INLEIDING TOT HET
(ECONOMISCH) RECHT
Boek 2. Beginselen van het burgerlijk recht – samenvatting –
2022-2023
TEW 1
, Inleiding tot het (economisch) recht
Boek 2. Beginselen van burgerlijk recht
Hoofdstuk 1. Verbintenissen
Afdeling 1. Begrip (art. 5.1 BW) en bronnen
“Een verbintenis is een op het objec eve recht gesteunde rechtsband tussen twee of meer personen
die aan één of meer personen een aanspraak of vorderingsrecht verleent op een presta e vanwege
één of meer andere personen (cf. art. 5.1 BW)”
Een verbintenis is een rechtsband tussen twee of meer personen, waarbij de ene par j een
aanspraak of vorderingsrecht hee op een presta e van de andere par j.
De persoon die de aanspraak hee , is de schuldeiser, en de persoon die moet presteren, is de
schuldenaar.
De presta e waarop de verbintenis slaat, is in principe in geld waardeerbaar en in rechte
afdwingbaar.
Er zijn verschillende soorten presta es waarvoor een verbintenis kan gelden, namelijk geven,
doen en niet-doen.
Een verbintenis tot geven betre de overdracht van een zakelijk recht op een (on)roerend
goed.
Een verbintenis tot doen strekt tot het leveren van een bepaalde presta e.
Een verbintenis om iets niet te doen verplicht de schuldenaar tot het niet-stellen van een
bepaalde gedraging.
Het is mogelijk dat par jen zich verbinden tot een presta e die juridisch niet afdwingbaar is,
maar die wel uit morele verplich ng wordt nagekomen. Dit noemt men een natuurlijke
verbintenis.
Verbintenissen kunnen voortkomen uit rechtshandelingen en rechtsfeiten, zoals
overeenkomsten en onrechtma ge daden.
Afdeling 2. Modaliteiten van verbintenissen en soorten verbintenissen
Niet elke verbintenis behelst een dadelijk opeisbare presta e.
Voorwaardelijke verbintenissen
Een verbintenis is voorwaardelijk wanneer de opeisbaarheid of het tenietgaan ervan a angt
van een toekoms ge en onzekere gebeurtenis (ar kel 5.139 BW).
Bij opschortende voorwaarden bestaat er al een verbintenis, maar deze krijgt nog geen
uitwerking. Bij ontbindende voorwaarden gaat de verbintenis teniet bij de realisa e van de
voorwaarde.
Een voorwaarde is potesta ef indien haar verwezenlijking in een zekere mate a angt van de
wil van één der par jen. Een voorwaarde is toevallig indien geen der par jen enige invloed
kan uitoefenen op haar realisa e.
Verbintenissen die a angen van een zuiver potesta eve opschortende voorwaarde aan de
kant van de schuldenaar zijn nie g (ar kel 5.141 BW).
Hangt een voorwaarde af van de wil van de schuldeiser, dan is ze principieel geldig. De
verbintenis die a angt van een zuiver potesta eve ontbindende voorwaarde is geldig.
1
, De verbintenis die a angt van een onmogelijke of ongeoorloofde voorwaarde is nie g
(ar kel 5.140, lid 2 BW).
Zo lang de opschortende voorwaarde niet is verwezenlijkt, hee de verbintenis die ervan
a angt geen uitwerking. De verbintenis onder ontbindende voorwaarde hee onmiddellijk
uitwerking en moet uitgevoerd worden zolang de voorwaarde niet gerealiseerd wordt.
Indien een par j, die naargelang de omstandigheden, de verwezenlijking van de voorwaarde
door haar fout verhindert of uitlokt, kan de andere par j de voorwaarden geacht worden
vervuld te zijn (ar kel 5.142 BW).
Het beginsel dat overeenkomsten te goeder trouw moeten worden uitgevoerd, geldt ook
voor verbintenissen onder opschortende of ontbindende voorwaarde (ar kel 5.146 BW).
Indien de ontbindende voorwaarde zich realiseert, gebeurt dit met terugwerkende kracht tot
de dag waarop de verbintenis werd aangegaan (ar kel 5.147 BW).
Verbintenissen op termijn
Een verbintenis op termijn is a ankelijk van een toekoms ge en zekere gebeurtenis.
De jdsbepaling kan vast zijn (bijvoorbeeld een contract voor één jaar) of onvast
(bijvoorbeeld een contract voor de duur van een project).
Een overeenkomst kan worden verlengd of vernieuwd na afloop van de jdsbepaling, zowel
uitdrukkelijk als s lzwijgend.
De termijn kan opschortend of ontbindend zijn.
Bij een opschortende termijn ontstaat het recht wel, maar is het nog niet opeisbaar.
