100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Complete samenvatting Ontwikkelingsstoornissen (560110-B-6), incl. oefenvragen. Zelf een 9,5 gehaald €7,99   In winkelwagen

Samenvatting

Complete samenvatting Ontwikkelingsstoornissen (560110-B-6), incl. oefenvragen. Zelf een 9,5 gehaald

4 beoordelingen
 792 keer bekeken  105 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Dit is een complete samenvatting van de cursus Ontwikkelingsstoornissen, onderdeel van de major/minor Ontwikkelingspsychologie en Levenslooppsychologie van Tilburg University (). Het is een combinatie van hoorcollege aantekeningen, literatuur en oefenvragen voor het tentamen. Zelf heb ik met deze s...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 86  pagina's

  • Nee
  • Alles wat relevant is voor de colleges
  • 6 maart 2023
  • 86
  • 2021/2022
  • Samenvatting

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: milanberghout2002 • 7 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: isisbloemsma • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sofielemmers • 1 jaar geleden

Komt echt helemaal overeen met de colleges. Super fijne samenvatting. Ik raad hem echt aan.

reply-writer-avatar

Door: Psychologie2023 • 1 jaar geleden

Dank, erg fijn om te horen. Succes met het tentamen! :)

review-writer-avatar

Door: lottekamps • 1 jaar geleden

avatar-seller
Samenvatting Ontwikkelingsstoornissen (blok 4, 2022)

Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 – Inleiding (H 1, 2, 3, 5)………………………………………………………………………………..p. 2

Hoorcollege 2 – Angststoornissen (H 6).………………………………………………………….………………….p. 12

Hoorcollege 3 – ODD en CD (H 8)…………………………………………………………………….…………….……p. 19

Hoorcollege 4 – Dyslexie (gastlezing, H 10)…………………………………………………………….………..…p. 25

Hoorcollege 5 - Verstandelijke beperkingen (H 11)……………………………………………….…….……..p. 31

Hoorcollege 6 – Eetstoornissen (gastlezing, H 13)…………….……………………………….…..……………p. 38

Hoorcollege 7 – Neurodegeneratieve aandoeningen (gastlezing, Artikel: Hugo, J. & Ganguli M. (2014).
Dementia and Cognitive Impairment: Epidemiology, Diagnosis, and Treatment. Clinics in Geriatric
Medicine, 30 (3), 421-442. doi:10.1016/j.cger.2014.04.001).……………………………………..….…..p. 47

Hoorcollege 8 – Stemmingsstoornissen (H 7).……………………………………………………………………..p. 56

Hoorcollege 9 – ADHD en ASS (H9, 12)…………………………………………………………………………..…..p. 67

Hoorcollege 10 – Beoordeling, behandeling en risico’s in de familie (H 3)…………………….…....p. 78

Oefenvragen………………………………………………………………………………………………………………………p. 85




1

,Hoorcollege 1 – Introductie
50% ervaart op een bepaalt moment in het leven symptomen van een psychische stoornis.
Het gaat niet om diagnoses, maar puur het ervaren van klachten. Hierbij is sprake van een
continuüm; iedereen ervaart in meer of mindere mate symptomen van een stoornis.

Criteria om te bepalen of gedrag (ab)normaal is:
1. Leeftijd: past het gedrag bij de leeftijd van het kind?
2. Cultuur / sociale context: wat of hoe streng zijn sociale normen in de cultuur?
3. Tijdsgeest: wat vroeger als stoornis werd gezien, kan nu normaal gedrag zijn.

Ontwikkelingsstoornis / psychopathologie is gedrag dat ooit wel, maar nu niet meer, past
bij het ontwikkelingsniveau van het kind.

Prevalentie ontwikkelingsstoornissen
15-20% waarvan 10% mild en 10% ernstig;
Prevalentie is afhankelijk van definitie, criteria stoornis, meetinstrumenten, wie het
beoordeelt en populatiekenmerken (leeftijd, gender). Seculiere trends spelen ook een rol,
zoals betere medische zorg waardoor overlevingskans van premature kinderen toeneemt; zij
lopen echter wel een verhoogd risico op psychopathologie.

‘Ab’-‘normal’ = afwijkend van de norm. Het interfereert met adaptatie en hindert iemand
ervan om ontwikkelingstaken te bereiken.

