100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Inleiding Psychologische Dienstverlening: Oefenvragen mét uitleg (18/20) €7,99   In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Inleiding Psychologische Dienstverlening: Oefenvragen mét uitleg (18/20)

 87 keer bekeken  6 keer verkocht

In dit bestand staan alle oefenvragen die tijdens de colleges van 'Inleiding in de Psychologische Dienstverlening' aan bod kwamen. Elke vraag is voorzien van een antwoord en een uitgebreide toelichting. Eenmaal je deze vragen en uitleg kent, kom je al een heel eind voor het examen! Zelf behaalde ik...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 1 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 32  pagina's

  • 14 april 2023
  • 14 april 2023
  • 32
  • 2020/2021
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Vragen en antwoorden
Alle documenten voor dit vak (12)
avatar-seller
natasja_maes_1999
Inleiding psychologische
dienstverlening

HOOFDSTUK A EN B
Inleidend hoofdstuk
o Omwille van welke redenen kiezen we ervoor om over psychologische stromingen te
spreken?
a) Psychologische stromingen evolueren voortdurend, net zoals rivieren.
b) Psychologische stromingen hebben vele vertakkingen of substromingen,
vergelijkbaar met zijrivieren.
c) Psychologische stromingen zijn uit meerdere invloeden ontstaan, net zoals een rivier
diverse bronnen heeft.
d) Alle bovenstaande stellingen zijn correct.

o Wat we nu kennen en beweren over de gedachten, beleving en intenties van iemand
anders, is:
a) Ongelimiteerd. Er zijn limieten aan wat we kunnen weten. We hebben immers geen
rechtstreekse toegang.
In de manier waarop iemand zijn beleving tracht uit te drukken, gaat er immers altijd wat
informatie verloren.
b) Eenduidig. Onze belevingen worden uitgedrukt via media zoals kunst en taal en kan
breed w geïnterpreteerd. c) Bovenstaande stellingen zijn beiden fout.
d) Bovenstaande stellingen zijn beide correct.

o Welke uitspraak omtrent de filosofische en wetenschappelijke roots van psychologie is
FOUT?
a) Ons zelfbewustzijn is onder meer afhankelijk van wat we binnen en buiten ons
lichaam waarnemen.
b) Gezondheid staat gelijk aan de afwezigheid van ziektetekenen en
invaliditeit. Gezondheid gaat over fysiek, mentaal en sociaal welbevinden waarover
men zelf regie kan uitoefenen (participatie en veerkracht).
c) Quality of Life is breder dan emotioneel welbevinden. Levenskwaliteit omvat ook
financieel welzijn, werk, persoonlijke veiligheid, sterke sociale relaties, verbondenheid,
gezondheid en een kwaliteitsvolle omgeving.
d) De twee grootste valkuilen van biomedische gezondheidszorg zijn medicalisering en
individualisering.

o Binnen welk mensbeeld zou je de stelling “Een mens-op-zich is een lege doos. Onze
identiteit ligt in ons steeds evoluerend netwerk van relaties, onze leefwereld (Bron: Henk
Vandaele)” situeren?
a) Binnen het mechanistisch mensbeeld. Dit mensbeeld is gelinkt aan lineair-causaal
denken (bv. S-R-associatie).
b) Binnen het organistisch mensbeeld. Dit mensbeeld is gelinkt aan circulariteit: ≠
oorzaken en ≠ gevolgen.
c) Binnen het personalistisch mensbeeld. Dit mensbeeld stelt de uniciteit van iedere

, cliënt (bv. casusbespreking).
d) Binnen het relationeel-holistisch mensbeeld. Een burn-out bijvoorbeeld ontstaat
vanuit de wisselwerking tussen persoonlijke factoren (zoals coping) en contextuele
factoren (zoals werkstress).

o Binnen welk mensbeeld zou je het begrip ‘behandelprotocollen’ situeren?
a) Binnen het mechanistisch mensbeeld.
b) Binnen het organistisch mensbeeld.
c) Binnen het personalistisch mensbeeld.
d) Binnen het relationeel-holistisch mensbeeld.

o Welk van onderstaande uitspraken omtrent het preventiemodel van Jamoulle is FOUT?
a) Preventiecampagnes kunnen aandoeningen helpen voorkomen. Dit betreft primaire
preventie.
b) Preventiecampagnes kunnen de impact van een aandoening gunstig beïnvloeden. Dit
is tertiaire preventie. Bijvoorbeeld: gewichtstoename door medicatie-inname tegengaan
door gezondere voeding en meer beweging
of werkloosheid vermijden door over te schakelen naar part-time-werken (behoud van
sociale rol en participatie).
c) Herstel betekent dat je opnieuw kan leven zonder ziekte of symptomen.
Herstel betekent leren leven mét de ziekte en/of de symptomen, met een hoge mate van
welbevinden en QoL. Zo heeft een ex-alcoholicus nog steeds de nood om te drinken
(craving), maar heeft deze geleerd om deze drang te bedwingen. Genezen daarentegen
wijst wel op het leven zonder ziekte en/of symptomen.
d) Herstel houdt ook in dat je opnieuw een sociale rol opneemt. Dit verwijst naar
persoonlijk en maatschappelijk herstel (cfr. maatschappelijke participatie). Daarnaast
bestaat ook functioneel of anatomisch herstel.


