Thema 2_Genderdiversiteit
1 Genderdiversiteit
1.1 ABC van gender
1.1.1 Genderkoek
1.1.1.1 Biologisch geslacht
Biologisch geslacht
= hoe je op de wereld komt
Chromosomen (XX, XY, XXX…)
Geslachtskenmerken (primair, secundair)
Hormonen (testosteron, oestrogeen…)
Niet binair: 1,7% intersekse
o Mannelijke en vrouwelijke kenmerken
AFAB (Assigned Female At Birth) – AMAB (Assigned Male At Birth)
1.1.1.2 Genderidentiteit
Genderidentiteit
= innerlijke abstracte beleving
Polen/ planeten
Cis-, trans-, a-, demi-, non-binair, -queer, -fluid…
o Cis: zelfde (= geboortegeslacht)
o Trans: anders, overgaan (≠ geboortegeslacht)
o A gender: identificeren zich met geen enkel gender
o Demi gender: demi jongen/ meisje, soms jongen/ meisje voelen
o Non-binair: gender zit op het spectrum tussen 'man' en 'vrouw'
o Genderqueer: containerbegrip: iemand voelt zich anders, tussen man/ vrouw
o Genderfluid: gender veranderd doorheen de tijd
Genderdysforie (lichaam identiteit)
= negatief emotie die ontstaat wanneer innerlijke beleving niet overeenkomt met hoe je eruitziet
Sociale dysforie (perceptie identiteit)
= wanneer iemand wordt behandeld als een gender waarmee die zich niet identificeert
Gendereuforie
= wanneer je tevreden bent over je eigen lichaam
1.1.1.3 Genderexpressie
Genderexpressie
= presentatie, gedrag, rol, naam naar de wereld toe
1
, Mogelijks discrepantie (identiteit expressie)
o Soms kunnen we onszelf niet tonen aan de wereld zoals we onszelf voelen (bv. geldgebrek,
geen steun)
Mannelijk, vrouwelijk, androgyn, fluïde, non-conform…
o Androgyn
Een persoon die zich niet mannelijk en niet vrouwelijk voelt, zich juist mannelijk én
vrouwelijk voelt of iemand die gevoelsmatig tussen beide seksen staat
Moeilijk uit te maken of de expressie mannelijk/ vrouwelijk is
o Non-conform
Gedrag, uiterlijk en/of innerlijke beleving ≠ hoe we het van meisje/vrouw of
jongetje/man standaard verwachten
Leunt op cliché: culturele identificatie
1.1.1.4 Seksuele aantrekking
Seksuele aantrekking
= wie/ wat windt je op?
Esthetisch – sensueel – intellectueel
o Esthetisch: hoe iets eruitziet/ fysiek heel aantrekkelijk
o Sensueel: aangetrokken tot dingen die je samendoet
o Intellectueel: aangetrokken tot iemands geest
Gender: hetero-, homo-, bi-, pan-, a-, demi-
o Hetero: aangetrokken tot iemand van ander gender
o Homo: aangetrokken tot iemand van eigen gender (mannen)
o Bi: aangetrokken tot eigen gender en minstens 1 ander gender
o Pan: aangetrokken tot alles (gender is niet belangrijk voor persoon)
o A: seksuele lust/ verlangen heb ik niet, niet rap opgewonden
o Demi: mensen die eerst samen iets moeten opbouwen/ emotioneel verbonden zijn voordat
ze meer kunnen doen in de relatie
1.1.1.5 Romantische aantrekking
Romantische aantrekking
= verliefdheid (≠ platonische aantrekking (=interesse in/ verlangen naar vriendschap of andere goede relatie met
specifiek persoon. Meestal niet romantisch en niet seksueel, maar kan variëren) )
Esthetisch – intellectueel
Gender: hetero-, homo-, bi-, pan-, a-, demi-
1.2 Paradigma’s
1.2.1 Paradigma (Paul B. Preciado)
Paradigma Paul B. Preciado
Manier van denken ‘over’ wetenschappelijke of sociale consensus, aanname
Niet echt theorie = kijken naar dingen die theorie mogelijk maken
Theoretische landingsbaan, ‘discursieve wereld’
o Stap voor stap tot een redenering komen??
Paradigma bepaald ‘beschikbare taal’
o Bv. one-seks-theorie ‘aesthetics of anatomical difference’ & ‘system of oppositions’
= 1 biologisch geslacht, alleen mannen vrouwen zijn mislukte mannen met wetenschappelijk
onderzoek geconfronteerd (mensen bekijken en zagen dat het niet waar was)
2