1
Vitaminen
Vitaminen = organische verbindingen zonder intrinsieke energetische waarde, het zijn
beschermende stoffen die noodzakelijk zijn voor het organisme; voor de groei en het behoud van
de gezondheidstoestand. De mens kan deze stoffen niet of in het beste geval in onvoldoende
hoeveelheden synthetiseren; exogene aanvoer is dus noodzakelijk.
1. VET OPLOSBARE VITAMINEN
o Weinig oplosbaar in water.
o Hun darmabsorptie, transport en uitscheiding gebeurt op een gelijkaardige wijze als
voor de vetten in de voeding.
o Ze worden in verschillende organen opgeslagen en kunnen bij overdosering toxisch
blijken.
Een overdreven opname van vetoplosbare vitamines houdt altijd een groter gevaar in
dan een overdreven opname van wateroplosbare vitamines. Deze laatstgenoemde
worden namelijk gemakkelijker uitgescheiden.
1.1 Vitamine A en provitamine A carotenoïden
Vitamine A = natuurlijke componenten die de biologische activiteit van retinol bezitten.
Retinol = het geheel van de natuurlijke verbindingen aanwezig in producten van dierlijke oorsprong
en in producten van plantaardige oorsprong.
Carotenoïden = luteïne, lycopeen en β-caroteen.
o De vitamine activiteit wordt uitgedrukt ten opzichte van retinol met als eenheid het retinol
equivalent (RE).
o De mate van activiteit van provitamine A carotenoïden is afhankelijk van het
absorptiepercentage en de mate waarin zij worden omgezet in retinol.
o De lever is de belangrijkste opslagplaats voor retinol in het lichaam.
FUNCTIE:
Vitamine A:
o Het zicht
o De groei en ontwikkeling
o De integriteit van epitheelcellen (bv. huid)
o De immuniteit
o De celdifferentiatie
o De voortplanting
o De anti-oxidatieve eigenschappen
Carotenoïden:
o Lager risico op cataract en op de leeftijdsgebonden maculaire degeneratie (blindheid).
o Lycopeen -> tomaten; verlaagd risico op verschillende kankers, vnl. Prostaatkanker.
o β-caroteen -> anti-oxidatieve eigenschappen.
Samenvatting 3.8 Vitaminen - Voedingsleer
,2
AANBEVOLEN DAGELIJKSE HOEVEELHEID:
Mannen = 750 µg vitamine A
Vrouwen = 650 µg vitamine A
TEKORT:
o Afname van de gezichtsscherpte bij schemerlicht. (nachtblindheid of hemeralopie)
o Xeroftalmie (uitdroging van het hoornvlies.)
o Aantasting van de groei en differentiatie van de epitheelcellen.
o Afname in de slijmsecreties en van de celintegriteit. (De weerstand tegen invasie van
potentieel pathogene organismen neemt af.)
o Ontwikkeling “gouden rijst”
MAX TOELAATBARE INNAME:
o Zeldzaam
o Eerste 3 maanden van de zwangerschap -> misvorming bij ongeboren kindjes
o Te hoge inname: ontstaan teratogeen.
o Osteoporose (afnemen kalk, waardoor breuken sneller voorkomen.)
o Heupfracturen
o Leverbeschadiging
o Hoofdpijn
o Alopecie (haaruitval)
o Beschadiging v/h botweefsel
o Neurotoxiciteit -> intracraniële overdruk (overdruk door vochtophoping rond de
hersenen), misselijkheid en braken.
MTI = 3000 µg RE/dag voor volwassenen
BRONNEN:
Vitamine A
o Dierlijkse oorsprong: lever, boter, kaas, eigeel, vette vissoorten, volle zuivelproducten.
o Plantaardige oorsprong: margarines, minarines, granen
Provitamine A
o Plantaardige oorsprong: groenten, fruit
o β-caroteen: groene bladgroenten, rode en gele groenten, wortelen, tomaten, spinazie,
venkel, broccoli, tuinkers, waterkers; peterselie, pompoen, abrikozen, mango, kaki,
braambessen.
Samenvatting 3.8 Vitaminen - Voedingsleer
, 3
1.2 1.2 Vitamine D
o 2 vormen:
o Vitamine D2 of ergocalciferol – plantaardige voeding
o Vitamine D3 of cholecalciferol – dierlijke voeding
o Dubbele herkomst:
o Huidlagen en zonlicht
o Voeding
o Vitamine D is geen echte vitamine want de aanmaak gebeurt in het lichaam.
o Vitamine D dat in het vetweefsel opgeslagen kan worden, wordt door de lever omgezet
tot 25-hydroxyvitamine D. Dit wordt in de nieren omgezet tot 1,25 dihydroxyvitamine D.
FUNCTIE:
o Botvorming (calcium- en fosformetabolisme)
o Immuniteit
o Controle van de celdeling en de cel differentiatie in vele organen.
o Chronische ziektes
o Cardiovasculaire ziekten, diabetes, colorectale kanker.
AANBEVOLEN DAGELIJKSE HOEVEELHEID:
Voedingssuppletie:
Kinderen = 10 µg per dag (zeker wintermaanden)
Adolescenten tot 18 jaar = 15 µg per dag
Volwassenen = 10-15 µg per dag
- Risicopatiënten voor osteoporose en zwangerschap = 15 en 20 µg per dag
Donkere huidskleur = hogere inname via voeding in België.
!! geen vitamine D stoten geven !! Bv. zonnebank
Volwassenen = 10-15 µg per dag D3
TEKORT:
o Verstoort botmineralisatie
o Spierkrampen
o Baby: vertraging groei, skeletafwijkingen, verhoogd risico op heupfracturen op oudere
leeftijd.
MAX TOELAATBARE INNAME:
o Volwassenen = 50 µg per dag
o Hogere dosissen kunnen toxische verschijnselen veroorzaken zoals hypercalcemie (hoog
calcium gehalte in het bloed), neurologische stoornissen, risico op nierstenen.
BRONNEN:
o Van nature bevatten weinig VM vitamine D.
o Vetstoffen zijn wettelijk verplicht verrijkt met vitamine D.
Samenvatting 3.8 Vitaminen - Voedingsleer