Psychopathologie UVA samenvatting HC + artikelen 2023
30 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Psychopathologie (70120256AY)
Instelling
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
In dit document staat een beknopte samenvatting van alle hoorcolleges en de belangrijkste informatie uit de verplichte artikelen. Je kunt deze samenvatting gebruiken voor het TT of aanvullen met eigen aantekeningen. NB: Bevat niet het model van Carr, 2016
Leeftijdsperiode Probleemgebied Indicatie van ernst
Vroege kindertijd Slaapproblemen Gaan meestal over
Eet- en groei problemen Gaan meestal over
Hechtingsproblemen Eenmaal ontstaan, lastig te
behandelen
ASS Chronisch want erfelijke
aanleg, blijft constant
Zindelijkheidsproblemen Gaan meestal over
Taal- en leerproblemen Chronisch want erfelijke
aanleg, blijft constant
Middelste kindertijd Aandachts- en Chronisch want erfelijke
impulsiviteitsproblemen aanleg, blijft constant
Gedragsproblemen Eenmaal ontstaan, lastig te
behandelen
Angstproblemen Goed te behandelen maar
kans op terugkeer
Pubertijd Stemmingsproblemen Unipolaire-
stemmingsstoornissen zijn
goed te behandelen, kans
op terugkeer, bipolair is
chronisch
Eet- en lijn problemen Eenmaal ontstaan, lastig te
behandelen
1
, Problemen met middelen- Eenmaal ontstane verslaving
misbruik is ernstig en blijft, ook na
afkicken altijd een zwak
Schizofrenie en psychosen Chronisch vanwege een
erfelijke aanleg
Omgaan met dood en eigen Ernstig maar goed te
sterfelijkheid voorkomen en te
behandelen
Wanneer is er sprake van ontwikkeling psychopathologie?
Lichamelijk functioneren
Gedrag
Emoties
Cognities
Relaties
De klachten moeten:
Niet passen bij de leeftijd
Niet/zeer moeilijk te corrigeren zijn
Het algemeen functioneren ernstig nadelig beïnvloeden
Het kind zelf en/of de omgeving doen lijden
Uiteindelijk mogelijk ontwikkeling doen stagneren
Of je van een stoornis kan spreken is deels afhankelijk van de sociaal culturele context.
1.2 classificatiesystemen
Classificatiesystemen: Systematische beschrijvingen van gedrag op basis van door
wetenschappers onderscheiden en gegroepeerde gedragskenmerken met als doel gedrag in
te delen om te bepalen of er sprake is van een stoornis of om onderscheid te maken tussen
stoornissen.
Diagnostiek: naast gedragskenmerken ook vaststellen of een kind lijdt onder de problemen,
behoefte heeft aan hulp of zorg en wel of niet optimaal functioneert/verklaren van ontstaan
van stoornis.
2 veel gebruikte systemen:
1. International Classification of Diseases ICD (publicatie ICD-11: 2018, effectief in 2022)
Word ontwikkeld door de WHO = World Health Organization.
2. Diagnostic and Statistical Manual of the mental disorders DSM (nu: DSM-5-TR)
Ontwikkeld door APA = American Psychiatric Assocation
Beide systemen komen tot stand op basis van consensus experts
Systemen kunnen worden vertaald naar elkaar, beïnvloeden elkaar en liggen nu
redelijk dichtbij elkaar
Voordelen classificatiesystemen Nadelen classificatiesystemen
Duidelijke beschrijving van kern Mogelijk te sterk gereduceerd
problematiek Categoriale indeling
Internationale eenduidigheid Suboptimale basis voor behandeling
2
, Richtinggevend voor behandeling
ICD – 11 is een classificatie van alle ziekten, dus meer dan alleen stoornissen.
3e classificatiesysteem: DC: 0-5 (2016) Diagnostic Classification of Mental Health and
Development Disorders in Infancy and Early Childhood, zero to five.
(As is een dimensie; kwalitatief andere kenmerken waar je naar kijkt)
Classificatie -> alleen beschrijvend, niet verklarend.
