Anamnese en klinisch onderzoek
Klacht: pijn, functiestoornis of vormstoornis. Of combinatie.
Arthron: puur anatomisch gewricht (2 gewichtsvlakken, gewrichtskraakbeen, vocht, meniscus, discus,
gewrichtskapsel) + (ligamenten, pezen, spieren, fascia, peesscheden en slijmbeurzen. = Materie).
Sturing: deze materie heeft invloed van neurale structuren (willekeurig zenuwstelsel, autonoom,
centraal zenuwstelsel)
Vasculaire structuren: slagaders, aders, haarvaten en lymfevaten voor energie.
Alles meenemen in anamnese en klinische evaluatie
Schematisch onderzoek
- Anamnese en inspectie
- Bewegingsonderzoek (A/P)
- Palpatie
- Gewrichtstesten
- Spiertesten
- Neurologische testen
- Aanvullende onderzoeken.
Anamnese: soms niet alle tijd om alles te bevragen.
- Huidige klachten
o Lokalisatie
o Tijd: wanneer en sinds wanneer
o Karakter
o Invloed: waardoor ontstaat de klacht
o Associatie: welke symptomen vergezellen de klacht.
- Ziektegeschiedenis
o Waarmee: is de klacht tot hiertoe behandeld
o Waardoor: worden de klachten minder of nemen ze toe?
o Hoe zijn de levensfuncties (eten, drinken, stoelgang, wateren, slaap)
o Wanneer: heeft men gelijkaardige symptomen doorgemaakt
o Welke andere klachten heeft men nog?
- Sociale anamnese
o Beroep
o Sport of hobby
o Ongevallen
o Operatie
o thuissituatie
- Medische anamnese: bv rugpijn bij een prostaat patiënt
o Bekkenorganen: gynaecologisch, urologisch
o Buikorganen: darm, lever, maag
o Borstorganen: hart, longen
o Hoofd; ogen, oren, tanden
o psyche
- Familiale anamnese
o Chronische ziektebeelden, erfelijke of familiale ziekten.
,Wat is volgens de patiënt de oorzaak van het probleem?
Altijd navragen bij musculoskeletale problematiek
- Nachtelijke pijn? > teken van een inflammatoir probleem
- Pijntoename bij hoesten, niezen en persen? Wijst vaak op durale problemen
- Pijntoename bij langdurig aanhouden van dezelfde houding (lang staan, lang zitten, lang
liggen)? Beter in beweging ? (ligamentair)
Inspectie
- gewoontebewegingen (ADL): gaan, staan, zitten, uitkleden
- houding: gewoonte- antalgische houding.
- vorm: veranderingen van de normale contouren bv zwelling, hypotrofie, deformaties
- huid: kleur, littekens, eczeem, bindweefselzones
- hulpmiddelen wandelstok, steunapparaat, korset, prothese.
Achter patiënt staan: zien van bekkenrotatie/kanteling. Gluteale profielen, kniekuilen, voeten,
asymmetrie etc.
Bewegingsonderzoek
- actieve bewegingen
- geleid actieve bewegingen
- passieve bewegingen (allen nodig indien actief beperkt)
Stel actief lukt het niet maar bij passief wel: probleem ligt bij de spieren.
Stel passief ook niet verder: geen contractiele structuur. Bij belemmering van schouderabductie zal
dit voornamelijk de bursus subacromialis zijn.
Abductie in frontaal vlak is in 3 fases verdeeld.
1e fase door m. supraspinatus en deltoideus tot 60 graden
2e fase: scapulorotatie naar buiten en naar voren door m. trapezius pars superior en serratus anterior
3e fase: m. erector trunci speelt ook mee.
Voor goede schouderfunctie is ook goede functie van de thoracocervicale wervelkolom nodig.
Teken van Trendelenburg
,1 heup en knie buigen in bv 90 graden. Functie linker heup. Goede werking van gluteus medius,
minimus en tensor > bekken aan rechterkant komt wat hoger. Teken van trendelenburg is dan
normaal.
