Samenvatting taalontwikkeling van het vak cognitieve en taalontwikkeling (SOW-PWB1270)
3 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Cognitieve en taalontwikkeling (SOWPWB1270)
Instelling
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
volledige samenvatting van het onderdeel taalontwikkeling van het vak cognitieve en taalontwikkeling. Als je deze samenvatting leert kan je de stof voor dit onderdeel van het vak!
Samenvatting taalontwikkeling
Wat is taal:
Een system waarmee een relatie kan worden gelegd tussen signalen en concepten
Rond die vier jaar heeft het kind het grootste deel van de taal al geleerd.
6 dimenties van taal:
1. Pragmatiek: relatie tussen situatie en taal (je hebt groen licht betekend iets ander in
verschillende situaties)
2. Semantiek: de betekenis (in de breedste zin)
3. Syntaxis: soort grammatica, zinsleer, de onderliggende structuur in een zin
4. Morfologie: structuur van woorden
5. Fonologie: klank systemen
6. Fonetiek: fysiologische onderdelen (hoe werkt het gehoor en hoe werken de trillingen in de
lucht) niet gericht op een taal.
Skinner: taal is gedrag dat is aangeleerd door operante conditionering. Kinderen gebruiken daarom
alleen woorden die worden reinforced.
Bandura: social learning theorie; kinderen leren taal door observatie en imitatie. Kinderen imiteren
de taal en door reinforcements (feedback) en generalisatie passen ze de taal toe in nieuwe situaties.
Kritiek op social learning theorie:
- Het is niet mogelijk voor ouders om alle taal van een kind te reinforcen/bekrachtingen
- Ouders belonen niet alleen grammaticaal correcte zinnen. Ouders geven niet de juiste
feedback terwijl de social learning theorie zegt dat dat het hoofdmechanisme is voor het
leren van een taal.
- Poverty of the stimulus: de taal die kinderen horen bevat te weinig complexte structeren,
maar ze beheerden deze uiteindelijk toch.
Veel onderzoekers zeggen dat het leren van taal niet alleen kan door imitatie en reinforcement. Wel
speelt dit een rol in het leren van taal (vooral bij het leren van woorden). Maar alleen imitatie en
reinforcement kan niet het leren van complexen delen van de taal (grammatica) verklaren.
Nativistische theorie:
Taal is het product van niet-geleerd, biologisch aangelegd, intern mentaal structuur. De regels
waardoor je juist gebruik kan maken van taal zijn te complex om in een paar jaar te leren. Daarom
moeten delen van de taal wel aangeboren zijn. alle natalistische theorieën over taal delen:
- Sommige grammaticale regels komen voor in alle talen en zijn daardoor aangeboren.
- Kinderen zijn biologische aangelegd voor het leren van een taal.
- Alle kinderen beheersen de hypotheses die horen bij de taal, deze hypotheses helpen bij het
begrijpen van de abstracte principles die de taal bevat.
Chomsky: de mentale structuur verantwoordelijk voor taal is de language acquisition device (LAD).
Dit bevat de veelvoorkomende/universele grammaticale concepten (deze zijn toepasbaar op elke
taal). Wanneer principes van de relevante taal zijn extracted door de LAD, worden dezen ingebouwd
in het LAD (parameter setting). Hierdoor kan verdere interpretatie van taal. Nativisten beweren dat
er een kritike periode is voor het leren van taal, in deze periode zijn kinderen in staat een taal te
leren. Wanneer de kriteike periode voorbij is is het moeilijk of onmogelijk om de taal nog te leren.
Kritiek:
- Wat voor grammatica is universeel tot alle talen
, - Door de lange tijd dat het duurt voor dat de grammaticale regels zijn begrepen, moet het als
dit aangeboren is minder zijn dan de meeste nativistische theorieën beweren.
- Er is weinig bewijs voor een biologische aanleg voor het leren van een taal, zoals LAD.
Interactionestische theorie:
Bruner: kinderen hebben een biologische aanleg voor het leren van taal maar een kind heeft ook
ouders nodig, sociale support and the social context in which a language-learning child is instructed.
Volgens Bruner geven ouders een language acquisition support system (LASS) niet een LAD. LASS is
een verzameling van strategieën die ouders gebruiken om de beheersing van taal in kinderen
helpen. bijvoorbeeld scoffolding en infant-directed speech of motheres (hoger, slomer, met meer
intonatie) ook expansion(het uitbreiden van de taal door het complexer te maken) en recast (het
herhalen verbeteren en uitbreiden van de taal die het kind gebruikt.)
Kritiek:
- ouders geven maar zelden feedback op de grammatica van het kind. en dit verschild veel
tussen verschillende culturen.
Hockett’s kenmerken: (je moet ze alle 12 kennen)
1. Vocal-auditory channel: taal gebeurt door geluid( menens stem) en het gehoor (de oren en
de structuren daar binnen)
2. Broadcast transmission and directional reception: geluit komt van elke richting maar we
nemen het waar alsof het van een ding komt.