Diagnosticeren -> nauwkeurig leren kennen; hypothesen vormen o.b.v. informatie
Classificatie: semigestructureerde klinische interviews met ouder en kind > DSM-5
classificatie
Diagnosticeren: classificeren, in kaart brengen levensgeschiedenis, risico- en beschermende
factoren in kind en omgeving, eerdere interventies + effect daarvan
1.3 onderliggend model psychopathologie
Aan het DSM en ICD ligt een medisch model ten grondslag: een medisch model van ziekte
met een categoriaal idee; je bent ziek of je bent het niet.
Daarom een dimensioneel model: je kan iets heel erg of niet erg hebben. De DSM-5 probeert
dit toe te passen door de ernst score.
HC 2: zindelijkheidsstoornissen deel 1
2.1 Zindelijk worden normale ontwikkeling
Zindelijk zijn is de controle over mictie-impuls: complex neuraal netwerk
Normale ontwikkeling:
0-2 jaar Baby’s en peuters urineren Reflexfase: geen controle
reflexmatig over mictie-impuls
2-5 jaar Cognitief gevoelige Bewustwording fase:
zindelijkheid aandranggevoel herkennen
en in verband brengen met
plassen/poepen
Beheersingsfase: eerst kort
ophouden en later zelf
bepalen wanneer
Tijdens de beheersingsfase met de zindelijkheidstraining beginnen
Rond de leeftijd van 5 jaar zijn kinderen zindelijk voor urine
Wat moet een kind beheersen om zindelijk te kunnen zijn:
Signalen van eigen lichaam (aandrang) herkennen
Sociale consequentie begrijpen
Motivatie om te voldoen aan wens van opvoeders
Communicatie: duidelijk kunnen maken dat je moet poepen of plassen
Motorische vaardigheden: wc-houding (grove), knoopjes en toiletpapier (fijne)
3
, In de zindelijkheidsfase zitten culturele verschillen. West-Europa relatief laat zindelijk door:
Afstand ouder-kind (werk)
‘’ Zitten er minder bovenop’’ dan vroeger/andere culturen
Vaker geld voor luiers, beter kwaliteit luiers, wasmachines
2.2 Enuresis
Enuresis: onwillekeurige urinelozing. Bij enuresis is een medisch/anatomische oorzaak
uitgesloten.
DSM-5 Enuresis:
Herhaalde urinelozing in bed of kleding
2 keer p/w gedurende 3 maanden
Ofwel significante beperking in het functioneren
Tenminste (mentale) leeftijd van 5 jaar oud
NB: niet het gevolg van een lichamelijke aandoening of middelengebruik
Enuresis diurna: onzindelijkheid overdag
Enuresis nochturna: onzindelijkheid ’s nachts
Primaire enuresis: nooit zindelijk geweest
Secundaire enuresis: een periode van 6 maanden zindelijk geweest vanaf leeftijd van 5 jaar
Bij primaire enuresis -> onzindelijkheid wordt niet veroorzaakt door psychologische klachten,
maar spelen wel een rol in het ontstaan en het in stand houding van de klachten
Bij secundaire enuresis -> meer aandacht voor psychologische factoren nodig: terugval
terwijl de basisvoorwaarden er zijn (geweest)
2.3 Bio-psycho-sociaal model
Bio-psycho-sociaal model: een multifactoriële benadering waarbij het model altijd in zijn
geheel wordt bekeken: Biologische, psychologische en sociale factoren overlappen elkaar.
Biologische factoren:
Verminderde blaascapaciteit
Stoornissen aan de urinewegen
Chronische obstipatie
Erfelijkheid
Moeilijker wakker worden
Tekort aan antidiuretisch hormoon in de nacht
Psychologische factoren – kind:
Sociale angst
Diepe slaap
Smetvrees
Trauma meemaken ten tijde van de zindelijkheidstraining
Comorbiditeit: ASS, ADHD
Gezinsfactoren:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isa1999deboer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.