Amber Van Meenen
VOORWOORD
VOORWOORD
Voorwoord
Wat beide verbindt is de vraag: ‘Hoe moeten we handelen?’
- Ethiek situeert zich op microniveau
- Beleid situeert zich op macroniveau
- Beiden bevruchten elkaar (denk aan wetgeving rond abortus en euthanasie, het M-decreet,
kinderrechten, …)
Zowel ethiek en beleid gaat over ‘Het goede goed doen’
Beide domeinen beïnvloeden elkaar wederzijds via de verstrengeling tussen het persoonlijke goede en het
goede op maatschappelijk vlak
- Enerzijds verwachten we dat een degelijk beleid ethisch verantwoord is
- Anderzijds beïnvloedt het beleid steeds de manier waarop we nieuwe maatschappelijke
ontwikkelingen en keuzes ervaren en waarderen
- VB: verandering beleid en visie op abortus de laatste decennia of de manier waarop de inclusie-
gedachte zich doorzet en hoe zich dit vertaalt in dagelijkse beleid
De cursus
- Zet in op empathie en de (h)erkenning dat we allemaal verbonden zijn
- De vraag ‘Wie ben ik als hulpverlener en als mens?’ in de betekenis van ‘ Van waaruit vertrek ik in
mijn handelen en oordelen’ en ‘Waar stoot ik op?’
- Peilt naar en verkent de grondhouding van presentie en mededogen
- Baseline: “There’s a crack in everything, that’s how the light gets in”
HOOFDSTUK 1: MORAAL, ETHIEK EN GRONDHOUDING
MORAAL EN ETHIEK
Moraal en ethiek
MORAAL ETHIEK
= het geheel van normen, waarden en deugden die = reflectie op moraal, zoekt antwoorden op de vraag
het gedrag van een persoon mee sturen hoe te handelen
= een grondhouding van iets goeds of iets fouts = vraag naar het goede, het juiste en het
(vb: voor of tegen abortus) rechtvaardige
Wat goed, juist, rechtvaardig is en wat slecht, = systematische reflectie op moraal, ‘Waarom
verkeerd en onrechtvaardig is ben je voor of tegen?’ (uitleg)
Afkomst Afkomst
Komt van het Latijn mos – mores en verwijst naar Komt van het Grieks ethos, een woord dat
gebruiken, zeden en gewoonten oorspronkelijk verwijst naar het vermogen om het
vertrouwen van een publiek te verwerven bij
redevoeringen
1
,Amber Van Meenen
Moreel probleem, dilemma en nood
MOREEL PROBLEEM MOREEL DILEMMA MORELE NOOD
= kiezen tussen verschillende = als je het ene kiest, kan je het = het is niet oke, maar niemand
handelingsalternatieven, welke is andere niet kiezen – wat doet ziet het
de beste? + kunnen Antigone met haar dode broer
argumenteren waarom je koos Polynices?
wat je koos
Heeft steeds te maken met Keuze aan alternatieven en je VB: je weet van mishandeling,
vragen naar wat de beste moet er een kiezen maar niemand gelooft je
manier is om het goede te (specifieke vorm van moreel Jij alsook de mishandelde
realiseren in een bepaalde probleem) persoon in kwestie, bevinden
situatie Twee waarden mekaar zich dan in morele nood
wederzijds uitsluiten
(kiezen = verliezen)
Normen, waarden en deugden
NORM WAARDE DEUGD
= gebod of verplichting = wat je belangrijk, waardevol of = verinnerlijkte waarden,
naleven/afdwingen behoorlijk vindt – het gaat over kwaliteiten die je hebt ontwikkeld
ernaar leven/er toe opvoeden die jou in staat stellen juist te
Regels die vastliggen, handelen
manieren waarop waarden
gerealiseerd worden
VB: het verkeersregelement VB: veiligheid VB: voorzichtigheid
THE ALLIGATOR RIVER STORY
Het verhaal van de alligator-rivier
“Er was eens een vrouw die Abigail heette en die verliefd was op Gregory. Gregory woonde aan de andere oever
van een brede rivier. Deze rivier, die beide geliefden scheidde, zat vol met mensenetende alligators. Abigail wilde
bij Gregory zijn, maar dit kon niet want de brug was weggespoeld. Daarom vroeg ze Sinbad, die een boot bezat,
om haarnaar de overkant te brengen. Sinbad wou dit wel doen, maar enkel op voorwaarde dat ze ermee
instemde om eerst met hem naar bed te gaan. Abigail weigerde zijn voorstelen trok naar haar vriend Ivan en
legde haar miserie uit. Ivan antwoorde haar dat hij er niets mee te maken had en geen zin had om betrokken te
raken in deze affaire. Als gevolg van zijn weigering zag Abigail geen ander alternatief dan alsnog Sinbad’s
voorwaarde te aanvaarden. Sinbad hield zich aan zijn afspraaken bracht haar naar de overkant. Wanneer Abigail
aan Gregory vertelde over haar escapade met Sinbad, dumpte Gregory haar onmiddellijk. Vol hartzeer en ziek
van ellende, trok Abigail naar Slug en vertelde haar verhaal. Slug had medelijden met Abigail. Hij zocht Gregory
op en sloeg hem in elkaartot hij blauw zag. Abigail was heel tevreden toen ze hoorde dat Gregory zijn verdiende
loon had gekregen. Op het moment dat de zon achter de horizon verdween, weerklonk haar gelach.”
