Hoofdstuk 0: Introductie + omgaan met feedback + vaardigheden & attitudes
Feedback/terugkoppeling = doen om effecten v hun gedrag of boodschap te verhelderen, om gedrag
te bevestigen of bij te sturen (is gespreksvaardigheid)
Ontvangen kan zorgen om eigen blinde vlek te verkleinen, kan (non-)verbaal, spontaal of op
verzoek vb. fronsen wenkbrauwen, hartelijk/afstandelijke begroeting, smartphone tijdens
les,…
Verwarring met kritiek/commentaar geven: dat geeft een oordeel & feedback doet dt nt ->
spreek uit over gedrag v ander MR oordeelt de ander nt
Goede feedback:
- Beschrijven wat je ziet, hoort, voelt & wees concreet & specifiek
- Gaat over nu & nt over situaties uit het verleden
- Moet subjectief zijn, is beleving/interpretatie v gedrag/boodschap (nt veralgemenen); door
subjectiviteit kan andere er nt mee akkoord zijn
- Effect weergeven, welke gevoelens & gedrag lokt dit uit
- Is het bruikbaar voor de ander?
- Richt op belangrijke aspecten, is selectief
- W soms uitgesteld door angst of onwetendheid, kwaad vermijden dr op constructieve wijze
feedback te geven
Aandachtspunten gever:
welkom?; praat tegen nt over; observatie in ik-boodschap; zelfwaargenomen gedrag; op
gedrag nt persoon; over recent gedrag; specifiek & concreet; vermijd
verwijten/interpretaties/oordelen, geef effect v gedrag; gepast moment kiezen; tijd geven
om te reageren, vraag reactie als ander nt reageert
Aandachtspunten ontvanger:
Bereid om te ontvangen; aangeven vr behoefte, luister nr neg & pos elementen; is
leermiddel; vraag opheldering; neem tijd vr verwerking; jezelf verdedigen hoeft nt; gaat over
gedrag & nt jezelf; zelf zien wat je doet met het; laat weten bij (be-) veroordeling; bedank
ander
Waarderende feedback = feedback geven MR eerst uitspreken v kwaliteiten, talenten, fijne
eigenschappen, mooie kwaliteiten, doorzettingsvermogen,… -> creëren v pos klimaat waarin je
geloof in ander kenbaar maakt
belangrijk om zo relatie tussen hulpverlener & cliënt te behouden, zo afstemmen &
smnwerken
Communicatieve vaardigheden (aanleren)
Zie blad!!!
Attitudes (houding)
Zie blad!!!!
1
,Hoofdstuk 1: relatiegericht werken in de begeleiding
1.1 kwaliteiten v/d begeleider
Kwaliteiten v begeleider
natuurlijke neiging om te willen helpen -> dient bijgeschaafd te worden
ontwikkelen v begeleidersasp & houdingsasp
integreren v aangeleerde vaardigh met eigen persoonlijkheid
sneller handelen dan in begin & leren kwaliteiten doorheen de jaren kennen vb.
