Les 9 Gelijkheid
We bekijken het vooral vanuit filosofisch ethisch standpunt. (Voornamelijk dan filosofisch, minder
ethisch). Hij zal focussen op conceptuele vragen zoals gelijkheid, bias, …
Dia 2 : Gelijkheid
Sinds Wereldoorlog 2 zijn er een aantal overtuiging veranderd. Mensen denken wereldwijd anders
over abortus, dierenwelzijn, euthanasie, klimaat nu in vergelijking met 100 jaar geleden.
Men denkt na over wat moreel wenselijk is, en wat moreel onwenselijk is.
Maar natuurlijk zijn er nog steeds duidelijke verschillen Tussen bijvoorbeeld liberale, progressieve en
conservatieve burgers.
De houding ten opzichte van een uitspraak ligt eigenlijk op een continuüm. Mensen zitten niet altijd
in kamp A of kamp B. + Voor bepaalde thema’s ben je meer links terwijl je voor andere thema’s meer
rechts bent. Andere zitten meer in het midden.
De thematiek van polarisering wil zeggen dat de samenleving in 2 kampen zou vallen. Dat is natuurlijk
maar een kariktatuur. Maar het is wel zo dat er in onze samenleving nu meer in 2 kampen wordt
gedacht in vergelijking met 50 jaar geleden. Zeker in Amerika is dat zeer uitgesproken (democraat en
republikein). Bij ons is dit in mindere mate aanwezig.
De vraag die wij gaan behandelen; Geldt dit ook voor gelijkheid ? het principe van polarisering
Is er dus onderscheid mogelijk tussen mensen, groepen mensen in verband met het begrip gelijkheid.
Dia 3: Gelijkheid
Zijn antwoord is ja en nee als het gaat over gelijkheid.
Ja We denken na over gelijkheid tussen mensen onderling. Bijvoorbeeld over de verhouding man
vs vrouw, mens vs dier, wit vs zwart
=> Onze opvattingen over onderscheid, gelijkheid is veranderd
Nee Er is ook meer éénsgezindheid tussen mensen over die thema’s.
Meer mensen kunnen zich nu meer achter de beweging scharen dat iedereen gelijk is. De
gelijkheidsrede wordt meer en meer gevolgd in vergelijking met 100, 500 jaar geleden
Natuurlijk worden er nog steeds sexistische en racistische opmerkingen gemaakt, maar je komt er nu
minder snel mee weg in vergelijking met 100 jaar geleden.
Dia 4: Gelijkheid
Wat bedoelen we daarmee: Iedereen is gelijk?
Je moet ervan bewust zijn dat er achter die uitspraak, verschillende opvattingen zitten.
Elk individu kan er iets anders onder verstaan. Dit is natuurlijk wel relevant.
Want dit is een mogelijks gevaar voor spraakverwarring.
Het is evident dat iedereen hetzelfde verstaat onder iedereen is gelijk, maar het is niet
vanzelfsprekend.
1ste reden om dus in te gaan op de conceptuele vraag gevaar van spraakverwarring, gevaar dat
mensen naast elkaar gaan praten.
, 2e reden is iets minder relevant het gevaar van misleiding. Bv; in politieke context
Politicus kan in zijn verkiezingsrede bijvoorbeeld zeggen dat hij streeft naar gelijkheid. Op basis van
die term, uitspraak kan je overtuigd zijn om op hem te stemmen, maar misschien misleidt hij je
omdat de politicus een volledig andere opvatting heeft van gelijkheid.
Ook een CIO of een docent kan je zo misleiden
Dia 5
Er zijn 2 lezingen te onderscheiden
- Descripitieve lezing
o = beschrijvende interpretatie
o Beschrijft wat het geval is.
o bv; de zon schijnt is gewoon een beschrijving van het moment
- Prescriptieve lezing
o = voorschrijvend, evaluatief, normatief
o De zin iedereen is gelijk verwijst naar een ideaal, norm, voorschrift, regel waarvan je
vindt dat die er zou moeten zijn
Hoe iets is vs Hoe iets moet zijn
Dia 6: Descriptieve lezing
De zin ‘iedereen is gelijk’ wil descriptief zeggen dat we in de verzameling mensen wij de facto
allemaal gelijk zijn. Dat we dus cognitief, fysiek, interesses, voorkeuren allemaal gelijk zijn.
Maar dat is de facto dus onjuist.
Niet iedereen is gelijk beschrijvend want iedereen heeft andere interesses, huidskleur, karakter
De facto in beschrijvende zin is er enkel ongelijkheid
Dia 8, 9: Prescriptieve lezing
De rest van de les focust zich op prescriptieve lezing
Prescriptief beschrijft hoe het zou moeten zijn. Het zou beter zijn dat iedereen gelijk is.
Het verwijst naar norm, ideaal, principe, waar je naar zou moeten streven.
het is niet beschrijvend, maar voorschrijvend
Iedereen zou gelijk moeten zijn, iedereen zou moeten gelijk worden behandeld.
Er kunnen 3 onderscheidingen zijn op prescriptieve betekenis moreel- ethisch, juridsich en sociaal
Als je zegt iedereen moet gelijk zijn, kan je dit in 3 niveaus begrijpen.
Dus als hij vraagt op examen: Geef een argument tegen het idee dat iedereen gelijk moet zijn in
prescriptieve zin is dat eigenlijk geen goede vraag, hij moet specifieren naar bv; juridisch niveau
Ook als wij op ex verwijzen naar normatieve interpretatie moet we specifieren naar moreel, juridisch
en sociaal
Morele gelijkheid
Dia 11
Iedereen is gelijk wil zeggen dat alle leden van de verzameling mens dezelfde morele status hebben.
Ze hebben precies dezelfde morele waarde. (Hun normal standing is gelijk)