Theorieën van internationale
betrekkingen
Verplichte voorbereidende lectuur: boekhoofdstukken op BB en 6jdschri8ar6kels (staat elektronische
bib ua)
Examen: schri8elijk, gesloten boek: 5 korte vragen en korte antwoorden
Les 1:
Tekst:
Bruce Bueno de Mesquita (2003), ‘Evaluating Arguments about International Politics’ in: Principles
of International Politics : People’s Power, Preferences, and Perceptions, 2nd Ed., Washington:
Congressional Quarterly Press, pp. 51-81.
Nadruk op verklarende theorie, peilt naar causaliteit, gebaseerd op empirisch onderzoek
Welke verklaringen van fenomenen in interna6onale poli6ek
Nadruk op verklarende theorieën, die een oorzaak en effect benoemen van een bepaald fenomeen
Niet: ‘hoe de int pol er zou moeten uitzien’ à geen norma6eve theorieën, ook geen
toekomstvoorspellingen dus geen futurologie (je kan niet een toekomst verklaren als je nog niet weet
wat de toekomst gaat zijn)
Theorieën als hypothe6sche antwoorden op waarom-vragen:
Algemene vragen:
- Waarom voeren landen oorlog? Waarom is er vrede?
- Waarom blijven bepaalde landen langdurig arm en andere rijk? (door structuur van
interna6onale systemen, landenverschillen, rela6es tussen landen, maar hoe komt dat?
Sommige landen kunnen belas6ngen heffen en zo publieke voorzieningen financieren, andere
landen kunnen dit niet)
- Wie hee8 macht en waarom? (amerika hee8 2 oorlogen verloren de laatste decennia terwijl
we al6jd zeggen dat VS mach6g is, is een land wel mach6g als die oorlogen verliest? -> mss is
VS wel mach6g tov andere landen, maar dat is dan rela6ef dat VS mach6g is)
- Waarom voeren democra6sche landen nooit oorlog (=minstens 1000 doden) tegen elkaar
(maar wel tegen autocra6eën)? -> ze voeren wel grote oorlogen met nucleaire wapens tegen
autocra6eën (die ze dan wel verliezen), maar nooit tegen elkaar
- Wanneer hebben interna6onale organisa6es invloed?
- Wat is de func6e van interna6onaal recht? (is dat echt cons6tu6ef hoe staten met elkaar
omgaan of hee8 het nauwelijks effect op staten?)
- Waarom doen staten soms en soms niet aan humanitaire interven6es? Soms ‘we moeten
ingrijpen om mensenrechten van land x te helpen’ en soms kijken ze naar de andere kant
- Waarom bleef de navo bestaan na het wegvallen van de bedreiging van de sovjet unie? -> de
blijvende vrees dat Rusland weer een vijand gaat worden of door de
samenwerkingsmonopolie
à algemene vragen verlangen naar een algemeen antwoord dwz simplifica6es = theorieën
‘Theorie’ is een woord met meerdere betekenissen:
- Een verklaring voor een fenomeen
- Een stelling/hypothese -> ‘a veroorzaakt b’
- Een set van hypothesen
- Een geheel van aannames, concepten en hypothesen
- Aan de hand van alg/abstracte begrippen en stellingen, waaruit par6culiere/concrete
stellingen afgeleid kunnen
,Antwoord op algemene versus par6culiere vragen:
- Par6culier: bv waarom hee8 VS Irak veroverd?
- Algemeen: waarom voeren staten oorlog?
Theorie= antwoord op algemen vraag
- Hetgeen te verklaren=explanandum= a\ankelijke variabele
- Hetgeen dat verklaart=explanans=ona\ankelijke variabele
Dit college: selec6e van macro-theorieën met nadruk op oorzakelijke/verklarende theorieën dwz
antwoorden op waarom-vragen
- Causaliteit: daarom: hypothe6sch (karl popper)
- Is dus niet ‘de waarheid’, in theorie kan dat niet, blij8 al6jd hypothe6sch, 6jdelijks geldend en
nu_g
- Bv: wat veroorzaakt stabiliteit (en instabiliteit)?, oorzaken van oorlogen
(klein/groot/afwezigheid), wapenwedloop (meerdere casi), oorlogsverklaring VS tegen Japan
1941 (single case)
- Succes of falen van ins6tu6onele werking
Bouwstenen van een theorie: aannames, hypothesen en concepten
Elke theorie werkt samen met aannames-impliciet of expliciet
- Bv: aaname van unitaire actoren
• we doen alsof landen individuen zijn ‘DL zei dit’ -> kan niet, maar toch nemen we dat
aan (=aaname)
• simplificerende aaname om eindeloze ke_ng van waaromvragen te stoppen
- Bv: ra6onaliteits-aaname
• Kosten-baten analyse: er zal ergens een expliciete kosten-baten analyse aanbod zijn
gekomen (terwijl dat vaak net niet zo is) -> ‘laten we doen alsof dit gebaseerd is op
kosten-baten analyse’
• Methodologisch individualisme
- Bv: machtsmaximalisa6e vs machtsbehoud/overleving: moeten we onze macht vergroten of
is het voldoende als we onze macht verdedigen? -> gaan met de aaname stoppen want we
weten het niet (bv Napoleon deed aan machtsmax maar faalde, dus voor de meeste landen is
de plausibele aaname machtsbehoud (defensief))
Moet een aaname realis6sch zijn?: niet perse, hangt af vd doelstelling en vh nut om fenomenen te
verklaren
Types hypothesen:
- Probabilis6sch ‘waarschijnlijker dat’ bv als deze voorwaarden er zijn, is het waarschijnlijker
dat het uitkomst b zal zijn
- Determinis6sch (noodzakelijk en voldoende voorwaarden) bv ‘als deze voorwaarde aanwezig
is, dan is dit de uitkomst’
Wat is een goede theorie?
