveau waar je komt, zijn er regels/wetten à De ‘lijntjes’ in de SL
-‐ Geschreven/formeel.
-‐ Informeel (zichtbaar en minder zichtbaar). Voorbeeld: waar je aan tafel zit thuis. Onzichtbare regels
worden ook aangeleerd = socialisatie.
à Als je bij tennis/voetbal buiten de lijn gaat, dat heeft impact.
‘Buiten de lijntjes kleuren’ à specifieke betekenis (sociologisch) = je doet iets wat op dat moment niet
formeel verwacht wordt. Als mensen dit doen, wordt dat gesanctioneerd? Formeel (rode kaart)?
Informeel (weg/boos kijken)?
-‐ Geboden en verboden, gewoonten, taboes, straffen of belonen…
-‐ Verschillend naar tijd en plaats
-‐ Zie gastcollege over WZC: Marokkaanse man die terminaal is en waarvan het op social media wordt
gepost en plots heel veel mensen nog de man willen komen bezoeken, terwijl dat eigenlijk niet volgens
de spelregels van het ziekenhuis mag.
3. Spel: hoe mensen concreet (samen)leven. Voorbeeld: hoe gaan mensen op met elkaar tijdens deze les?
-‐ Sociale relaties & Sociaal handelen = Kijken naar hoe mensen handelen MAAR ‘sociaal’ verwijst niet
naar ‘ik ga sociaal zijn’, maar het duidt op interactie. Extreem boos worden/isoleren van een groep is
sociologisch gezien sociaal handelen.
-‐ Posities: waar situeer jij je in een sociale realiteit? Voorbeeld: Ben je enig kind/oudste/jongste? Voor
de rest van je leven ben je die positie, zelfs als er een van je siblings overlijden. De relatie/invulling
veranderd, maar de positie zelf niet.
-‐ Rollen & status: bij bepaalde positie hoort een bepaalde rol. Daar spelen tijd en context een rol.
Voorbeeld: Relatie mama en dochter, de rollen veranderen doorheen de tijd van wie voor wie zorgt.
-‐ Interactie & communicatie
-‐ Verwachtingen. Hangt af van de rol/positie. Voorbeeld: je verwacht dingen van de prof. Niet van haar
als individu maar van haar als prof. Als er een vervanger komt, hebben we dezelfde verwachtingen
van deze persoon.
1
, 4. Spelers: actoren: mensen, organisaties, instituties, structeren. Er zijn spelers die onzichtbaar lijken nu.
Voorbeeld: minister van onderwijs die regels oplegt, verwachtingen van ouders,…
-‐ Als je naar een wedstrijd kijkt, is er vaak publiek bij. Die speelt ook een grote rol in de interactie in het
spel (‘thuisvoordeel’).
-‐ Als socioloog kan je jezelf nooit buiten de SL zetten, je zit in het publiek. Wie je bent, zal voor een deel
je kijk inkleuren. Je moet proberen om dat vanuit de tribune analytisch te bekijken en dat verschilt
naargelang de positie van de socioloog
Het spel bekeken van uit de tribune van de SLà observeren, beschrijven, analyseren en mogelijks verklaren.
Voorbeeld: als je ergens binnenkomt, dan ga je meteen kijken wie er allemaal zit. Zijn het vooral ouderen? Mannen?
En waarom is dat zo?
FOCUS SOCIOLOGIE
Sociologie = de wetenschap die de maatschappelijke patronen en structuren bestudeert, in hun ontstaan, voorbestaan
en veranderen, en tevens het sociale handelen van mensen in de interactie met deze patronen en structuren.
à gedagspatronen, zoals tafelmanieren of instituties, zoals het huwelijk.
à probeert sociaal handelen te beschrijven, analyseren, verklaren en voorspellen.
-‐ Bestuurd de maatschappelijke contexten die het samenleven van mensen sturen
-‐ Bedoeling van de sociologie is om de – op het eerste zicht – evidente verschijnselen en gedragingen van een
afstand
o Te beschrijven
o Te analyseren
o Te verklaren
-‐ Heeft de samenleving als voorwerp
-‐ Beschouwt SL als een eigensoortige werkelijkheid
-‐ Zal SL observeren, beschrijven en verklaren om (voorzichtig) voorspellingen te kunnen doen
-‐ In een voortdurende wisselwerking tussen theorie en empirische realiteit
Artikel: Sociologie kijkt naar structuren in SLverbanden en hoe die het handelen van actoren mee vormgeven.
Structuur verwijst naar georganiseerde samenhang tussen fenomenen, naar een (onderliggend) samenspel tussen
kenmerken of variabelen en brengt dus een zicht op de regelmatigheden in de werkelijkheid. Structuren staan nooit
los van de werkelijkheid; ze situeren zich wel op een ander, onderliggend en vaker op het eerste zicht verborgen
niveau. Enkel een gevormd waarnemer, zoals de wetenschapper, kan ze ontdekken.
