Leerpad B – geestelijke gezondheidszorg
1. inleiding
1.1 definitie gezondheid
WHO: ‘gezondheid’ is een toestand van volledig welbevinden → Machteld
Huber was niet akkoord, want dit kan elke patiënt zijn
Gezondheidsraad, ZonMw en Machteld Huber: ‘gezondheid’ is een
vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van de
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven
Positieve gezondheid – Huber: positieve gezondheid bevat 6 dimensies
waaraan je gezondheid kunt aflezen en refereert naar welbevinden, gevoel
van geluk, zelfverwezenlijking en/of positieve persoonlijke eigenschappen
zoals optimisme, zelfrespect, weerstandsvermogen, gevoel van eigenwaarde,
zelfvervulling
o Lichamelijke functies: hier brachten artsen, beleidsmakers en
onderzoekers de meeste aandacht aan
o Mentale functies
o Beleving
o Spirituele/existentiële dimensie
o Kwaliteit van leven
o Sociaal-maatschappelijke participatie
o Dagelijks functioneren
Eigen kracht – Huber: doordat de nadruk ligt op veerkracht en eigen regie,
voelen patiënten zich in hun kracht aangesproken en niet uitsluitend benaderd
als zieke. Voor deze groep wegen sociale participatie en zingeving minstens
zo zwaar
1.2 definitie geestelijke gezondheid: mental health
WHO: een persoon die in goede geestelijke gezondheid zit is een persoon die
in staat is zich aan te passen aan verschillende leefsituaties, die kan
omgaan met hoogte- en laagtepunten, die moeilijke momenten kan
doorstaan of problemen kan oplossen, iemand die voldoende
zelfvertrouwen heeft om zich aan te passen aan een situatie waar men
niets aan kan veranderen → goede geestelijke gezondheid beperkt zich niet
tot de afwezigheid van een psychische ziekte, maar is een dynamisch
vermogen om evenwicht tussen alle levensaspecten te vinden
There is no health without mental health: geestelijke gezondheid en
emotioneel welbevinden maken met andere woorden integraal deel uit van de
gezondheid in de ruime zin van het woord en van de levenskwaliteit van de
mensen → geestelijke gezondheid en welbevinden bevorderen de scholing,
het werk en deelname aan de maatschappij
o Goed in je vel: kan talenten ontplooien, productief zijn en vruchtbaar
werken en draagt meer bij aan de gemeenschap
Mentaal welbevinden: naast fysieke gezondheid is dit een van de
belangrijkste wensen en geestelijke gezondheid is meer dan de afwezigheid
van klachten en stoornissen, het is over welbevinden en optimaal functioneren
1.2.1 mentaal welbevinden
⟹ het omvat 3 componenten die het mentaal welbevinden beïnvloeden
1
, - Emotioneel welbevinden: dit gaat over levenstevredenheid en de mate
waarin positieve gevoelens (plezier,..) aanwezig zijn en negatieve gevoelens
afwezig, mensen die een hoger emotioneel welbevinden gezonder zijn, langer
leven, vlotter herstellen en beter lichamelijke aandoeningen overleven
- Zelfrealisatie: dit uit zich in een doel hebben in het leven, autonomie,
zelfacceptatie, persoonlijke groei, positieve relaties en omgevingsbeheersing
- Sociaal welbevinden: het omvat een positieve visie op andere mensen,
geloof in maatschappelijke vooruitgang, de maatschappij begrijpen, erin
participeren en er zich thuis in voelen, wanneer mensen een hoge mate
emotioneel, psychisch en sociaal welbevinden spreken we van openbloeien
1.3 epidemiologische gegevens
- European Study on Epidemiology heeft ¼ mensen wereldwijd in zijn/haar
leven ooit psychische problemen gekend; 1/9 had in laatste jaren te kampen
met een psychische problemen, depressie bv.