De schuldenaar kan het voordeel van een opschortende termijn verliezen als hij zekerheden
vermindert of failliet gaat.
Bij een ontbindende termijn wordt de overeenkomst tenietgedaan.
Meerdere schuldenaars of schuldeisers
Een verbintenis kan meerdere schuldenaars of schuldeisers hebben, dit wordt pluraliteit van
subjecten genoemd.
Als er maar één schuldenaar of schuldeiser is, is de presta e ondeelbaar.
Bij meerdere schuldenaars of schuldeisers is de presta e deelbaar en kan elke schuldeiser
alleen zijn aandeel vorderen en elke schuldenaar is alleen zijn aandeel verschuldigd.
Er zijn uitzonderingen op deze regels, zoals hoofdelijke en ondeelbare verbintenissen.
Hoofdelijkheid
Hoofdelijkheid is van toepassing wanneer een verbintenis meerdere subjecten (schuldenaars
of schuldeisers) omvat die ieder tot het geheel gehouden of gerech gd zijn.
Hoofdelijkheid moet uitdrukkelijk worden bedongen of voortvloeien uit de wet of een
gewoonterechtelijke regel.
Er bestaat ac eve en passieve hoofdelijkheid.
Bij ac eve hoofdelijkheid kunnen meerdere schuldeisers vanwege één schuldenaar de
nakoming van de volledige verbintenis vorderen, waarbij één betaling aan een schuldeiser de
schuldenaar tegenover allen bevrijdt.
Bij passieve hoofdelijkheid kan een schuldeiser van elk van de verschillende schuldenaars de
nakoming van de volledige presta e vorderen, die allen samen aan hem verschuldigd zijn. Als
één schuldenaar betaalt, dan zijn de overige schuldenaars eveneens bevrijd en kan de
betalende schuldenaar regres op zijn medeschuldenaars uitoefenen in de mate van ieders
gehoudenheid.
2
, Passieve hoofdelijkheid wordt vaak bedongen en kan voortvloeien uit de wet of een
gewoonterechtelijke regel.
Wanneer de zaak die het voorwerp uitmaakt van de presta e, door de fout van een
hoofdelijke schuldenaar tenietgaat, zijn de overige medeschuldenaars niet bevrijd en blijven
zij gehouden tot betaling van de gehele schuld.
Bij overlijden van een hoofdelijke schuldenaar wordt de schuld van de erflater van
rechtswege verdeeld over zijn verschillende erfgenamen. De schuldeiser kan in dat geval elke
erfgenaam aanspreken ten belope van zijn aandeel in de nalatenschap, en de gevolgen van
hoofdelijkheid gaan over op de erfgenamen van een hoofdelijke schuldenaar.
Gebruikte ar kelen: 5.159, 5.160, 5.161, 5.163, 5.164, 5.165 van het Burgerlijk Wetboek.
Ondeelbaarheid
Schulden kunnen ondeelbaar zijn als de presta e onmogelijk voor een gedeelte kan worden
gepresteerd of wanneer een gedeeltelijke presta e geen prak sch nut oplevert.
Ondeelbaarheid kan ook bedongen worden door de par jen, zelfs als de presta e feitelijk
voor verdeling vatbaar is.
Er bestaat ac eve en passieve ondeelbaarheid, waarbij de ondeelbaarheid aan de schuld zelf
klee en dus overgaat op de erfgenamen bij overlijden van één van de medeschuldenaars.
Het verlies van de zaak, door de fout van één van de schuldenaars, hee de bevrijding tot
gevolg van de overige medeschuldenaars omdat de ondeelbaarheid samen met de zaak
tenietgaat.
In het ondernemingsrecht is passieve hoofdelijkheid de regel geworden.
Een combina e van passieve hoofdelijkheid en passieve ondeelbaarheid is voor de
schuldeiser meest interessant en kan bedongen worden als "hoofdelijk en ondeelbaar" tot
betaling van de schuld.
Resultaat- en inspanningsverbintenissen
Er is een onderscheid tussen resultaats- en inspanningsverbintenissen (art. 5.72 BW)
o Bij een resultaatsverbintenis is de schuldenaar aansprakelijk als het beloofde
resultaat niet werd behaald en moet hij bewijzen dat hem geen schuld tre .
Bv. de kopman van een wielerploeg moet zich jdig aanmelden aan de start
van de wedstrijd met al het nodige materiaal; de advocaat moet jdig hoger
beroep aantekenen tegen een vonnis.
o Bij een inspanningsverbintenis is de schuldenaar slechts aansprakelijk als hij
onvoldoende inspanningen leverde om het beoogde resultaat te behalen. De
schuldeiser moet dan aantonen dat de schuldenaar onvoldoende inspanningen
leverde.