Beoordelingen over gedrag zijn gebaseerd op ontwikkelingsnormen; wanneer wijkt een
kind af van de norm en dus wat zijn gedragsmatige indicatoren van stoornissen?
 Ontwikkelingsvertraging
 Regressie of achteruitgang (gedrag was voorheen wel normaal)
 Extreem hoge of lage frequentie
 Extreem hoge of lage intensiteit
 Aanhoudend (persistent) gedrag (leeftijdscriterium)
 Gedrag niet in overeenstemming met de situatie (bijv. OCD om angst te controleren)
 Plotse veranderingen in gedrag (plotseling bedplassen)
 Verschillende problematische gedragingen bij elkaar
 Kwalitatief verschil met normaal (wanneer levenskwaliteit vermindert)

Normen die van belang zijn:
 Cultuur en etniciteit: bepalend voor andere uiting van psychopathologie
 Geslacht: vaker ontwikkelingsstoornissen bij jongens.
o Vooral externaliserend bij jongens en internaliserend bij meisjes. Daarom lijkt het
alsof meisjes minder kampen met ontwikkelingsstoornissen (het is minder zichtbaar
voor de buitenwereld)
o Jongens: autisme spectrum stoornis, oppositioneel opstandige stoornis,
drugsmisbruik, intellectuele stoornissen, ADHD, gedragsstoornis
o Meisjes: angst, depressie en eetstoornissen
o Gendernormen beïnvloeden ontwikkeling (emoties, gedragingen, kansen, keuzes)
 Leeftijd: gelinkt aan ontwikkelingsniveau waardoor sommige stoornissen meer
voorkomen dan anderen op een bepaalde leeftijd.
 Sociale factoren: opvoedstijl, sociale druk, scheiding
 Veranderingen in levensstijl: alcohol is in adolescentie relatief normaal, door sociale
media meer op uiterlijk focussen (niet per se problematisch)
 Perspectief van volwassene: overbezorgde ouder die sneller aan alarmbellen trekt
Ontwikkelingspsychopathologie is de studie naar alle ontwikkelingsprocessen die
bijdragen aan of beschermen tegen psychopathologie.


2

,Waarom is ontwikkelingspsychopathologie interessant?
1. Etiologie en pathofysiologie (oorzaak en mechanismen) zijn grotendeels onbekend
2. Therapeutische interventies zijn slechts gedeeltelijk effectief, symptomatisch en brengen
vaak geen volledige genezing. Een groot aantal behandelingen zijn duur, intrusief en
worden niet wetenschappelijk ondersteund.

Algemeen ontwikkelingsperspectief – Theoretisch kader om ontwikkelingsstoornissen
te begrijpen. Vijf contexten die je bij ieder individu moet meenemen en die terugkomen in de
vijf modellen van psychopathologie: Biologie, Individu, Familie, Sociaal, Cultuur.

Ontwikkeling is verandering over de levensloop dat het resultaat is van doorlopende
transacties van een individu met biologische, psychologische en socioculturele variabelen
die zelf aan verandering onderhevig zijn.

Ecologische en transactionele modellen.
Het doel is het individu begrijpen in interactie met de omgeving.
Ecologisch model (Bronfenbrenner)
 Micro: biologische kern, individu (temperament)
 Meso: het kind in de directe omgeving (gezin, opvoeding, hechting)
 Exo: omgeving waarin het kind functioneert (school, buurt, peers)
 Macro: algemene maatschappij (cultuur, sociale normen)

Transactioneel model (Sameroff)
Ontwikkeling is het resultaat van voortdurende reciprocale interacties tussen
het individu en de omgeving (nature – nurture).
 Chronosysteem: levenstransities tijdens ontwikkeling van het kind
(ervaringen, trauma’s). Het individu is een active agent waarbij
ervaringen uit het verleden bepalend zijn voor het huidige functioneren.

Ecologische theorieën.
Risicofactoren in verschillende contexten of niveaus:
 Proximaal: directe invloed. Dichtbij de kern, vroeg in het leven invloed.
Bijv. opvoeding door ouders of wat er op school gebeurt.
 Distaal: indirecte invloed. Verder van de kern af, later in het leven invloed.
Bijv. ouder die werkloos is.
Distale factoren interacteren met proximale factoren (transactionaliteit). Werkloosheid
(distaal) zorgt voor verandering in responsiviteit naar het kind (proximaal). De levensloop
speelt bij ieder individu een rol.
Pathologie kent dus een multidisciplinaire benadering waarbij je meerdere factoren moet
overwegen om een individu te begrijpen.

Vijf modellen om ontwikkelingspsychopathologie te verklaren.
Medisch Organisch disfunctioneren = oorzaak van psychopathologie.
model Individueel gebonden: je hebt een predispositie of niet voor een stoornis.
Er is geen invloed van omgeving of context.
Psychopathologisch gedrag classificeren staat gelijk aan diagnosticeren.
ICD10 en DSM zijn medische systemen en hebben weinig aandacht voor de
omgeving.




