Samenvatting van het boek 'verzekeringsrecht studenteneditie' zoals voorgeschreven voor het vak verzekeringsrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Alle verplicht voorgeschreven hoofdstukken zijn samengevat (hoofdstukken: 1, 2, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 17, 18, 19 en 20).
Alle verplicht voorgeschreven hoofdstukken voor het vak verzekeringsrecht aan de uva. hoofdstukken
12 maart 2023
58
2022/2023
Samenvatting
Onderwerpen
verzekeringsrecht
verzekeringen
master
privaatrecht
master verzekeringsrecht
uva
universiteit van amsterdam
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
Verzekeringsrecht uitgebreide samenvatting
Alles voor dit studieboek (2)
Geschreven voor
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Rechtsgeleerdheid
Verzekeringsrecht (3754VEQ6KY)
Alle documenten voor dit vak (3)
Verkoper
Volgen
VWSJD
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting verzekeringsrecht
Hoofdstuk 1 – Inleiding. De overeenkomst van verzekering
Historie
De verzekeringsovereenkomst wordt geregeld in titel 7.17 (‘Verzekering’) van het Burgerlijk
Wetboek. De titel is in werking getreden op 1 januari 2006. Al in 1972 werd het eerst ontwerp voor
het wetsvoorstel gemaakt. Inmiddels is de regeling al op verschillende punten gewijzigd.
Over het algemeen wordt aangenomen dat de transportverzekering de oudste vorm van verzekering
is. Vroeger hadden verzekeringen nog geen of nauwelijks een sociale functie. Verzekeraars waren
handelaars die vrij wilden zijn in het bepalen van de risico’s die zij wensten te verzekeren.
Assuradeuren waren in die tijd vermogende particulieren die een gedeelte van een risico overnamen
bij wijze van belegging. Pas in de achttiende eeuw werden verzekeringsmaatschappijen opgericht.
Eerst was het verzekeringsrecht geregeld in het Wetboek van Koophandel (WvK), de regeling trad in
1838 in werking. De tijden zijn veranderd; de verzekeringsovereenkomst heeft een belangrijke
sociale functie gekregen. De verzekering biedt zekerheid aan het individu door risico’s die hij in het
maatschappelijk verkeer loopt en die hij zelf niet kan dragen, af te wentelen op een collectiviteit.
Plaats van de wettelijke regeling
Zoals gezegd is de verzekeringsovereenkomst tegenwoordig geregeld in titel 7.17 BW. Krachtens de
titel vormt de verzekeringsovereenkomst een bijzondere overeenkomst (net zoals bijv. koop, huur
en borgtocht). Omdat Boek 7 voortborduurt op de boeken 3, 5 en 6 van het BW zijn de algemene
bepalingen uit deze boeken ook van belang voor de verzekeringsovereenkomst. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan de totstandkoming van de overeenkomst, de geldigheid van de overeenkomst en
de uitvoering van de overeenkomst. Deze algemene regelingen zijn ook op de
verzekeringsovereenkomst van toepassing voor zover daarvan in titel 7.17 niet wordt afgeweken.
Verzekering is een kansovereenkomst. Zij is wel een bijzondere kansovereenkomst: het
vertrouwensbeginsel speelt bij de verzekeringsovereenkomst een grote rol. De overeenkomst wordt
daarom ook aangeduid als een overeenkomst uberrimae fidae.
Indeling
Titel 7.17 is overzichtelijk ingedeeld. Afdeling 1 betreft de algemene bepalingen, afdeling 2 bevat de
bepalingen over de schadeverzekering en afdeling 3 de bepalingen over de sommenverzekering.
Ø Titel 7.17 is niet van toepassing op de overeenkomst van herverzekering (art. 7:927 BW).
Niet alle civielrechtelijke bepalingen die betrekking hebben op de verzekeringsovereenkomst zijn
opgenomen in titel 7.17 BW. Ook artikelen in de Wet op het financieel toezicht (Wft) hebben
privaatrechtelijke werking. Ook zijn bepalingen die van belang zijn terug te vinden in het Wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en de Faillissementswet (Fw).
Verder wordt soms in andere regelgeving een bepaling uit titel 7.17 BW buiten toepassing gesteld
(bijv. art. 15 lid 1 van de Zorgverzekeringswet).
Ø Aan het eind van iedere afdeling van titel 7.17 BW is geregeld welke bepalingen uit de
afdeling van (semi)dwingend recht zijn.
De wetgever is niet duidelijk over de vraag of van de dwingendrechtelijke consumentbeschermende
bepalingen reflexwerking kan uitgaan ten aanzien van de kleine ondernemer. Het lijkt erop dat de
wetgever niet zonder meer reflexwerking aan de consumentbeschermende bepalingen in titel 7.17
BW heeft willen toekennen, maar de wetgever heeft het in ieder geval ook niet verboden.
,De elementen van de verzekeringsovereenkomst
In art. 7:925 BW is de definitie van de verzekeringsovereenkomst opgenomen. Uit deze omschrijving
blijken vier essentiële kenmerken van de verzekeringsovereenkomst:
1) Er moet sprake zijn van een overeenkomst;
2) Daarbij dient premie betaald te worden;
3) De overeenkomst verbindt tot het doen van uitkeringen;
4) Maar of, wanneer en hoeveel uitgekeerd moet worden is onzeker.