Bv. de kopman moet zijn best doen om een zo goed mogelijke uitslag te
behalen; de advocaat moet pleiten of onderhandelen voor zijn cliënt.
Afdeling 3. Tenietgaan van verbintenissen
Inleiding
Verbintenissen kunnen tenietgaan door verschillende manieren.
Overeenkomsten zijn een belangrijke bron van verbintenissen.
Overeenkomsten hebben specifieke vormen van beëindiging.
Wanneer een overeenkomst wordt beëindigd, stopt ook de bron van contractuele
verbintenissen.
3
,Betaling
Betaling is de normale manier waarop een verbintenis tenietgaat (art. 5.244 BW).
De schuldeiser moet de schuldenaar in gebreke stellen (art. 5.231 BW) en kan bij niet-
nakoming een uitvoerbare tel proberen te bekomen.
Als de schuldenaar nog steeds niet nakomt, kan de schuldeiser dwanguitvoering nastreven.
Fysieke dwang op de persoon van de schuldenaar is niet toegestaan, maar er zijn wel andere
maatregelen mogelijk, zoals beslag leggen op goederen, afgi e bevelen of een derde de
presta e laten verrichten op kosten van de debiteur (art. 5.85 BW).
Schuldvernieuwing
Bij schuldvernieuwing of nova e gaat de oude verbintenis teniet en wordt deze vervangen
door een ‘vernieuwde’ verbintenis.
Schuldvernieuwing kan plaatsvinden door vervanging van een verbintenis tussen dezelfde
par jen, door verandering van schuldenaar of door verandering van schuldeiser (art. 5.245
BW).
Schuldvergelijking
Schuldvergelijking is een rechtsfiguur waarbij wanneer twee personen elkaars wederzijdse
schuldenaars zijn, beide schulden onder bepaalde voorwaarden tenietgaan tot het laagste
bedrag (art. 5.254 BW).
Dit vermijdt het over en weer betalen van gelden tussen dezelfde par jen.
Schuldvergelijking kan een belangrijke zekerheidsfunc e hebben.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen we elijke schuldvergelijking, conven onele
schuldvergelijking en gerechtelijke schuldvergelijking:
o Voor we elijke schuldvergelijking (art. 5.255 BW) moeten er wederzijdse
schuldvorderingen zijn tussen dezelfde personen die zich in eigen naam hebben
verbonden, met als voorwerp een geldsom of zekere hoeveelheid vervangbare
zaken van dezelfde soort, opeisbaar en effen zijn.
o Conven onele schuldvergelijking (art. 5.263 BW) is een vorm van compensa e
waarbij par jen bepalen onder welke voorwaarden hun schuldvorderingen worden
gecompenseerd.
o Gerechtelijke schuldvergelijking (art. 5.264 BW) komt voor op tegeneis van de
verweerder en de voorwaarden zijn iden ek aan we elijke schuldvergelijking, met
uitzondering van het effen karakter. Het geldt vanaf het vonnis, aangezien de
schuldvordering maar effen wordt door de uitspraak van de rechter
Schuldvermenging
Bij schuldvermenging (art. 5.268 BW) worden schuldeiser en schuldenaar één persoon die in
dezelfde hoedanigheid optreedt. In dergelijke situa es van schuldvermenging kan de
verbintenis niet meer worden uitgevoerd (art. 5.269 BW).
Schuldvermenging kan bijvoorbeeld plaatsvinden wanneer twee vermogens samengevoegd
worden, zoals bij erfopvolging, wanneer de erfgenaam een vordering had op de erflater.
Verjaring
Gemeenrechtelijke verjaringstermijn voor persoonlijke vorderingen: 10 jaar (art. 2262bis oud
BW)
4
, Gemeenrechtelijke verjaringstermijn voor zakelijke rechtsvorderingen: 30 jaar (art. 2262 oud
BW)
Vorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid
verjaren:
o 5 jaar na kennisname van de schade en iden teit van de aansprakelijke persoon (art.
2262bis, lid 2 oud BW)
o In elk geval na verloop van 20 jaar vanaf het feit waardoor de schade is veroorzaakt
(art. 2262bis, lid 3 oud BW)
Bij bevrijdende verjaring blij de schuld wel bestaan maar is deze niet meer opeisbaar in
rechte.
Hoofdstuk 2. Overeenkomsten – algemene beginselen
Afdeling 1. Begrip
Defini e: Meerzijdige rechtshandeling op basis van wilsovereenstemming, waarbij één of
meer par jen juridisch bindende verbintenissen aangaan (art. 5.4 BW)
Doel: Doen ontstaan, wijzigen, niet doen of overdragen van verbintenissen
Wilsovereenstemming is essen eel voor overeenkomst (Par jen moeten het eens zijn en hun
wil moet leiden tot afdwingbare verbintenissen).