Op linker kant steunt en rechterkant buigt maar bekken zakt weg naar rechts beneden > geen goede
musculaire stabiliteit. Dan een positief teken van trendelenburg aan de linkerkant.
Palpatie
1. huid en onderhuid: temperatuur, vochtigheid, hypo- of hyperesthesie, Kiblertest
2. spieren en pezen: overgang palperen van spier-pees, pees-bot, spiertonus, triggerpunten,
pijn in rust en in rekpositie
3. peesscheden en Bursae: verdikkingen, crepitatie, drukpijn, verschuifbaarheid.
4. Gewrichten: beenderen, kapsel, ligamenten, vormverandering, zwelling (hydrarthron)
5. Zenuwen (sulci nervi ulnaris, n. ulnaris communis bv) en bloedvaten>alleen oppervlakkig
gelegen
Kiblertest: huidoproltest: Voelen of je in zones komt welke voor de patiënt pijnlijk is. Of waar de huid
minder goed afneembaar is van de onderhuid. Voorstellen met welk segment het met de
wervelkolom overeenkomt waar prikkeling wordt gevoeld. Kijken naar dermatomen.
Gewrichtstesten
Osteokinematica: bekijken hoe een bot beweegt in de ruimte. Swing beweging en spinbeweging.
Arhtrokinematica: kijken wat er gebeurd in het gewricht roll, slide.
- Femurcondylen rollen naar voor en glijden naar achteren. Anders zou femur condyl over tibia
condyl luxeren.
Intact rol/glij mechanismen> minder problemen rond musculatuur en kraakbeen van het gewricht.
Eindgevoel:
Elleboog: hard eindgevoel> kraakbeen of beenstructuur stoppen de beweging
Week-elastisch: wekedelenstop (spieren)
Vast-elastisch: ligamentaire en kapsel stoppen de beweging
Elk gewricht heeft zijn eigen typisch eindgevoel.
, Fysiologisch eindgevoel vs pathologisch eindgevoel (indien het eindgevoel van een
gewrichtsbeweging anders is dan normaal). Anders eindgevoel betekend vaak een blokkering van
gewricht.
Overbewegelijkheid: hypermobiliteit/ hyperlaxiteit. Bij elke patiënt nakijken. Komt veel voor. Pijn bij
langdurig in dezelfde houding vindt je bij deze patiënten terug. Deze mensen zijn vaak niet
geblokkeerd als ze dat denken maar waren eerst hypermobiel.
Tractie/ compressie test van radius terwijl de humerus wordt gefixeerd. Geeft idee over wat er in het
gewricht aan de hand is.
Spiertesten:
Spieren en gewrichten werken samen. Gewricht wordt beïnvloed door musculoligamentaire
factoren.
Spieren worden getest op:
- Pijngevoeligheid= drukpijn
o Spierbuik
o Spier-pees overgang
o Pees- periost
o Pees zelf
- Samentrekbaarheid= aanspanningspijn> spier laten samentrekken. Pijn wanneer de spier
buigt.
- Lengte= rekpijn
Aanspanningspijn, uitrekkingspijn en drukpijn t.h.v. spier-pees overgang > sprake van tendinitis. Alle
drie essentieel om van tendinitis te mogen spreken.
Alleen drukpijn geen tendinitis.
Tenniselleboog met enkel drukpijn op laterale epidcondylus humeri maar geen rekpijn of
aanspanningspijn is geen tenniselleboog. Is enkel een pijnlijke laterale epicondylus.
Bij de weerstandtesten wordt gekeken naar kracht en pijn
Pijnvrij + veel kracht = normaal
Pijn+ weinig kracht= grote spierlaesie (tendinose)
Pijnvrij+ weinig kracht= neurologische laesie
Pijn + veel kracht= kleine spierlaesie
Spierkracht graderen