De meeste teksten uit de cursus worden samengevat in dit document: DCD, ASS, ADHD, sociale relaties en pesten, licht verstandelijke beperking, taalontwikkelingsstoornissen, M-decreet en zorgcontinuüm, dyslexie, rekenproblemen en dyscalculie... .
SPP Samenvatting Sociale relaties tussen leerlingen en pesten
Relaties met andere kinderen invloed op welzijn en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Andere kinderen = bron van plezier, geborgenheid, oefenterrein sociale vaardigheden. Echter kunnen
ze ook bron zijn van angst, verdriet en eenzaamheid wanneer zij collectief een kind afwijzen of
pesten.
Ook kunnen ze disfunctioneel gedrag modelleren (voordoen) en bekrachtigen.
Buiten de schoolklas: vooral opzoeken van relaties met gelijkgestemden (bv. op pleintjes, hobby’s, via
ouders) en kunnen moeizame relaties worden vermeden. Dat gaat niet op school.
In de schoolklas: verschillende kinderen moeten dagelijks samenleven zonder elkaar uitgekozen te
hebben. Kan leiden tot conflict, spanning. Ook kans om te leren van elkaars verschillende kwaliteiten
en vaardigheden.
Leerkrachten en onderwijsbegeleiders hebben potentieel veel invloed op de relaties tussen kinderen
op school. Zorgvuldige diagnostiek van deze relaties tussen kinderen is hun verantwoordelijkheid.
1. Theoretische en empirische achtergrond
Eén kenmerk van een kind in een sociale relatie wordt soms te snel veralgemeend tot diens volledige
identiteit bv. meedoen met pesten dat is een pester.
1.1.Sociaal functioneren
Concepten die sociale relaties beschrijven:
A SOCIOMETRISCHE STATUS
Sociometrie beschrijft de relaties tussen kinderen in een groep (meestal een schoolklas) o.b.v.
beoordeling die alle kinderen in die groep over elkaar geven.
Sociometrische status: de combinatie van beoordelingen over een kind door groepsgenoten.
Populair: wie door veel groepsgenoten aardig en door weinig kinderen onaardig gevonden wordt.
Afgewezen: wie door veel kinderen onaardig en door weinig kinderen aardig gevonden wordt
(omgekeerde van populair).
Controversieel: wie door veel kinderen aardig én door veel kinderen onaardig gevonden wordt.
Genegeerd: wie door weinig kinderen genoemd wordt als aardig of onaardig.
Vermeende populariteit: de mate waarin klasgenoten denken dat een kind door de klas populair
gevonden wordt. Dit verschilt opvallend van de daadwerkelijke populariteit van kinderen.
Er zijn kinderen waarvan de meeste kinderen denken dat ze bij klasgenoten populair zijn, maar die in
feite door vrijwel geen enkele klasgenoot aardig gevonden worden.
Genuanceerde beschrijvingen van relaties tussen klasgenoten worden gegeven met sociale
netwerkanalyses: dezelfde informatie wordt gebruikt over de mate waarin kinderen elkaar aardig en
onaardig vinden, maar deze wordt vollediger benut door na te gaan welke kinderen welke kinderen
noemen. Belangrijke relaties vaststellen:
-Vriendschappen: kinderen vinden elkaar wederzijds aardig
-Assymetrische relaties: een kind vindt een ander kind aardig, maar de ander dit omgekeerd niet
vindt (of het kind zelfs onaardig vindt)
-Groepen van kinderen: alle kinderen vinden elkaar aardig
-De lossere cliques: ieder kind vindt slechts een deel van de groep aardig
De aard van sociale netwerken verschilt sterk tussen groepen of klassen: klassen waarbij duidelijk
gescheiden groepen of cliques zijn die elkaar onaardig vinden VS klassen waarin cliques meer
gemengd zijn VS klassen waarin vooral kleine groepjes bestaan enzovoort.
, *Meeste kinderen ontwikkelen meerdere vriendschappen, maken deel uit van een groep en horen bij
één of meer cliques. In deze sociale relaties leren ze sociale vaardigheden en vinden ze sociale steun.
*Kinderen uit marginale sociale posities profiteren minder van deze zones van naaste ontwikkeling
sociale ontwikkeling die hun afstand tot de gemiddelde groep vergroot.
*Agressieve kinderen worden vaak afgewezen door niet-agressieve klasgenoten, terwijl zij zich vaak
aangetrokken voelen tot andere agressieve klasgenoten agressie neemt toe.
Idem bij verlegen en angstige kinderen.
RISICOFACTOR: sociale afwijzingvoor de ontwikkeling en instandhouding van gedragsproblematiek.
Echter, ook kinderen met dominante positie in sociale netwerken kunnen probleemgedrag vertonen,
zoals relationele agressie of pesten. Zij zijn vaak vermeend populair en hun agressieve gedrag wordt
bekrachtigd door (schijnbare) medestanders. Hun eigen sociale competentiebeleving is relatief. Deel
van deze kinderen wordt hierdoor steeds “succesvoller” in het krijgen van aandacht en waardering
door relationele agressie en pesten.
B PESTEN
Pesten: een herhaalde vorm van agressie waarbij een of meer machtige kinderen opzettelijk andere
minder machtige kinderen kwetsen.
Pesten en slachtofferschap zijn geen individuele kenmerken van pester en slachtoffer!
Pesten is een groepsfenomeen, waarbij de pester alleen pest als een deel van de klas hiervoor
gelegenheid en bekrachtiging biedt, en het slachtoffer bestaat alleen bij gebrek aan sociale steun in
de klas.
Pestrollen: sociale relaties die bij pesten een rol spelen: dader, mededader, supporter, slachtoffer,
verdediger, buitenstaander.
*Daders: nemen het initiatief tot pesten.
*Mededaders: doen hier aan mee.
*Supporters: bekrachtigen het pestgedrag bv. lachen of aanmoedigen.
*Verdedigers: nemen het op voor slachtoffers.
*Buitenstaanders: houden zich actief afzijdig van het pesten.
Belangrijk dubbelrol dader/slachtoffer: slachtoffer tracht de dader terug te pesten, of pest op zijn
beurt weer andere kinderen. Mag niet over hoofd gezien worden voor begeleiding. Een kind dat naar
zijn eigen idee “terugpest” zal zich dubbel benadeeld voelen als hij alleen op het pesten wordt
aangesproken, zonder erkenning voor het slachtofferschap.
Je wordt niet sterker door te lijden/gepest te worden! Pesten is geen onvermijdelijk fenomeen.
Gepest worden kan ernstige LTgevolgen hebben voor kinderen, waaronder (sociale) angst,
depressieve gevoelens, verminderde schoolprestaties en problemen bij het aangaan van
betekenisvolle relaties later in het leven. Deze risico’s vergroten als lkr.’en met een klas mee pesten
of pesten oogluikend toestaan. Dit komt wel veel voor.
C SOCIALE COMPETENTIE
Individuele kenmerken van het sociale gedrag van kinderen beschrijven.
Sociale competentie of sociale vaardigheid: mate waarin iemand in staat is die sociale relaties aan te
gaan en te onderhouden die hij wil, op een manier die door zijn relaties wordt gewaardeerd.
≠populariteit: een kind kan immers sociaal heel competent zijn zonder populair te zijn of omgekeerd:
heel populair zijn, maar geen intieme vriendschap hebben.
Moralistische houding: zien welk gedrag “competent” is, strookt mogelijks niet helemaal met
referentiekader kind. Bv. teruggetrokken kinderen lange tijd als sociaal incompetent gezien, maar ze
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentTMk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.