Hoofdstuk 1 tot en met 5 helemaal uit het boek samengevat, daarna hoorcolleges + het boek
21 maart 2023
20
2022/2023
Samenvatting
Onderwerpen
staatsrecht
hbo rechten
jaar 1
praktisch staatsrecht
nhl stenden
samenvatting
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
Alle leerdoelen praktisch staatsrecht hele boek Visscher 2024, hogeschool utrecht
Samenvatting hele boek Praktisch Staatsrecht Visscher 2e editie, NIEUW 2024
SAMENVATTING staatsrecht
Alles voor dit studieboek (49)
Geschreven voor
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO Rechten
Staatsrecht
Alle documenten voor dit vak (12)
Verkoper
Volgen
cdevriess
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Staatsrecht samenvatting
Hoofdstuk 1)
Staat = een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied, waarover een organisatie het
hoogste gezag uitoefent. Er zijn 3 elementen:
1. Grondgebied. Het territorium. Het grondgebied van de staat
2. Gemeenschap. De gemeenschap wordt gevormd door mensen die daartoe behoren vanwege
hun afstamming of die op eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben gekregen.
3. Gezag. De staat heeft exclusieve zeggenschap op en over zijn gehele grondgebied. Het
hoogste gezag is gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht. Om te
voorkomen dat burgers eigen rechter gaan spelen mag alleen het hoogste gezag van de staat
geweld gebruiken.
2 betekenissen van de staat, het grondgebied en het gezag (de overheid). In beide gevallen is het een
zelfstandige en ondeelbare eenheid (soeverein)
Het publiekrecht wordt onderverdeelt in het staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.
Statuut = een staatsregeling waarin afspraken zijn vastgelegd over de onderlinge verhoudingen in het
koninkrijk en de samenwerking.
Hoofdstuk 3)
Vroeger waren provincies soevereine staten. Deze werden ook wel statenbond of confederatie
genoemd.
Statenbond = Nederland met de bes-eilanden. De samenwerking tussen de zelfstandige staten en
Nederland is vrijwillig. Dingen worden vastgelegd in een verdrag
Bondsstaat (federatie) = VS. De deelstaten hebben in een bondsstaat hun zelfstandigheid en
daarmee ook hun staatsmacht grotendeels afgestaan aan een centraal gezag, de federale regering.
Dingen worden vastgelegd in de grondwet.
Eenheidsstaat = republiek Frankrijk. De concentratie van de staatsmacht bij een centraal gezag, dat
de eenheid bewaakt van de staat die uit onzelfstandige delen bestaat.
Nederland is vanaf het moment dat het Koninkrijk der Nederlanden werd vastgelegd in de grondwet
een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De centrale overheid heeft een deel van haar regelgevende
en besturende taken overgedragen aan lagere overheden. Het staatsgezag ligt dat deels op centraal
en deels op decentraal niveau.
Provincies, gemeenten en waterschappen vormen het openbaar bestuur voor het decentrale
grondgebied of taakgebied waarvoor zij zijn ingesteld (art 123, 133 Gw) ook kan de wet openbare
lichamen voor beroep en bedrijf en andere openbare lichamen instellen om op decentraal niveau
overheidstaken uit te voeren (art 134 Gw)
Alle organen in de verschillende bestuurslagen voeren de overheidstaken uit op hun niveau en
kunnen daarnaast zelfstandig hun interne aangelegenheden regelen en besturen (art 124 Gw)
Het idee van de rechtsstaat was dat de overheid de vrije ontplooiing van burgers niet mocht
belemmeren. De staat werd de nachtwakerstaan (1930-1945). Hierna veranderde dit in de sociale
,verzorgingsstaat. De overheid moest ingrijpen in het sociaal-economische leven om voor elke burger
een menswaardig leven gegarandeerd was.
Momenteel is Nederland een democratische rechtsstaat. De burgers hebben invloed op de overheid
en de overheid is aan regels gebonden. Een democratische rechtsstaat draagt de volgende
kenmerken:
- De overheid mag slechts optreden op grond van algemene regels die democratisch tot stand
zijn gekomen (legaliteitsbeginsel)
- De macht van de overheid is verdeeld over verschillende organen of personen in de staat
- Een onafhankelijke rechter biedt burgers bescherming tegen overheidsoptreden dat
willekeurig is of op een andere manier in strijd met het recht.
- Burgers hebben fundamentele rechten die de overheid moet eerbieden.
Een van de kenmerken van een democratische rechtsstaat is de verdeling van overheidsmacht over
verschillende organen of personen in een staat. Volgens John Locke (1632-1704)kon misbruik van
macht het beste worden voorkomen door in een staat een wetgevende en de uitvoerende macht van
elkaar te scheiden. Montesquieu (1689-1755) voegde daar de rechterlijke macht nog aan toe.
Hierdoor ontstond de trias politica. De 3 functies van de overheid zijn:
1. Wetgeving, bestuur en rechtsspraak moeten uitgevoerd worden door drie afzonderlijke
organen die zich elk met 1 taak bezig houden.
