maw heeft 2 vakgebieden
1) sociologie → de wetenschap van de manieren waarop mensen met elkaar
samenleven zoals dat roze een meisjes kleur is
2) politicologie → de wetenschap die kijkt naar de politiek en alles wat te maken heeft
met het besturen van een samenleving zoals verklaringen voor stemgedrag,
besluitvorming
Kernconcepten:
● Socialisatie= Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de
groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit
opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen
● politieke socialisatie = Het proces van overdracht en verwerving van de politieke
cultuur van de groep(en) en samenleving waar mensen toe behoren. Het proces
bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
● acculturatie = Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen
daaruit , dan die waarin iemand is opgegroeid
● identiteit= Het beeld dat iemand zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen
voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijven beschouwt voor zijn eigen persoon en
dat is afgeleid van zijn perceptie over groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van
uitmaakt.
● cultuur = Het geheel van voorstelling, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en
normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.
● Ideologie = Een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden meestal
uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke
verhouding
● Sociale ongelijkheid = Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet
aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie
en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van
waardering en behandeling
● Macht = Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te
bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten
● Gezag = macht die als legitiem wordt beschouwd
● Conflict = Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken
om de eigen doelen te bereiken.
● Samenwerking = Het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties
vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk
doel.
● Sociale cohesie = het aantal en de kwaliteit van bindingen die mensen in een ruimer
sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel van een groep te zijn, lid te zijn van een
gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn, en de mate
waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen
● Sociale institutie = complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag
van mensen en hun onderlinge relaties reguleren
, ● Politieke institutie = complex van min of meer geformaliseerde regels die het
gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en
politieke besluitvorming reguleren
● Groepsvorming = Het tot stand komen van bindingen tussen meer dan twee
mensen, doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen
ontwikkelen.
● Representatie = De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties
door een of enkele betrokkenen die namens de groep optreden
● Representativiteit = De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of
achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de
groep die vertegenwoordigd wordt
● Rationalisering = Het proces van ordenen en systematiseren van de werkelijkheid
met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken en van het
doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten.
● Individualisering = Het proces waarbij individuen in toenemende mate hun
zelfstandigheid op verschillende gebieden kunnen vergroten.
● Institutionalisering = Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer
geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen, die het
gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren
● Democratisering = Het proces van verandering van de machts- en
gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene
met minder macht
● Staatsvorming = De institutionalisering van politieke macht tot een staat
● Globalisering = Het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en
afhankelijkheden voor zeer grote afstanden en over landsgrenzen heen
LET OP; Alles dat op -ing eindigt is een proces
Hoofdstuk 1
referentiekader = de bril waardoor we werkelijk kijken. Deze bril bestaan uit onze
ervaringen, kennis, verwachtingen en culturele bagage → interpretatie
aspecten identiteit
1) persoonlijk = zelfbeeld dat mensen krijgen aangeleerd door ouders en vrienden
2) sociaal = mensen voelen zich verbonden met groepen = groepsidentificatie
3) collectief= beeld dat mensen hebben van een groep
→ interne collectiviteit = gezamenlijk zelfbeeld van een groep
→ collectieve collectiviteit = verwachtingen van het gedrag van anderen met een
bepaalde identiteit
loyaliteitsconflict= onderdeel zijn van een groep, maar het niet met alles eens zijn
opvoedingsproces
1) proces van overdracht= het gedrag aanleren door socialisatoren
2) proces van verwerving= het eigen maken van een cultuur van een groep of
samenleving (Internaliseren)
Overdracht en verwerving is dus socialisatie
, internalisatie = lang proces waarbij mensen zich een eigen cultuur maken
socialisatie= kan negatieve gevolgen hebben zoals vooroordelen
Socialisatie verschilt per plaats en tijd
Massamedia brengen normen en waarden
voorbeeldgedrag over. Steeds meer invloed!
Enculturatie = je leert de cultuur waarin je geboren
bent
acculturatie= het aanleren van de cultuur die nieuw
is voor mensen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aniekverhagen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.