Oorzaken van gedrag
o Welke van onderstaande stellingen omtrent de oorzaken van gedrag zijn FOUT?
(meerdere antwoorden)
a) Leren is een vorm van neuroplasticiteit. Tijdens het leren, leggen de hersenen nieuwe
neuronenverbindingen.
b) Het hard-wired circuit (limbisch systeem) zorgt voor snellere reacties dan het soft-
wired (prefrontale cortex).
c) De eigenschap competitiviteit is geheel te wijten aan het hormoon
testosteron. Competitiviteit kent diverse oorzaken zoals geslacht, genen, opvoeding,
culturele en situationele factoren… (cfr. bio-psycho-sociaal model).
d) De frontale cortex is het deel van de hersenen dat het minst wordt bepaald door onze
genen. De frontale cortex is het laatste hersengebied dat rijpt. Bijgevolg is de vorming
het sterkst onderhevig aan milieufactoren.
e) Priming betekent dat je een genetische predispositie hebt voor een bepaald
kenmerk. Priming is het effect waarbij eerdere cues ons latere gedrag beïnvloeden (bv.
interpretatie ‘bank’: park+zitten en pistool+geld; eens men enkele keren een diagnose
heeft gesteld, zal men geneigd zijn om dit ondoordacht verder te zetten).

, HOOFDSTUK C: DIENSTVERLENINGSPROCES
o Welk van onderstaande uitspraken omtrent psychologische dienstverlening is FOUT?
a) Psychologische dienstverlening vertrekt altijd vanuit een psychosociale vraagstelling.
b) Psychologische dienstverlening houdt steeds rekening met de cliënt in/en zijn context.
c) Psychologische dienstverlening gaat altijd over het oplossen van een
probleem. PDV gaat niet alleen om een curatieve context. Het kan ook inzetten op
preventie, welbevinden, gezondheidsbevordering en persoonlijke en professionele
ontwikkeling (bv. een bepaalde vaardigheid ontwikkelen).
d) Psychologische dienstverlening heeft niet voor iedere psychosociale hulpvraag een
pasklaar antwoord.

o Welk van onderstaande elementen en vaardigheden past NIET bij een onderzoekende
houding?
a) Actief luisteren.
b) Bevragen, observeren en testen/aftoetsen.
c) Nieuwsgierigheid, belangstelling en interesse tonen. De onderzoekende houding blijft hele
PDV-proces van belang.
d) Vasthouden aan wat je weet. Dit noemt confirmation bias. Een onderzoekende
houding vereist open-mindedness.

o Welke uitspraak sluit het best aan bij de cliëntgerichte psychologische grondhouding
‘empathie’?
a) Tactvol omgaan met de gevoelens van de cliënt en de PDV hierop
afstemmen.
b) Weten wat er in de cliënt omgaat. Empathie is geen toestand, maar een activiteit.
c) Hetzelfde voelen als de cliënt.
d) Formuleren van gepaste adviezen.

o Psychologische stromingen zijn belangrijk voor een psychosociale vraagstelling…
a) … om oorzakelijke factoren in kaart te brengen. Gesitueerd binnen Stap 2
‘Vraagstelling analyseren’.
b) … om voorwaarden tot verandering te formuleren.
c) … om cliënten tot verandering te bewegen. Dit gebeurt vanuit verandermodellen:
leerprocessen, motivatie…
d) … omwille van alle bovenstaande redenen.

o Binnen stap 3 binnen IMP worden psychologische methoden en technieken geselecteerd
en uitgewerkt…:
a) … op basis van de ideeën van de planningsgroep (task force).
b) … op basis van de veranderdoelen per determinant.
c) … op basis van de eigenschappen van de doelgroep.
d) … op basis van de randvoorwaarden en gebruiksvoorwaarden van iedere techniek.
e) Alle bovenstaande stellingen zijn correct.

o ‘Een scholier kan minstens drie voordelen opsommen van meer fruit en groenten eten’
hoort bij … binnen IMP:
a) Stap 1: Needs assessment. In deze stap wordt het probleem geanalyseerd aan de
hand van 5W1H-vragen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper natasja_maes_1999. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71498 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99  6x  verkocht
  • (0)
  Kopen