Hoofdstuk 11: Biologische membranen
Het belang van cellulaire membranen
1) Bescherming van de inhoud hoge concentratie aan opgeloste stoffen (concentratiegradiënt)
2) Ongelijke verdeling van ladingen in en uit: ladingsgradiënt elektrische spanning
3) ‘Semipermeabel’: permeabiliteitsbarrière in en uit
4) Geeft structuur en vorm aan een cel
5) Beschermt de cel tegen indringers
Hoe laat de celmembraan de vorige functies toe?
1) Sensor van de omgeving
2) Selectieve passage van stoffen
3) Mechanische eigenschappen: membraan past zich aan, hersluit flexibel
! 1) en 2) gebeuren door eiwitten in de membraan
11.1 Inleiding
- Eigenschappen van water
Water is een polair molecule: -> Ongelijke verdeling van + en – ladingen
-> De H nucleus trekt het elektron minder hard aan dan O
Zuurstof: -> 8 elektronen, 6 in de buitenste schil
-> Sterk elektronegatief
-> Trekt sterker elektronen aan dan H Agressief molecule
Water = het belangrijkste achtergrondmolecule in levende systemen
-> 70% celgewicht is water
-> Sterk polair solvent
-> ‘Flickering cluster’ = zwakke verbindingen die gevormd worden en terug verdwijnen
-> Waterstofbrug = een zwakke binding 1/20ste van de sterkte van een covalente binding
- Opgeloste stoffen in water
Een watermantel rond ionen
Geladen stoffen lossen goed op in water
, Polaire moleculen trekken polaire watermoleculen aan Hydrofiele moleculen
Lossen goed op in water
Waterstofbruggen zullen
d gevormd worden
Water vormt een kooistructuur rond Hydrofobe moleculen Lossen NIET goed op in water
Kost veel energie = ongunstig
Waterstofbruggen zullen NIET
d gevormd worden
- Cellulaire membranen
Membranen in de cel vormen verschillende cellulaire compartimenten
11.2 Lipiden dubbellagen
- Membraanlipiden vormen een dubbellaag in water
Membraan bevat vooral lipiden en ook eiwitten
Typische membraanlipide heeft een hydrofiele kop en hydrofobe staarten
Er zijn 3 klassen lipiden: 1) Fosfolipiden (meest courant)
2) Sterolen (cholesterol)
3) Glycolipiden
Fosfatidylcholine (lecithine) is het meest voorkomende fosfolipide in membranen
-> Enkelvoudig onverdadigd vetzuur (cis) KNIK Vloeibaarheid van de membranen
Een zwitter ion/dipolair ion = neutraal, maar draagt zowel een positieve als een negatieve
d lading op verschillende plaatsen in de verbinding
Glycerolester (R-O-C=O) = een zuur dat reageert met een alcohol of suiker
Vetten ≠ Lipiden Vetmoleculen zijn hydrofoob, lipiden zijn amfipathisch
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maxim5. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.