Ranking van de 5 personages – (1 = best, 5 = worst)
De kans is groot dat je in je argumentatie en verantwoording in de eerste plaats een beroep doet op waarden
en op normen. De opgesomde waarden gaan over datgene wat jij het meest waarde aan hecht. De genoemde
normen hebben vaak de vorm van “het is toch normaal dat...”, of “iedereen vindt toch dat”.
2
,Amber Van Meenen
Ze gaan over wat jij ‘normaal’ vindt, wat volgens de norm is. Maar in confrontatie met iemand anders word
je gedwongen te verantwoorden waarom die ene waarde waardevollerisdan de andere of waarom die ene norm
normaler is dan de andere? En dat blijkt geen sinecure. Het blijkt niet zo eenvoudig om een rationele fundering
te vinden voor jouw voorkeur of keuze. Maar is het dan gewoon een kwestie van “jij vindt het zo, ik vind het
anders. No hard feelings!” Met andere woorden, zijn waarden en normen met andere woorden relatief en hangt
je oordeel gewoon af van je eigen perspectief?
In het verhaal komen verschillende sterke emoties aan bod zoals verliefdheid, angst, verlangen,
onverschilligheid, wraak, jaloezie, eigenbelang, afpersing, leedvermaak... en die spelen ontegensprekelijk een
rol in onze waardenhiërarchie. Hoe geraken we hier uit?
Om hieruit te geraken schakelen we over van onze waarden en
normen naar een reflectie over die waarden en normen.
= we schakelen over van moraal naar ethiek.
Wat leren we uit deze oefening?
Dat het best moeilijk is om tot een consensus te komen
Dat sympathie en afkeer een rol speelt in ons oordeel
Dat sympathie en afkeer ook samenhangen met eigen ervaringen en eigen kwetsuren
Dat we verlangen/verwachten dat anderen ook voelen zoals wij
ETHISCHE STELSELS IN MT1, DEONTOLOGIE IN MT2
MODELTRAJECT 1 (= MT1)
MT1: verschillende ethische stelsels
1. Ethische stelsels zijn pogingen om modellen en principes voor het goede handelen te vatten, op te stellen
en te funderen
2. Ethische stelsels kunnen descriptief (hoe we moreel handelen) zijn, prescriptief (hoe we behoren te
handelen) of allebei
3. Ethische stelsels leggen de nadruk op ratio (rationaliteit/ inzicht/ wijsheid) of op gevoel (sympathie/
empathie)
4. Ethische stelsels verwijzen naar ‘interne’ motieven (intentie/geweten) of naar ‘externe’ resultaten
(gevolgen)
5. Ethische stelsels doen beroep op algemene principes, op waarden en normen of op deugden
6. Ethische stelsels zoeken zijn absolutistisch of relativistisch.
MODELTRAJECT 2 (= MT2)
MT2: deontologie (plichtenleer) en beroepsethische dialoog
Beroepsethische dialoog:
Intuïtief aanvoelen – ‘wat is de vraag’?
Argumenten verzamelen op verschillende niveaus:
- Feiten (objectief)
- Principes (intersubjectief)
- (Beroeps)ethische waarden (subjectief)
3
, Amber Van Meenen
Deontologie als perspectief
Deontologische principes:
- Letter van de wet
- Geest van de wet (‘intentie’)
Omgaan met vertrouwelijke gegevens
- Privacy: ‘vrijheid’
- Discretieplicht/beroepsgeheim: ‘vertrouwen
MODELTRAJECT 3 (= MT3)
MT3: grondhouding, zorg en deugd
Elke relatie (ook en a fortiori die tussen zorgvrager en zorgverlener) is een ethische relatie: het goede goed
doen
Cfr. de Montaigne: “Ik ben een mens en niets menselijks is me vreemd”
Het gaat in dit opleidingsonderdeel over persoonlijke groei, over leren uit je fouten, over zelfzorg
Vanuit het idee dat een morele grondhouding niet iets mentaal is maar iets holistisch en dat je job als
opvoeder/begeleider niet los kan gezien worden van je eigen groei en ontwikkeling als mens in relatie met
‘de ander’, je cliënten en hun context en je collega’s…
De basis van deze benadering is zorgethiek, deugdenethiek en presentie/spiritualiteit
KERNWAARDEN EN GRONDHOUDING
INLEIDING
Grondhouding = basis waarmee we in het leven staan (begrip basis vind je ook terug in het woord ‘basaal’)
Presentie = ‘er zijn voor’ + aandachtig aanwezig zijn, zonder direct te willen ingrijpen of sturen
Deze houding vinden we ook terug in gentle teaching en in programma’s die in dezelfde lijn appelleren op
mindfulness en mededogen
Kernwaarden= grond van waaruit je handelt
- VB: Waarom studeer je ortho? Waarom hou je ervan om met die doelgroep te werken?
KERNWAARDEN – KERNKWALITEITEN
Kernwaarden
Vormen de brug tussen absoluut en relatief
Zijn essentieel in je leven en geven er zin aan
- Essentieel= je vindt ze belangrijk (je wilt ervoor door het vuur gaan), geven zin aan je leven
Zijn datgene van waaruit je ten diepste handelt
Zijn onbaatzuchtig en transcendent (ze staan ten dienste van allen, niet van jou alleen)
- Transcendent = gaat voorbij eigen waarden (doe je niet voor jezelf) – ze lijken vanuit een innerlijke
bron te komen en zijn gericht zijn op het algemene welzijn
- Onbaatzuchtig = je doet ze niet voor iets terug te krijgen (niet ego-gerelateerd)
Categorische imperatief = je doet het goede voor het goede, niet voor jezelf
Manifesteren zich als grondhouding
4