Daarnaast geldt nog een extra vereist, afhankelijk van de vraag of de verzekering een
schadeverzekering of een sommenverzekering is:
a) Schadeverzekering: de verzekering strekt tot vergoeding van vermogensschade; of
b) Sommenverzekering: het is onverschillig of en in hoeverre schade wordt vergoed en het
betreft een persoonsverzekering
Wanneer een overeenkomst aan de eerste vier eisen voldoet, maar niet strekt tot vergoeding van
vermogensschade en geen persoonsverzekering is, dan is het toch geen verzekeringsovereenkomst.
Ø Bovenstaande drukt direct het verschil uit tussen een schade- en sommenverzekering: bij
een schadeverzekering wordt vermogensschade vergoed. Bij een sommenverzekering is dat
niet het geval; de verzekering verplicht tot het doen van een uitkering, ook als er geen
schade is geleden.
Vereiste 1: een overeenkomst
Er moet sprake zijn van een overeenkomst. In de toezichtrechtspraak wordt een overeenkomst
geacht aanwezig te zijn telkens wanneer partijen vrijwillig een rechtsband tot stand hebben gebracht
of een rechtsband zijn overeengekomen. Voor een schadeverzekeringsovereenkomst is daarbij
relevant of de ene partij krachtens die rechtsband een in rechte afdwingbare geldelijke uitkering zal
betalen tegenover de verplichting van de andere partij tot betaling van premie.
Vereiste 2: premiebetaling
Er dienst sprake te zijn van het ontvangen van premie door de verzekeraar. Premie kan zowel een
vast bedrag als een variabele omslag of naheffing zijn.
Vereiste 3: uitkering
Een verzekeringsovereenkomst moet gericht zijn op uitkering door de verzekeraar als een bepaald
risico zich heeft voltrokken. Wat het risico is, verschilt per verzekeringsovereenkomst. De prestatie
waartoe de verzekeraar gehouden is, kan bestaan in een of meer uitkeringen in geld en/of in een
prestatie in natura.
Vereiste 4: onzekerheid
Het criterium dat sprake moet zijn van onzekerheid is kenmerkend voor een
verzekeringsovereenkomst. Onzeker is of, wanneer en in hoeverre de verzekeraar gehouden zal zijn
tot het doen van uitkeringen, dan wel wat de duur is van de door de verzekeringnemer verschuldigde
periodieke premiebetaling.
Heeft het risico zich reeds verwezenlijkt of is zeker dat dit zich zal verwezenlijken dan is geen sprake
van de in art. 7:925 BW vereiste onzekerheid en dus niet van een verzekeringsovereenkomst. Van
onzekerheid moet sprake zijn ten tijde van het aangaan van een (nieuwe)
verzekeringsovereenkomst. In de literatuur wordt wel betoogd dat de onzekerheidseis ook moet
gelden gedurende de verzekeringsovereenkomst. De verzekerde mag de verwezenlijking van het
risico niet met opzet ‘afdwingen’ (vgl. art. 7:952 BW). De onzekerheid die aanwezig moet zijn bij het
aangaan van de verzekeringsovereenkomst, dus die van art. 7:925 lid 1 BW, moet bestaan bij de
betreffende partijen. Dit wordt aangeduid met de term ‘subjectieve onzekerheid’.
Aanvullend vereiste bij een schadeverzekering
De schadeverzekering kent naast de eerdergenoemde vier elementen een vijfde: de verzekering
strekt tot vergoeding van vermogensschade die de verzekerde zou kunnen leiden (art. 7:944 BW).
Niet altijd is duidelijk of sprake is van vergoeding van vermogensschade, niet altijd staat dit element
van schadeloosstelling voorop. Dat kan tot gevolg hebben dat de overeenkomst niet als verzekering
,beschouwd wordt. Van het aanbieden van een verzekering kan ook sprake zijn wanneer een fabrikant
bovenop de wettelijke garantie en/of fabrieksgarantie een extra lange of ruimere garantie biedt.
Aanvullend vereiste bij een sommenverzekering
Bij de sommenverzekering is het irrelevant of en in hoeverre met de uitkering schade wordt vergoed.
Het indemniteitsbeginsel (het beginsel dat de verzekerde door het intreden van het risico niet in een
duidelijk voordeligere positie mag geraken) geldt dus niet bij sommenverzekering. Wel dient het om
een persoonsverzekering in de zin van art. 7:925 lid 2 BW gaan. Dat is een verzekering welke het
leven of de gezondheid van een mens betreft. Vaak is een levensverzekering een
sommenverzekering. Een levensverzekering is volgens de tekst van art. 7:975 BW een in verband
met het leven of de dood gesloten sommenverzekering.