The Sociological Imagination: mensen denken dat dingen die aan hen gebeuren iets individueel zijn, maar in praktijk
is dat veel minder individueel. Dat is wat sociologie wilt doen: het bredere plaatje zien van wat mensen beschouwen
als individueel.
-‐ Het vreemde in het gekende en het algemene in het specifieke, en onze gedragingen linken aan bredere
sociale krachten
-‐ De bekwaamheid om dingen sociaal te zien en hoe dingen met elkaar interageren en elkaar beïnvloeden
Voorbeeld 1: het was vroeger voor de vrouw heel moeilijk om vruchtbaarheid te beheersen. Dat is géén individueel
probleem, ook al voelt dat voor haar zo wel à 1) Medisch gezien was er de uitdaging om een pil te ontwikkelen met
niet teveel bijwerkingen, 2) het taboe errond, 3) religie die de boodschap voorhield dat anticonceptie zondig leven is
omdat je ingrijpt in een natuurlijke orde à Dit leidt ertoe dat de vrouw niet naar de apotheek durfde gaan met een
voorschrift van de dokter omdat dat afgekeurd zou worden à het is dus geen individueel probleem, maar een veel
breder maatschappelijk gegeven.
-‐ De ontwikkeling van de pil is vanuit genderperspectief een belangrijke ontwikkeling. Het heeft de vrouw veel
meer controle gegeven.
-‐ De norm is verschoven: pilgebruik is normaal, en argumenten om het niet te gebruiekn zijn verschillend
(gezondheid vs religie)
Sociologische verbeelding:
-‐ Eten en drinken: eet je thuis? Mes en vork? Tafelkleed?
-‐ Emoties: in onze SL laten mensen weinig tijd voor rouwen. Je moet je omgeving niet lastig vallen met je eigen
emoties. Er wordt snel einde gemaakt aan de tolerantie.
-‐ Lifestyle; Sport; Liefde; Arbeid
DE SOCIOLOGIE, EEN WETENSCHAP ALS (G)EEN ANDER? (artikel).
Eerst was er belangstelling voor zaken als sterrenkunde. Daarna voor natuur (dood en levend). De sociologie ontstond
2
,pas erg laat (onttovering).
Waarom sociologie zo laat? De SL is het water waarin menselijke vis rondzwemt en net als die vis ervaart hij zijn
omgeving als vanzelfsprekend. Dat komt omdat SLverbanden onze identiteit en waarneming vormen, zonder dat we
ons daarvan bewust zijn. De ruimte om eigen wetenschap van de SL te construeren kwam pas toen de SL niet langer
als een door God gegeven orde werd ervaren. Eens de mensen de SL zagen als iets door hen zelf gemaakt en
‘maakbaar’, werd ze voorwerp van onderzoek en beleid. à Max Weber is founding father van sociologie.
VERSCHIL WETENSCHAP (NATUUR) EN SOCIOLOGIE (SL)
SOCIOLOGIE ONTDEKT & VERRUIMT (ARTIKEL)
Onthullen is de opdracht van élke wetenschap, ontdekken en wetenschap zijn vrijwel synoniem. MAAR: bij sociologie
ligt dat anders. We gaan een gebied onderzoeken dat zeer vertrouwd is. Wat de socioloog kritisch analyseert, is wat
we in het alledaagse leven als vanzelfsprekend ervaren.
A. HET EIGENE VAN EEN GENDERBENDARING
ASPECTEN VAN EEN GENDERBENADERING
Voorbeeld: taal (denken, lezen, spreken)
-‐ Algemeen enkelvoudig stemrecht
-‐ Jongens en meisjes als ongelijke term
-‐ Zoeken naar neutrale woorden: chairman vs chairperson
Nagaan hoe de SL gestructureerd is o.b.v. tweedelingen. Voorbeelden:
-‐ Mannelijk vrouwelijk
-‐ Transcendent immanent
-‐ Openbaar privé
-‐ Objectief subjectief
-‐ Kijken aanraken
-‐ Macht liefde
-‐ Actief passief
à Horizontaal lijken het tegengestelden, verticaal zijn het woorden die allemaal bij masuciliniteit of feminiteit (als
associaties of verwachtingen die onze SL heeft t.a.v. hoe mannen/vrouwen idealiter invulling geven aan hun
mannelijkheid/vrouwelijk) passen. Je kan je als persoon verhouden tot die verwachtingen.
à Binaire lijn: aan de ene kant verwachtingen t.a.v. individuele invulling van mannelijkheid en aan de andere kant van
vrouwelijkheid. Jij kan beslissen waar je je op die denkbeeldige lijn situeert. à in de SL zien we dat het van vrouwen
meer getolereerd wordt als ze richting met mannelijkheid verbonden kenmerken gaan (bv. ambitie), dan omgekeerd.
Dat zie je ook in het debat rond STEM en zorg.
à Artikel: Belangrijk om scheidingslijnen van dualistisch denken kritisch de bevragen en wederkerigheid van diverse
begrippen te verdedigen
GENDER: RELATIONEEL CONCEPT
Idee vrouwelijkheid beïnvloedt idee mannelijkheid en omgekeerd.