3

, Gedrags- Het is een empirisch of experimenteel paradigma.
georiënteerd Gedrag is niet organisch of aangeboren; je kan het aanleren en afleren.
model Dit betekent dat gedrag het resultaat is van leerprincipes.
Er is een overmaat of tekort in frequentie en intensiteit van gedrag wanneer er een
stoornis is (in vergelijking met culturele- en ontwikkelingsnormen).
Gedrag staat los van culturele- of ontwikkelingsnormen.
Ook wel sociaal leren of cognitieve-gedragsperspectieven genoemd.
Leerprincipes van gedrag:
1. Klassieke conditionering
Pavlov praatte over een (on)geconditioneerde stimulus en respons.
De ongeconditioneerde stimulus (OS) veroorzaakt een ongeconditioneerde respons
(OR). De toegevoegde stimulus is de neutrale stimulus en wordt de
geconditioneerde stimulus (CS). Uiteindelijk geldt: CS + OS leidt tot CR.
Watson heeft het concept klassieke conditionering verder uitgewerkt bij mensen
waar Pavlov alleen een hond conditioneerde. Watson zei “De mens is maakbaar”.
Hij is bekend van het Albert experiment: witte rat + harde klap = bang voor rat
(angst induceren). Watson heeft het behaviorisme opgericht in 1913.
2. Operante conditionering
Gedrag sturen door bekrachtiging en straffen (Skinner).
Bekrachtiging vergroot frequentie van gedrag;
Straf verlaagt frequentie van gedrag.
 Positief bekrachtigen: aangename factor toevoegen (snoepje);
 Negatief bekrachtigen: onaangename factor wegnemen (druk riem);
 Positief straffen: onaangename factor toevoegen (slaan);
 Negatief straffen: aangename factor wegnemen (mobiel);
Extinctie: wanneer je stopt met bekrachtigen dooft het gedrag uit.
Generalisatie: als een stimulus die gelijkenis vertoont met de geconditioneerde
stimulus dezelfde respons oproept (andere bel)
Discriminatie: leren onderscheid te maken tussen stimuli, dus leren reageren op
een specifieke stimulus en de andere stimulus die daar op lijkt wordt genegeerd
(verschillende soorten belsignalen).
Shaping: complex gedrag opdelen in stukjes. Na ieder stukje vindt bekrachtiging
plaats en dit wordt steeds verder uitgebouwd.
Avoidance learning: vermijden van wat pijnlijk is of ziek maakt (schok); dit zie je bij
angststoornissen waarbij vermijding werkt als negatieve bekrachtiger.
3. Imitatie
Observationeel leren volgens biologische visie omdat het ook bij dieren plaatsvindt.
Het gaat bijvoorbeeld om het imiteren van een gezichtsuitdrukking. Het is een
bottom-up effect omdat er geen cognitieve processen bij betrokken zijn (puur
instinct). Dit zie je al bij pasgeboren baby’s.
4. Sociaal leren / modelling (Bandura)
Cognitieve processen bovenop imitatie. Bandura was de eerste die sprak over de
interactie tussen de biologische kern en de omgeving: cognitieve vaardigheden van
een personen kunnen omgevingsbepaald leereffect (imitatie) versterken of
verzwakken. Hierin verschilt Bandura van Watson en Skinner.
Gedrag wordt overgenomen bij beloning, niet bij straf.
Cognitieve kijk (schema’s) kunnen verkeerd ontwikkelen waardoor je neutrale
stimuli als dreigend beschouwt.

Cognitief Theorie van cognitieve ontwikkeling (Piaget).
model Vier vaste fases waar een kind doorheen moet. Normale ontwikkeling bestaat niet
volgens Piaget, maar als je een fase niet doorloopt, is er sprake van een stoornis.
Leeftijd als indicator wanneer ontwikkeling plaatsvindt.
Sensomotorische fase (0-2 jaar). Grove motoriek, functioneren op
lichaamsniveau, tasten, proeven, sensaties, basisprocessen geheugen,
objectpermanentie
Pre-operationele fase (2-7 jaar). Ontwikkelen taal, spreken, verfijnde motoriek,
manipuleren, ontwikkeling van het ‘ik’ (zichzelf in spiegel herkennen), fantaseren.
Vanaf 5e jaar notie van conservatie.



4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Psychologie2023. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99  105x  verkocht
  • (4)
  Kopen