luisteren, goede ideeën, begripvol zijn, aandacht geven, kijken nr gedachten & gevoelens
Algemene kwaliteiten beginnende begeleider
betrokkenheid
kennis & inzichten
leergierigheid
warmte & vriendelijkheid
zorgzaamheid
Wampold stelt dt effectieve begeleiders over … beschikken:
goede verbale kwaliteiten
juiste afstemming (goede balans om elkaar te begrijpen)
gedachten & gevoelens benoemen & verhelderen
persoonlijk inzicht
affectie aan client; warmte & acceptatie
empathie
gerichtheid op ander
cliënten voelen zich begrepen & hebben meer vertrouwen: goede begeleiders kunnen
band creëren met allerlei soorten cliënten met diverse eigenschappen
1.2 contact maken
DRAAGKRACHT
Hoe gaat cliënt om met problemen of vraagstukken? Vanuit prof hulpverlening PERSOONS- ONTWIKKELINGS-
KENMERKEN TAKEN
verhouding zoeken tss mogelijkheden & onmogelijkheden v cliënt: de VAARDIGHEDEN BELASTBAARHEID
balans vinden tss de persoonskenmerken & vaardigheden (draagkracht)
DRAAGLAST
aan de ene kant & belastbaarheid & ontwikkelingstaken (draaglast) aan
de andere kant = weegschaalmodel
Contact maken met cliënt is een uitnodiging om smn het begeleidingsproces aan te gaan: continu aan
kijken, aftasten, reageren, afstemmen, aansluiten -> zoeken nr juiste condities & voorwaarden voor
contact
Jezelf eerst zo eerlijk mogelijk presenteren & initiatief nemen: ‘dit ben ik & ik ben benieuwd
wie jij bent’
Cliënten hebben het recht om te begrijpen wat intenties & strategieën zijn in helpende &
ondersteunende relatie
Begeleiders hebben ethische verantwoordelijkheid om cliënten volledig te informeren over
het begeleidingsproces: GEEN verborgen agenda
2
, Informeel of formeel contact leggen:
- formeel: monoloog (over jezelf vertellen & wat cliënt kan verwachten), eenzijdig (door
monoloog & cliënt hoort deze en kan vragen stellen), hulpverlener vs cliënt
- informeel: openheid (basis vr vertrouwensband), gezamenlijk proces -> eerst algemeen &
dan over jezelf verder informeel vragen hoe het gaat met de cliënt, gaat sneller over zichzelf
beginnen
Eerste contact maken: weinig tijd? Nood aan crea met weinig middelen (ontwikkelt dn tijdens
begeleidingsproces)
-> contact beïnvloed dr afspraken die gemaakt w & acties die verder gebeuren (snel & actief
afspraken nakomen vb. zo snel mogelijk nieuwe voogd zoeken)
laten zien dt je moeite toont, zorgt vr betrokkenheid vb. eens bellen of op de hoogte
houden
1.3 eigen inbreng bij begeleiden
Om bijdrage te leveren aan hulpverleningsproces: standpunt innemen over wat je zelf belangrijk
vindt in omgang met ander
standpunt = beïnvloed dr persoonlijke waarden & overtuigingen, over hoe je met elkaar
omgaat, welke methoden bij je passen, welke houding aannemen,…
Persoonlijke bijdrage: eigenheid & subjectiviteit die je aan begeleiding meegeeft
Inhoudelijke bijdrage: inhoudelijk voldoen aan vraag of behoefte v cliënt & hoe wil je
smnwerken aan het gestelde doel
Afspraken v organisatie & methodiek (= welke aanpak hanteer je binnen je begeleiding) vs
discretionaire ruimte (= bewegingsruimte waar begeleider zijn eigen beslissingen neemt)
Te maken met richtlijnen, beroepscode & voorgeschreven procedures als met eigen
mensbeeld, ervaring, kennis & vaardigheden
Kijken wat past voor cliënt
Inzicht in eigen motivatie & achtergronden is onontbeerlijk i/d relatiegerichte begeleiding
Leren kijken nr effecten v jouw gedrag & comm nr een ander
Diagnose-receptmodel = cliënt komt binnen met probleem waarna jij probleem gaat onderzoeken, je
laat oorzaken & gevolgen zien & biedt dn mogelijke oplossingen
Cliënt leert zelf nt zoeken nr oplossingen & zal weinig geactiveerd w om
Diagnose-
zelf na te denken receptmodel Circulaire
verbinding
Beter smn zoeken nr oplossing of nr kern & daaruit oplossing zoeken
Circulaire verbinding = relatie tss begeleider & cliënt (relatie wederzijds beïnvloeden)
Fijngevoeligheid (sensiviteit) ontwikkelen waarmee je verbale & non-verbale boodschappen
kunnen duiden
3