In dit document vindt je een samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 12 van de nieuwste editie (2022) van het boek Klinische neuropsychologie. Dit is de stof van het deeltentamen.
Samenvatting klinische neuropsychologie
Inhoudsopgave
Deel I: Inleiding in de neuropsychologie....................................................................................2
Hoofdstuk 1 Wat is klinische neuropsychologie?...................................................................2
Hoofdstuk 2 Neuropsychologie: de wetenschappelijke methoden.........................................4
Hoofdstuk 3 Neuropsychologie in de praktijk........................................................................7
Hoofdstuk 4 Beeldvorming van de hersenen........................................................................10
Hoofdstuk 5 Plasticiteit, herstel en neuropsychologische revalidatie...................................13
Deel II: Functiedomeinen..........................................................................................................16
Hoofdstuk 6 Waarneming.....................................................................................................16
6.1 Visuele perceptie.........................................................................................................16
6.2 Auditieve perceptie.....................................................................................................18
6.3 Lichamelijke perceptie................................................................................................19
6.4 Smaak- en reukperceptie.............................................................................................20
Hoofdstuk 7 Geheugen..........................................................................................................21
Hoofdstuk 8 Taal en spraak..................................................................................................25
Hoofdstuk 9 Aandacht en executief functioneren.................................................................29
Hoofdstuk 10 Emotie en sociale cognitie..............................................................................33
Hoofdstuk 11 Motoriek en actie............................................................................................37
Hoofdstuk 12 Intelligentie....................................................................................................42
1
,Deel I: Inleiding in de neuropsychologie
Hoofdstuk 1 Wat is klinische neuropsychologie?
Neuropsychologie is het wetenschapsgebied waarin de samenhang tussen gedrag en de
werking van de hersenen wordt bestudeerd. Dit gedrag bestaat uit waarneembare acties en
reacties (overt gedrag) en uit innerlijke mentale processen. Denkprocessen worden aangeduid
als cognitieve functies. Deze functies maken het mogelijk om informatie uit de wereld om ons
heen te verwerken, te begrijpen en erop te reageren. De neuropsychologie is gericht op het
onderzoeken van de relatie tussen neurale structuren of processen en cognitieve functies,
emoties of waarneembaar gedrag. Klinische neuropsychologen zijn deskundigen op het
gebied van de relatie tussen hersenstoornissen en gedrag en passen deze kennis toe in de vorm
van diagnostiek, begeleiding en behandeling.
Het idee dat de hersenen een rol spelen bij mentale functies stamt uit de klassieke oudheid.
Hippocrates hield als eerste de hersenen verantwoordelijk voor het intellect, de zintuigen,
kennis en emoties. Herophilus onderzocht de hersenen van mensen na het overlijden en stelde
de celtheorie of ventrikelleer op. In de met vocht gevulde holtes, die hij vond in de hersenen,
bevond zich de waarneming, het begrijpen en het geheugen. Pas veel later stelde Descartes dat
geest en lichaam gescheiden waren en dat de geest zich in de pijnappelklier zou bevinden.
Nog later stelde Gall dat de mens verschillende mentale functies bezit en dat deze functies
terug te voeren zijn naar specifieke delen in de hersenen die zich aan de buitenzijde bevonden.
Met behulp van deze uitstulpingen kon er afgelezen worden hoe goed een bepaalde functie
ontwikkeld was (denk ook aan wiskundeknobbel, talenknobbel, etc.). Rond 1900 kwam er
verzet, omdat verregaande lokalisatie tot simplificatie zou leiden. Schade op een specifieke
locatie in de hersenen kan leiden tot een functiestoornis, maar dat betekent niet automatisch
dat de functie zelf zich ook op die plaats bevindt.
Franciscus Donders was de grondlegger van de chronometrische analyse van mentale
processen. Hij ontwikkelde verschillende reactietijdtaken, zoals eenvoudige reactietijdtaken,
keuze-reactietijdtaken en go/no go-reactietijdtaken. De systematische en kwantitatieve
vergelijking van verschillende taakcondities wordt de subtractiemethode genoemd. Francis
Galton begon met de ontwikkeling van de psychometrie. Hij vergeleek de prestatie van het
individu met de prestaties van een vergelijkingsgroep die representatief was voor de hele
populatie. Hij legde daarmee de basis voor het gebruiken van referentiegegevens (normen) bij
het beoordelen van testprestaties van individuen.
Luria is een invloedrijke grondlegger van de moderne klinische neuropsychologie. In de
benadering van Luria zijn alle gebieden in de hersenen betrokken bij drie basisfuncties (units)
die met elkaar interacteren: de subcorticale hersengebieden, de posterieure hersengebieden en
de anterieure hersengebieden. De eerste unit is belangrijk voor de regulatie van arousal- en
aandachtsprocessen. De tweede unit is verantwoordelijk voor het verwerken van informatie
die via de zintuigen binnenkomt in de hersenen (input). De derde unit zorgt voor de planning
en organisatie van het handelen (output). De informatie binnen elke unit wordt verwerkt op
drie hiërarchisch georganiseerde zones: primair, secundair en tertiair. Daarnaast kan gedrag
worden gemoduleerd door talige processen in de linkerhersenhelft of door niet-talige
2
,processen in de rechterhersenhelft. Een bepaald aspect in de informatieverwerking kan in zijn
model dus plaatsvinden in een bepaalde functionele unit binnen één van beide hersenhelften,
binnen een specifieke hiërarchisch geordende zone. Inmiddels zijn een aantal ideeën hiervan
achterhaald, maar de gedachte dat de hersenen als geheel verantwoordelijk zijn voor gedrag,
maar dat er wel gelokaliseerde deelfuncties te onderscheiden zijn, is gemeengoed geworden.