De personen betrokken bij de verzekeringsovereenkomst
Betrokken bij de verzekeringsovereenkomst zijn vaak:
• De verzekeraar, dit is degene die het risico tegen betaling van premie overneemt;
• De verzekeringnemer, dit is de wederpartij van de verzekeraar bij de
verzekeringsovereenkomst. De verzekerde (zie hierna) hoeft niet hetzelfde te zijn als de
verzekeringnemer;
• De tot uitkering gerechtigde/verzekerde/begunstigde, de persoon die recht heeft op
uitkering onder een schade- of sommenverzekering wordt in art. 7:926 lid 2 BW de tot
uitkering gerechtigde genoemd.
o Bij een schadeverzekering heeft de tot uitkering gerechtigde een ‘verzekerde’).
o Bij de levensverzekering is de tot uitkering gerechtigde de ‘begunstigde’.
• De tussenpersoon, dit is vaak de hulppersoon van de verzekeringnemer: de
assurantietussenpersoon of assurantiemakelaar. Hulppersonen voor de verzekeraar zijn
gevolmachtigd agenten.
, Hoofdstuk 2 – Verzekeringsrecht en algemene voorwaarden
Uitleg van verzekeringsvoorwaarden
Woorden in overeenkomsten zijn vaak niet zo duidelijk als ze op het eerste gezicht lijken. In de
verzekeringspraktijk ziet men daarom regelmatig uitlegdisputen tussen contractspartijen. Onder
uitleg wordt verstaan: het vaststellen wat er in de overeenkomst precies is geregeld en daarmee ook
vaststellen hetgeen ongeregeld is gebleven.
De wet kent weinig regels over de uitleg van overeenkomsten. Het huidige BW kent alleen een
contra-proferentemregel voor het geval er sprake is van een onduidelijk beding in een
consumentenovereenkomst. In het boek wordt gewerkt met een tweefasen-uitlegmodel.
Het tweefasen-uitlegmodel ziet er schematisch als volgt uit:
Fase 1: Is de betrokken verzekeringsvoorwaarde duidelijk, onduidelijk of
onbegrijpelijk?
Fase 2:
A: Er is sprake van een onduidelijk beding en tegenover elkaar staan een
verzekeraar en een consument-verzekerde;
B: Er is sprake van een onduidelijk beding en tegenover elkaar staan een
verzekeraar en een niet-consument verzekerde;
C: Er is sprake van een onbegrijpelijke clausule en tegenover elkaar staan een
verzekeraar en een consument-verzekerde;
D: Er is sprake van een onbegrijpelijke clausule en tegenover elkaar staan een
verzekeraar en een verzekerde die geen consument is;
Het tweefasen-model zal hierna verder toegelicht worden.
Fase 1: is de betrokken verzekeringsvoorwaarde duidelijk, onduidelijk of onbegrijpelijk?
Wanneer een geschil rijst tussen een verzekeraar en een verzekerde over de inhoud van de
verzekeringsvoorwaarde moet eerst vastgesteld worden of de bewoordingen van het betreffende
beding duidelijk en begrijpelijk zijn.
Ø Duidelijk wil hier zeggen dat het beding niet voor meerdere manieren van uitleg vatbaar is.
Het beding moet een lezing opleveren. Als een beding twee of meer lezingen mogelijk maakt
is het beding onduidelijk.
Ø Een beding is onbegrijpelijk wanneer er geen enkele lezing uit af te leiden is omdat er geen
touw aan vast te knopen is.
Of de woorden duidelijk en begrijpelijk, onduidelijk of onbegrijpelijk zijn, wordt door uitleg
vastgesteld. Hoe wordt nu vastgesteld of een beding duidelijk, onduidelijk of onbegrijpelijk is?
Toepassing van de Haviltex-maatstaf is de hoofdregel. Allereerst kan worden gezocht naar de
subjectieve gemeenschappelijke bedoeling van de overeenkomst. Indien dat niet vast te stellen is
komt een meer objectieve uitleg in beeld, waarbij alle omstandigheden van het geval moeten worden
meegewogen. Een objectieve uitleg is met name aan de orde als het gaat om overeenkomst die naar
hun aard meer bedoeld zijn om belangen en rechtspositie van derden te beïnvloeden zonder dat deze
derden daar invloed op hebben gehad, en de onderliggende partijbedoeling voor die derden niet
kenbaar is. Bij de uitleg van overeenkomsten geldt dat, ook indien groot gewicht toekomt aan de
taalkundige betekenis van gekozen bewoordingen, de overige omstandigheden van het geval nog
steeds kunnen meebrengen dat een andere (dan de taalkundige) betekenis aan de bepalingen van
de overeenkomst moet worden gehecht.
Uit de Van-Hove-uitspraak van het HvJ EU volgt – in ieder geval voor consumentenverzekeringen –
dat het bij de beantwoording van de onderhavige vraag het er kortweg gezegd om gaat of de
consument de draagwijdte van het beding al dan niet heeft begrepen, ook al is het uit grammaticaal
oogpunt correct opgesteld (r.o. 43). De consument heeft de economische gevolgen die er voor hem
uit de overeenkomst voortvloeien, moeten kunnen inschatten. Van belang is dus of de consument
weet hoe de polis ‘werkt’. Men moet dus bedingen niet zelfstandig beoordelen maar in samenhang
met elkaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VWSJD. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.