-‐ Man/vrouw: male/female
à = biologische sekse
-‐ Mannelijkheid/vrouwelijkheid: masculinity/femininity (eigenlijk om taalzuiver te spreken: bv. met
mannelijkheid geassocieerde kenmerken = masculinity)
3
, à = cultureel bepaald gender
VRAAG 1: EEN PROBLEMATISCHE TAALKWESTIE?
Stimulans tot een terminologisch taalonderscheid “sexe-‐gender” (Oakley)
-‐ Sekse = biologisch (male/female)
-‐ Gender = cultureel (mascilinity/femininity)
Verdere specifiëring (Scott):
-‐ Sekse-‐rollen: met biologisch man/vrouw-‐zijn verbonden (bv. min (=iemand die borstvoeding geeft aan een
kind dat niet het hare is), spermadonor, draagmoeder)
-‐ Gender-‐rollen: met door cultuur toegeschreven associaties van mannelijkheid/vrouwelijkheid verbonden (vb.
‘vrouwelijk zorgen’, ‘manhaftig gedrag’)
o Taalgebonden: in de Vandaele zie je veel gendergeassocieerde woorden
à Er zijn veel meer gender-‐rollen dan sekse-‐rollen
Let op: veel publicaties gebruiken ‘sekse rol’ waar het ‘gender rol’ zou moeten zijn!
Definitie gender (Scott) = Een constitutief element van een sociale relatie op basis van waargenomen verschillen
tussen geslachten én de belangrijkste manier om machtsverhoudingen aan te duiden
à Gaat niet enkel van macht van mannen op vrouwen, ook omgekeerd. Voorbeeld: de manier waarop echtgescheiden
mannen strijden om het hoederecht te krijgen over hun kids. Lange tijd werd het vaak automatisch aan de mama
toegewezen omdat er vanuit werd gegaan dat de mama beter kon zorgen voor het kind (dit heeft te maken met
percepties/waarnemingen)
Artikel: Scott kent aan het genderconcept twee wezenlijke dimensies toe. Het genderconcept beschrijft sociale relaties
vanuit het perspectief van geslachtsverschillen en analyseert van daaruit machtsrelaties. Wie het accent legt op
wederkerigheid van gender als relationeel concept bedoelt dat een wijziging in de betekenisverlening aan
mannelijkheid invloed heeft op de inkleuring van vrouwelijkheid en vica verse. Voorbeeld: vaderschapscursussen.
Belangrijk Scott (artikel): de tijd van ofwel een (puur) biologische verklaring ofwel een (puur) culturele verklaring is
voorbij. Het is belangrijk om de onderlinge verbondenheid te zien!
VROUWENSTUDIES VS GENDERSTUDIES (artikel)
Evolutie van vrouwenstudies naar genderstudies. Redenen:
-‐ Vrouwelijke wetenschappers willen hun onderzoeksveld niet exclusief oriënteren op vrouwen en ervaringen
van vrouwen
-‐ Ze wensen dat studie van het mannelijke geslacht niet wordt overgelaten aan mannen
o Mannen en vrouwen kunnen beiden zinvol reflecteren over mannelijkheid/vrouwelijkheid
à Wederkerige relatie tussen mannelijkheid & vrouwelijkheid centraal!
Consequenties:
-‐ Verschuiving van ‘vrouwen’ als studieobject naar analyse waarin nagegaan wordt op welke wijze constructies
over mannelijkheid én vrouwelijkheid het denken over wetenschap hebben beïnvloedt.
-‐ Critici van term genderstudies zeggen:
o Zorgt voor afkeer van het woord feminisme
o Elementen van machtsongelijkheid zullen versluierd raken doordat mannelijke wetenschappers
zichzelf als buitenstaanders gaan zien à gender minimaliseert (machts)verschillen
RELATIONELE DIMENSIE & MACHT
Trudeau (Canadese president) stelde een cabinet samen dat een genderevenwicht heeft en diversiteit is. Journalisten
vroegen hem waarom hij dit deed: “We zijn 2013” antwoordde hij. De evidentie zelve.
Kimmel: baanbrekers in veld van masculinitystudies.
-‐ Leven van vrouwen: drastische wijziging (controle zwangerschappen, arbeidsmarktposities,…)
-‐ Leven van mannen: is er een gelijkaardige ontwikkeling? Welk model heeft welke tradionele ideologie rond
mannelijkheid? Hebben mannen vandaag evenveel keuzemogelijkheden in hun leven als vrouwen? Voorbeeld
1: Wordt het aanvaard dat mannen zorgende taken op zich nemen? Voorbeeld 2: Wordt deeltijds werken bij
mannen aanvaard? Anekdote: een vrouw die vroeg om langere periode vrijaf te nemen om voor kind te
zorgen, was geen probleem. Bij een man met dezelfde vraag werd het wel gezien als probleem en werd er
gezegd ‘wat zullen onze klanten wel niet zeggen als ze weten dat jij zo lang afwezig bent?!’
4