2. Wetgeving moet in handen zijn van de volksvertegenwoordiging
3. Overheidsorganen moeten deze wetten uitvoeren en de rechter erop toezien dat de wet
goed wordt toegepast
Omdat de taken van de overheid ingewikkeld en veelomvattend zijn, is deze ideaalsituatie voor de
wetgevende en uitvoerende macht in Nederland niet uitvoerbaar gebleken en maar ten dele
toegepast:
- De wetgeving komt in Nederland op centraal niveau niet alleen tot stand door de
volksvertegenwoordiging, maar door de Staten Generaal en de regering gezamenlijk (art 81
GW)
- De uitvoerende macht (regering) kan ook alleen, dus zonder medewerking van de
volksvertegenwoordiging, regels vaststellen. Dit gebeurt dan in de vorm van een Koninklijk
besluit, dat door de koning wordt ondertekend (art 89 GW). Deze Algemene Maatregelen
van Bestuur kunnen sneller tot stand komen, omdat dit minder tijd kost.
- In sommige gevallen hebben ministers ook een regelgevende bevoegdheid
- Ook op decentraal niveau kunnen organen, die de wetten uitvoeren, zelf nadere regels
vaststellen in de vorm van verordeningen (art 143 provinciewet, art 147 gemeentewet)
Bij de rechterlijke macht is de status van afzonderlijke macht het meest zichtbaar, de rechtbank, het
gerechtshof en de Hoge Raad.
Nederland is een constitutionele monarchie, een koninkrijk dat is vastgelegd in een staatsregeling.
De koning is het staatshoofd van Nederland en ook het staatshoofd van het Koninkrijk der
Nederlanden. Hij is drager van de Kroon der Nederlanden. Ook vormt hij samen met de ministers en
de regering de Kroon. De Kroon is niet het hoofd va de regering. Het koningschap is erfelijk en wordt
vervuld door de wettige opvolgers van koning Willem I. het oudste kind wordt de opvolger (art 25
GW). Bij gebrek aan een opvolger kan de formele wetgever met 2/3 van de stemmen iemand tot
koning benoemen.
, Als de koning te jong is om zijn taak uit te voeren, of door ziekte, dan zal er een door de wetgever
aangegeven regent (art 37 Gw) of het speciale adviesorgaan de Raad van State tijdelijk het koninklijk
gezag uitoefenen.
Elke derde dinsdag van september wordt de troonrede uitgesproken door de koning. Art 42 Gw
bepaald dat de koning onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. De koning staat
boven de partijen.
Niet alle leden van de koninklijke familie zijn lid van het Koninklijk Huis. Alleen de koning en zijn
wettige opvolgers, kinderen en eigen broers en zussen en hun echtgenoten.
Hoofdstuk 4)
Vanwege het erfelijke koningschap kan Nederland worden getypeerd als een constitutionele
monarchie: een koninkrijk dat in een staatsregeling is verankerd. Het koninkrijk der Nederlanden is in
het statuut van 1814 vastgelegd. Sinds dien zijn er ook 4 grondslagen van de democratische
rechtsstaat:
1. Het legaliteitsbeginsel
2. Scheiding van overheidsmacht in het systeem van checks en balances (is het oorspronkelijke
idee van trias politica)
3. Onafhankelijke rechtsspraak
4. Eerbieding van de grondrechten
Sinds 1848 zijn de wetgevende en de uitvoerende macht op centraal niveau een gezamenlijke
respectievelijk gedeelde verantwoordelijkheid van de regering en Staten-Generaal het parlement.
Nederland is hierdoor een parlementaire constitutionele monarchie geworden.
Ontwikkeling van de parlementaire constitutionele democratie:
- Grondwetten 1814 en 1815. In de grondwet van 1814 werd bepaald dat de Staten-Generaal
het gehele Nederlandse volk vertegenwoordigen (art 50 GW). De Statenvergadering bestond
toen uit een afvaardiging van de zeven zelfstandige provinciën, die hier hun gezamenlijke
belangen bespraken op het gebied van defensie en buitenlandbeleid. De Staten-Generaal
werden in de grondwet van 1815 verdeeld in twee Kamers, maar een echte
volksvertegenwoordiging was dit nog niet. De eerste kamer bestond uit welgestelde burgers,
de tweede kamer uit afgevaardigden uit Noordelijke provincies. De samenstelling is
veranderd, maar het tweekamerstelsel is blijven bestaan. De koning en de Staten-Generaal
zijn samen de formele wetgever, zij voeren wetten uit.
- Grondwetsherziening 1840. In 1840 werd in de Grondwet vastgelegd dat een Koninklijk
besluit altijd door een minister mede-ondertekend moet worden (art 47 Gw). Dit wordt
contraseign genoemd. Koninklijke besluiten werden grondwettelijk verankerde besluiten van
de regering en de ministers werden verantwoordelijk voor dergelijke besluiten.
- Grondwetsherziening 1848. De volledige ministeriële verantwoordelijkheid werd in 1848 in
de Grondwet vastgelegd. (de Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. Art
42 lid 2 Gw) Er kwam direct kiesrecht voor leden van de 2 e kamer (art 54 Gw). De Staten-
Generaal kregen ook meer mogelijkheden om controle uit te oefenen op de regering.
Ministers en staatssecretarissen moeten aan de kamers mondeling of schriftelijk de door één
of meer leden verlangen inlichtingen geven (art 68 Gw). De leden van de Eerste en Tweede
kamer kunnen vragen stellen of hen ter antwoord herroepen. (recht van interpellatie). De
Tweede kamer kreeg de mogelijkheid om zelf een parlementair onderzoek te laten doen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cdevriess. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.