- Nationaal niveau heeft 1/3 personen (32%) van 15 jaar en ouder psychische
problemen die op de ene of andere manier verwijzen naar een ‘slecht in vel
zitten’
- Belangrijk: er is de duidelijke verslechtering van de psycho-emotionele
toestand van de Belgische bevolking van 15 jaar en ouder in de afgelopen 5
jaar
o 2014 - Vlaanderen: 51% van mensen tussen de 18-79j ooit zelf een
probleem gehad hebben
Slaapproblemen (26%)
Angst (21%)
Burn-out/stress (21%)
Stemmingsproblemen (15%)
o Kinderen en jongeren: wereldwijd zijn zeker 20% van de kinderen en
jongeren te kampen met ziek makende geestelijke
gezondheidsproblemen, in die zin dat ze hun scholing en ontwikkeling
in gevaar brengen, 4% van de 12-17jarigen en 9% van de 18jarigen
depressief verklaard
België: 15% van de jongeren -18j zit niet goed in zijn vel
Vlaanderen: 38% uit 1100 jongeren (14-25j) en dat het hun
functioneren belemmert, 60% geeft aan het gevoel te hebben
niet aan verwachtingen te kunnen voldoen
Hoeveel men ermee omgaat: 2/3 geven aan dat vrienden hun
steunen, 8/10 wil vrienden er niet mee belasten, 70% geeft aan
dat muziek helpt, ¾ is op zoek naar een luisterend oor, 75%
verwacht in een gesprek met een professional dat het oplost, het
probleem anders te bekijken en concrete aanbevelingen te
krijgen. 15% heeft al hulp gezocht
Conclusie: vrienden zijn de primaire gesprekspartners,
daarna komen de ouders als het echt moeilijk gaat
Belangrijke waarden: vertrouwelijkheid en continuïteit
van de hulpverlener + 90% vindt de ‘altijd beschikbaar’
belangrijk
2
, 1.3.1 ontstaan van psychische ontreddering en psychische problemen
⟹ Dynamisch stress-
kwetsbaarheidsmodel: geeft aan hoe
kenmerken van de persoon zelf, omgeving en
gebeurtenissen in het leven elkaar, en
daarmee risico op geestelijke ongezondheid,
beïnvloeden
- Er is een samenspel tussen de
biologische kwetsbaarheid, sociale
kwetsbaarheid en lichamelijke
kwetsbaarheid, dat bepaalt hoe
iemand reageert op zowel negatieve als positieve levensgebeurtenissen
- Risicofactoren: geslacht, persoonlijkheid (geremdheid of sociale
vaardigheid), leeftijd, het wel of niet hebben van lichamelijke ziekten, sociale
steun, gezinssituatie, eenzaamheid, sociaaleconomische status (opleiding,
inkomen en beroep) en traumatische ervaringen
- Vroegtijdig ingrijpen: door vroegdetectie, preventie en
gezondheidsbevordering zijn belangrijk, zo kunnen psychische problemen
zoveel als mogelijk voorkomen worden en hoeven ze niet uit te monden in
kritische geestelijke gezondheidssituaties van de patiënt
- Beschermende factoren: deze kunnen versterkt worden om de geestelijke
ongezondheid te voorkomen
- Cumulatie van risicofactoren en hun verhouding met protectieve/
beschermende factoren: zijn de persoonlijke balans tussen draagkracht en -
last, deze zijn van belang om de wisselwerking tussen beschermende en
risicofactoren op micro-, meso- en macroniveau
1.3.2 de mogelijkheden voor preventie op basis van kwetsbaarheidsmodel
⟹ is een model volgens Ormel, Neeleman &
Wiersma i.v.m. de preventie strategieën die zij
voorkeuren
1. Focus op generieke determinanten
(beschermend en risicofactoren): veel
stoornissen worden hierdoor beïnvloed op
vlak van ernst en chroniciteit
2. Preventie bij hoogrisicokinderen en -
adolescenten: dus jongeren die aan
verschillende risicofactoren worden
blootgesteld bv. ouders met psychiatrische
voorgeschiedenis, inadequate ouderlijke
zorg
3. Reductie van periode tussen ontstaan
van de 1ste stoornis en effectieve
behandeling daarvan: er kan een halt
worden geroepen in de cyclus waarin gevolgen van een ‘eerdere psychische
stoornis’ de oorzaken (determinanten) worden van nieuwe problemen
4. Herkenning en behandeling van psychische stoornissen in de
somatische gezondheidszorg: dit kan schade door veelvuldig specialistisch
onderzoek bij somatiserende patiënten voorkomen
1.3.3 gevolgen geestelijke gezondheidsproblemen en psychische ontreddering
3