De bevinding dat een patiënt met een lesie op plaats X een stoornis heeft op taak A, maar niet
op taak B wordt dissociatie genoemd. Als bij patiënt B met een lesie op plaats Y precies het
tegenovergestelde wordt gevonden, namelijk een stoornis op taak B, maar geen stoornis op
taak A noemen we dat een dubbele dissociatie. Dankzij de ontwikkeling van
gestandaardiseerde methoden werd het mogelijk om de prestatie van patiënten met
hersenschade te vergelijken met gezonde mensen de dezelfde leeftijd, opleiding en geslacht
hadden.
Vanaf 1980 werd het met de komst van CT en MRI mogelijk om de hersenen bij levende
patiënten af te beelden en daardoor gedetailleerde informatie te verkrijgen over de grootte en
de locatie van een hersenbeschadiging. Daarmee verschoof de aandacht van lokalisatie naar
diagnostiek en de gevolgen van een hersenbeschadiging. Ook werd duidelijk dat locatie en
functie niet zonder meer samen vallen: de locatie en omvang van de hersenschade hangt lang
niet altijd één-op-één samen met de cognitieve en gedragsmatige gevolgen daarvan en er
kunnen grote individuele verschillen zijn.
3
, Hoofdstuk 2 Neuropsychologie: de wetenschappelijke methoden
De basis van de wetenschappelijke onderzoeksmethoden is de empirische cyclus, een proces
dat de borging vormt voor de kwaliteit van de klinische neuropsychologie. De cyclus begint
met een waarneming (observatie) die leidt tot een onderzoeksvraag. De volgende stap is het
formuleren van een hypothese. Dit is een voorlopig antwoord op de onderzoeksvraag
gebaseerd op eerdere bevindingen en/of waarnemingen beschreven in de literatuur (inductie).
Om de hypothese te toetsen wordt een onderzoek opgezet waarin een voorspelling wordt
gedaan over wat er verwacht wordt in de specifieke situatie van het onderzoek (deductie).
Hiervoor moet operationalisering plaatsvinden: er wordt concreet gemaakt wat er precies
gemeten en/of gemanipuleerd wordt. In de fase van toetsen worden data verzameld en deze
gegeven worden met behulp van statistische analyses vergeleken met de verwachte uitkomst.
In de evaluatiefase worden de resultaten geïnterpreteerd en worden conclusies getrokken. Bij
een Type I-fout is de nulhypothese onterecht verworpen en bij een Type II-fout is de
nulhypothese onterecht geaccepteerd. De cyclus kan weer opnieuw doorlopen worden als het
antwoord op de onderzoeksvraag zelf weer een waarneming vormt voor vervolgonderzoek.
Fundamentele vraagstellingen zijn erop gericht om kennis te vergroten en hoeven geen direct
maatschappelijk nut te hebben. Toegepaste vraagstellingen hebben wel een direct en concreet
nut en richten zich op het vergroten van kennis over een ziektebeeld, het verbeteren van de
diagnostiek of het verbeteren van de behandeling.
In de Verklaring van Helsinki staan ethische principes voor medisch-wetenschappelijk
onderzoek waar proefpersonen aan meedoen. Het belangrijkste basisprincipe is respect voor
het individu. Het is van groot belang dat proefpersonen vrijwillig toestemming verlenen om
mee te doen aan het onderzoek op basis van een goed geïnformeerde beslissing (informed
consent) over of ze wel of niet mee willen doen. Als er sprake is van verminderde
wilsbekwaamheid en/of verminderd ziekte-inzicht moet hier rekening mee worden gehouden.
Misleiding is alleen toegestaan als dit noodzakelijk is voor het onderzoek. Proefpersonen
mogen ook altijd stoppen met het onderzoek zonder dat dit consequenties voor hen heeft.
Neuropsychologische taken hebben als doel om een cognitieve functie geïsoleerd te meten
waarbij zoveel mogelijk invloeden van andere functies uitgesloten worden. Aan gedrag liggen
complexe processen ten grondslag. Dit betekent dat er altijd meerdere verklaringen mogelijk
zijn voor testresultaten. Het kunnen onderscheiden van verschillende cognitieve processen
kan worden gedaan door de prestatie van twee verschillende condities tegen elkaar af te
zetten. Hierbij wordt de score op een complexere conditie gecorrigeerd voor de score op een
simpelere conditie. Dit gebeurt door een ratioscore te berekenen. Experimentele taken bestaan
vaak uit meerdere condities waardoor de taken lang duren onder minder comfortabele
omstandigheden. Ook zijn de psychometrische eigenschappen vaak onvoldoende onderzocht.
Toch wordt er steeds vaker gezocht naar een goede implementatie van experimenten, bijv.
door gebruik te maken van spelelementen, beloningen en digitaal afnemen van testen.
Een nadeel van een testsituatie waarbij wordt geprobeerd een cognitieve functie in isolatie te
meten, is dat er een kloof kan ontstaan met gedrag dat in het dagelijks leven van mensen
gevraagd wordt. Dit kan betekenen dat tijdens een testonderzoek er geen evidente stoornissen
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisanvdkamp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.