Afdeling 2. De totstandkoming van overeenkomsten
Algemeen
Voor het ontstaan van een overeenkomst is wilsovereenstemming van par jen vereist,
zonder specifieke formaliteiten (art. 5.5 BW en art. 5.28 BW).
Het contract ontstaat vanaf het akkoord van par jen. Schri elijke vastlegging is enkel nodig
voor het bewijs.
Mondelinge of consensuele overeenkomsten zijn geldig, maar kunnen bewijsproblemen
opleveren.
Naast consensuele overeenkomsten bestaan er ook zakelijke en plech ge contracten, maar
deze zijn uitzonderingen op de regel.
Onderhandelingen
Voor het ontstaan van een overeenkomst is wilsovereenstemming van par jen vereist,
zonder specifieke formaliteiten (art. 5.5 BW en art. 5.28 BW).
Het contract ontstaat vanaf het akkoord van par jen. Schri elijke vastlegging is enkel nodig
voor het bewijs.
Mondelinge of consensuele overeenkomsten zijn geldig, maar kunnen bewijsproblemen
opleveren.
Naast consensuele overeenkomsten bestaan er ook zakelijke en plech ge contracten, maar
deze zijn uitzonderingen op de regel.
Aanbod en aanvaarding
De totstandkoming van een overeenkomst vereist wederzijdse instemming van par jen door
middel van een aanbod en aanvaarding (art. 5.18 BW en art. 5.19 BW).
Een aanbod is een eenzijdige wilsui ng waarin de aanbieder kenbaar maakt dat hij wil
contracteren en waarover en aan welke voorwaarden.
5
, Een aanvaarding is een eenzijdige rechtshandeling waarbij de ontvanger van het aanbod het
volledige aanbod zonder voorbehoud aanvaardt (art. 5.20 BW).
Het aanbod moet voldoende precies en volledig zijn en alle substan ële en essen ële
elementen van de overeenkomst beva en.
Een aanbod is bindend voor de aanbieder en kan niet worden gewijzigd of ingetrokken zodra
het de ontvanger hee bereikt.
Een tegenaanbod is een nieuw aanbod van de ontvanger aan de oorspronkelijke aanbieder en
de aanbieder kan opnieuw vrij kiezen dit al dan niet te aanvaarden.
De aanvaarding moet volledig en jdig zijn en kan s lzwijgend uit de omstandigheden blijken.
Afdeling 3. Soorten overeenkomsten
Consensuele, plech ge en zakelijke contracten
Consensuele contracten: tot stand gekomen door toestemming van par jen (art. 5.5 BW en
art. 5.28 BW)
o Formaliteiten kunnen nodig zijn voor bewijs van overeenkomst (bv. geschri voor
som of waarde >= 3500 euro, art. 8.9 BW)
Plech ge contracten: alleen geldig als bepaalde formaliteiten zijn vervuld (bv. notariële akte,
art. 5.5 BW en art. 5.29 BW)
Zakelijke contracten: komen tot stand bij overhandiging van zaak (art. 5.5 BW en art. 5.29
BW)
Elektronische contracten func oneel gelijkwaardig aan schri elijke contracten, mits naleving
van bepaalde kwaliteiten (art. 5.30 BW):
o Geschri vereist (bv. PDF-bestand)
o Handtekening vereist (bv. digitale handtekening via eID)
o Geschreven vermelding van degene die zich verbindt vereist (bv. via invulveld op
digitale contract)
Eenzijdige en wederkerige overeenkomsten
Eenzijdige overeenkomsten leiden alleen tot verbintenissen voor één par j (art. 5.6 BW)
Wederkerige overeenkomsten leiden tot verbintenissen voor beide par jen (art. 5.6 BW)
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling (er zijn minstens twee wilsui ngen
nodig)
Bruikleen is een voorbeeld van een eenzijdige overeenkomst waarbij alleen de uitlener een
verbintenis hee (bv. de zaak overhandigen)
Bij koop- of huurcontracten hebben beide par jen verbintenissen tegenover elkaar, wat we
wederkerige overeenkomsten noemen.
Overeenkomsten om niet en ten bezwarende tel
Een overeenkomst is om niet als slechts één van de par jen er voordeel uit haalt en er geen
tegenpresta e wordt geleverd (art. 5.7 BW).
Een overeenkomst is onder bezwarende tel wanneer beide par jen er voordeel uit halen
(art. 5.7 BW).
Voorbeelden van overeenkomsten om niet zijn bewaargeving en lastgeving (oud BW),
schenking en bruikleen.
Koop en huur zijn voorbeelden van overeenkomsten onder bezwarende tel.
6