Samenvatting Biologie - Alles over de vertering van voedsel in de mens
5 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Biologie
Niveau
VWO / Gymnasium
Dit document bevat een samenvatting over het verteringsstelsel van de mens. Hierin worden onderwerpen behandeld zoals: de 6 voedingsstoffen (koolhydraten, eiwitten, vetten, water, mineralen en vitaminen), de organen die betrokken zijn bij de vertering, de enzymen die hierin in een rol spelen, algem...
BIOLOGIE SAMENVATTING
Voedingsmiddelen = alles wat je eet of drinkt,
Voedingsstoffen = bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen. Er zijn 6 groepen voedingsstoffen:
1) Eiwitten (proteïnen): C,H,O (organisch), N, S
Polymere ketens van aminozuren (20 verschillende)
Essentiële aminozuren (8) = aminozuren die niet door ons lichaam kunnen worden aangemaakt
(moeten dus in voeding zitten!)
Niet-essentiële aminozuren kunnen in de lever worden gevormd uit andere aminozuren
transaminering. Hiervoor wordt een NH2 groep verplaatst.
Vertering eiwitten: eiwitmoleculen uit voedsel worden afgesplitst tot aminozuurmoleculen die
worden opgenomen in het bloed via bloed naar lever naar andere organen
Dierlijke eiwitten: vlees, vis, melk, eieren / Plantaardige eiwitten: brood, graan, noten, peulvruchten.
Vorming eiwitten = aminogroepen koppelen door peptidebindingen (carboxylgroep-amino)
Functie eiwit Type eiwit Voorbeeld
Bestanddeel van tussencelstof Structuureiwitten Collageenvezels
Bloedstolling Stollingseiwitten Fibrinogeen naar fibrine
Immuniteit Antistoffen Globulinen
Katalyseren van chemische omzettingen Enzymen DNA-polymerase, ATP-ase
Spieren laten bewegen Motoreiwitten Actine en myosine
Cellulaire respons op gang brengen als een Receptoren Receptoreiwit voor acetylcholine op
signaalmolecuul bindt spiervezels
Signalen overbrengen via cellen Hormonen (brengen stoffen via Insuline, GnRH
(celcommunicatie) hormoonklieren naar bloed/organen)
Stoftransport door membranen/bloed Transporteiwitten Aquaporine, Natrium-kaliumpomp
Eiwitten worden ook als brandstof gebruikt. Overschot eiwitten wordt omgezet in glucose, bij deze
dissimilatie ontstaat ammoniak, dat in de lever wordt omgezet in ureum (wordt uitgescheiden met urine)
2) Koolhydraten (sachariden):
Monosachariden: Glucose, fructose
Disachariden: sacharose/sucrose/suiker
Oligosachariden: 3-10 monosachariden
Polysachariden: zetmeel
Brandstof 1 g koolhydraten = 17kJ energie = 4 kcal
Te veel koolhydraten hormoon insuline zet koolhydraten om in glycogeen (polysacharide) reservestof
in lever en spieren. Rest van overtollige koolhydraten omgezet in vet en opgeslagen onder de huid
(onderhuidse bindweefsel).
Bouwstof DNA-moleculen bevatten monosachariden / ATP bevat monosacharide ribose
Voedingsvezels = stoffen afkomstig van plantaardige voedingsmiddelen (groente, graan, fruit, noten) die
onze darmwerking en stoelgang bevorderen (niet door enzymen verteerbaar, behalve een paar in dikke
darm door bacteriën) Verzadigd gevoel.
3) Vetten (lipiden):
Brandstof 1 gram vet = 38kJ energie = 9 kcal (te veel reserve-energiebron onder huid of rondom
organen)
Bouwstof fosfolipiden (membranen) = vetzuur vervangen door een fosforzuur. Cholesterol is een vet die
via voeding binnenkomt of door lever wordt aangemaakt (zorgt voor productie hormonen, gal, vitamine D).
Vetmoleculen opgebouwd uit drie vetzuurmoleculen en een glycerolmolecuul. Deze vetten en oliën worden
triglyceriden genoemd.
Verzadigde vetzuren = alle bindingsplaatsen van C-atomen zijn bezet door waterstofatomen dierlijke
vetten verhogen risico op afzetting cholesterol in bloedvaten hart- en vaatziekten.
Onverzadigde vetzuren = dubbele binding tussen C-atomen plantaardige vetten daling
cholesterol.
, Bouwstoffen Brandstoffen
Eiwitten Structuureiwitten, transporteiwitten Omgezet in glucose
Koolhydraten DNA en ATP bevatten monosachariden 1g 17kJ (suikers)
Vetten Fosfolipide vormen membraan 1g 38kJ
Water Voor lichaamscellen en oplosmiddel,
transportmiddel
Mineralen Stevigheid botten (ca, p) , bloedstolling (ca),
impulsgeleiding (ka, na)
4) Water:
Menselijk lichaam 60% water
Bouwstof (lichaamscellen), oplosmiddel (osmotische waarde), transportmiddel (bloed), regeling
lichaamstemp door verdamping (zweet)
Bij dissimilatie ontstaat ook beetje water
5) Mineralen (zouten):
Mineralen zijn anorganische stoffen (calcium, fosfor, kalium, natrium)
Spoorelementen mineralen die je in zeer kleine hoeveelheden nodig hebt (ijzer voor vorming
hemoglobine die zuurstof bindt in rode bloedcellen). Spoorelementen zijn vaak bestandsdelen van
hormonen en enzymen.
6) Vitaminen:
Organische stoffen om stofwisselingsreacties goed te laten verlopen
A: groei, ogen (slecht zien)
B: energieproductie en zenuwstelsel (B9 en B12 essentieel voor eiwitsynthese/rode bloedcellen) (moe)
C: wondgenezing, afweer en bloed (bloedingen)
D: calcium opname, spieren en zenuwen (door zonlicht maakt lichaam zelf D) (botontkalking)
E: antioxidant beschermt cellen (minder goede bescherming)
K: bloedstolling en botaanmaak (bloedingen doordat bloedstolling niet goed verloopt)
Alleen K wordt in lichaam gemaakt door bacteriën in dikke darm , de rest moet in voeding zitten of
anders aanwezig als provitaminen
Vertering is het afbreken van organische moleculen die niet door het bloed kunnen worden opgenomen, tot
verteringsproducten die wel opgenomen kunnen worden. In het darmkanaal worden eiwitten, vetten en
koolhydraten door enzymen afgebroken tot verteringsproducten, die via darmwandcellen worden opgenomen in het
bloed. De darmperistaltiek (onbewust dus autonoom) is het afwisselend samentrekken van de kringspieren en
lengtespieren waardoor de voedselbrij wordt voortgeduwd, gekneed, en gemengd met de verteringssappen.
Voedingsvezels en lichaamsbeweging stimuleren darmperistaltiek en dus de stoelgang.
Boven voedselbrok kringspieren trekken samen (darm wordt nauwer), lengtespieren
ontspannen
Op de voedselbrok lengtespieren trekken samen (darm wordt wijder),
kringspieren ontspannen
Dit gebeurt in slokdarm, dunne darm en dikke darm.
Voedingsvezels kunnen niet verteerd worden en leveren geen voedingsstoffen. Voedingsvezels
dienen als voedingsbron voor goede bacteriën in onze dikke darm. Vezels trekken ook vocht aan
soepele ontlasting.
Mechanische vertering = kauwen, kneden, mengen van voedsel door darmperistaltiek
Chemische vertering = enzymen uit verteringssappen werken in op voedsel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anissaousr204. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.