- Logisch consistent
- Moet informa6egehalte hebben: fenomenen kunnen verklaren
- Moet empirisch nu_g zijn
Rich6ng vd causaliteit:misschien is de samenhang omgekeerd?
- Een land is een democra6e geworden omdat er vrede heerst maar kon ook zijn ‘doordat ze
democra6sch zijn geworden, stopte ze met oorlog voeren’ à wat is het meest probabilis6sch
of is één van beide stellingen al determinis6sch?
, - Een land beschermt lilieu omdat het intern milieurecht respecteert versus een land
respecteert het milieurecht omdat burgers willen dat het milieu beschermt wordt
Les 2: realism: the interna/onal system and its consequences
3 levels of analysis in IR (Waltz) -> ‘images’, man, state and war
- Individual/human nature and psychology
- Units/collec6ve actors (states, city states, frims, par6es, lobbies, NGO’s, ins6tu6ons..)
- Structure of the interna6onal system
Waltz 1979 calls theories about 2nd level reduc6onist
- They limit themselves to (the behavior) of the units of the system, not the system itself
The structure is completely independent of states -> dis6nc6on between level 2 and 3
People’s interac6ons create the market
Realism in general: it is a parPcular way of thinking about the world
- Pessimis6c: no belief in the progress of mankind-as a reac6on against idealism a8er WW2
(Wilson) -> humankind is not going forward. During peaceful 6mes, you believe that war is
going to disappear = naïve -> progress=illusionary
• Idealism: we set up the league of na6ons -> no great war anymore
- Power, conflict and war
- Morals and interna6onal law only conceivable as part of the societal order and the exercise of
power. Interna6onal law has no explanatory power, it is only what the great powers want
- A world of states:
• either as a result of the Westphalia system 1648: the Westphalia peace treaty gives
the recogni6on of sovereignty and territory of state over its popula6on -> het erkent
exclusieve soevereiniteit aan een staat
• or as the na6on-state system of the 19th century
- Human rights and democracy only as legi6ma6on for interven6on
- public opinion as legi6ma6on, manipula6on and deceit
Realism: its building blocks
, 1. Anarchy: all states are equal in their rela6onship with one another, each capable of
producing, they can go to war if they want to, they can make peace if they want to -> there is
nothing above them that can make them go to war or create peace
• absence of hierarchy
• no monopoly of the legi6mate use of force (<-> domes6c)
2. State as central actor: external effect of the state, how states deal with other states ->
interac6ons between states (power dynamics between states) only looking at the power
distribu6on between states
• unitary actor (biljard-model)
• ra6onal actor model (self interest) as assump6on -> they are in a state of anarchy and
they naturally want (more) power -> they need to do everything for themselves
o classical realism: the stateman should have acted like this (norma6ve-
prescrip6ve -> schrij8 voor)
o structural realism: assump6on in an explanatory theory
o Classical realism is concentrated in the desire of power- influence, control
and dominance as basic to human nature. Whereas, structural realism is
focused on the international system anarchic structure and how the great
powers behave.
3. Survival/ self help (also na6onal interest)
• classical: objec6ve to be strived for
• structural: assump6on
Classical realism:
- Human nature strives for power- so does the mainstream
- Explanatory and prescrip6ve theory of foreign policy -> ALS je een goede staatsman wilt zijn,
DAN moet je goed kunnen omgaan met verantwoordelijkheden etc
- Pro ra6onal policy and defense of state interests
- Against idealism, moralist-legalis6c foreign policy US isola6onism
- Tragic sense of responsibility of the ‘wise’ statesman
- Call for prudence (omzich6gheid en oordeelsvermogen)
o GB: divide et impera in con6nental Europe (18-19e C).
o Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (Luxemburg & België, 1815-37)
o Why failure & success of European integra6on?
§ Inten6ons of F: an6cipa6on of German hegemony
§ 1918-23: F occupa6on of Ruhrgebied & Saarland: pre-emp6ve squeezing of
the poten6al hegemon;
§ 1951-52: European Coal & Steel Community: ‘wise’ statesman pre-emp6vely
supra-na6onalise German sovereignty over war waging capabili6es
Classical realism can be differentiated from the other forms of realism since it places specific
emphasis on human nature and domestic politics as the key factor in explaining state behavior and
the causes of inter-state conflict.[3][4] Classical realist theory adopts a pessimistic view of human
nature and argues that humans are not inherently benevolent but instead they are self-interested
and act out of fear or aggression.[5] Furthermore, it emphasizes that this human nature is reflected by
states in international politics due to international anarchy.