3. Rapid fading: spraak duurt niet lang.
4. Interchangeability: we kunnen wisselen van signalen ontvangen en krijgen.
5. Complete feedback: de gene die praat kan horen wat hij zegt, je ontvangen feedback als ze
het signaal sturen.
6. Specialalization: de organen die de taal produceren (mond, lippen, tong, keel) zijn
ontwikkeld voor taal niet alleen voor ademen en eten.
7. Semanticity: signalen (woorden) verwijzen naar acties, objecten en ideeën.
8. Arbitariness: er is geen intrensieke relatie tussen een woord en waar het naar verwijst.
9. Discreteness: taal maakt gebruik van afgebakende units. Bijvoorbeeld p en b. deze verwijzen
naar op welke mannier je je stembanden moet laten werken. er is een duidelijke lijn van af
wanneer het een p of b is.
10. Displacement: we kunnen praten over dingen die niet nu aanwezig zijn (maar ook over
toekomst)
11. Creativiteit: we kunnen taal uitbreiden door nieuwe woorden/uitdrukkingen te bedenken.
Ook kunnen we zinnen begrijpen en maken die we nog nooit hebben gehoord. (hette eerst
openness)
12. Culturele tradition: taal is overgedragen van een generatie tot de volgende.
13. Duality of patterning: taal heeft twee niveau’s: betekenisvolle delen (morphemes) deze
bestaan uit betekenisloze delen (phonemes)
14. Prevarication: mensen kunnen liegen, we kunnen fictie verhalen schrijven.
15. Reflexiveness: we kunnen taal gebruiken om over taal te praten, we hebben Metalinguistic
skils.
16. Learnability: we kunnen nieuwe talen leren.
Kunnen dieren taal leren:
- geen gesproken taal: niet de juiste bouw van de mond
, - Exclution learning: Hond kan 200 verschillende objecten onderscheiden door exculsion (als
er 3 dingen zijn die hij wel kent en een niet, zou het nieuwe woord moeten verwijzen naar
het 4de object.
- Syntaxis (grammatica): Vogels kregen verschillende patroontjes te zijn, als ze op het juiste
scherm tikte (met een grammaticaal beeld) kregen ze eten. Dit konden ze niet. Hieruit blijkt
dat dieren geen grammatica kunnen begrijpen.
Dieren hebben een probleem met gramatica, zoals woord volgorde. Dit is omdat niet
morphology is geleerd: het gedeelte van grammatica over de volgorde van woorden in
een zin. Hoe langer een zin wordt hoe meer herhaling er in een zin zit.
- Lexigrams (symbolen die verwijzen naar hele woorden) kunnen worden gebruikt om apen
taal te leren. Dit is niet heel succesvol en heeft veel training nodig.
- staat categorische perceptie te hebben: ze hebben er wel meer moeite mee dan mensen.
- Communicatiesystemen van andere dieren delen veel van de kenmerken van de menselijke
taal maar de overlap is zeer selectief en mensen maken veel sterker gebruik van alle
mogelijkheden die kenmerken beiden.
- Er is overlap in de manier waarop mensen en dieren spraakklanken verwerken, maar
mensen doen dit met een groter gemak.
Dieren kunnen woorden snappen maar snappen gaan taal.
Mensen herkennen de letter p ook als het op heel veel verschillende manieren wordt
uitgesproken. Sommige dieren kunnen dit ook. Hieruit blijkt dat het categoriseren van
geluiden eerst kwam in evolutie.
Pasgeboren baby heeft geen voorkeur voor de stem van mensen over dat van geluid van apen. Met
3 maanden hebben ze wel een voorkeur voor de mensen stem
Taalvermogen breed= dingen die we gemeen hebben met dieren
Taalvermogen smal= dingen die alleen mensen hebben
Recursie: Onze kennis staat oneindig veel structuren toe en in principe oneindige lengte.
Kritische periode:
- Grote plasticiteit
- Plasticiteit verminderd vroeg in de ontwikkeling
- Effecten van deprivatie zijn onomkeerbaar
Wolfskinderen: hiermee kan je (kritische periode voor taal) testen:
- Victor (1800): 10-12 jaar oud, kon niet praten. Veel mee geoefend maar kon niet meer dan
een paar woorden herhalen
- Genie (1970): 13 jaar, geïsoleerd opgegroeid: sterk verwaarloosd en mishandeld. Er is bijna
geen taal. Na vier jaar: Ze leerde heel veel woorden, maar grammatica ging niet goed: ze kon
geen zinnen vormen.
Woordenschat: dit ging heel snel, ze kende heel veel woorden, op een ander manier dan
kleine kinderen.
Syntaxis: geen grammatica, moeite met syntactische verplaatsingen.
Door genie weten we dat er meerder kritische periode voor het leren van taal zijn.
Leren van een taal op latere leeftijd:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudterschure. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,92. Je zit daarna nergens aan vast.