Begrippenlijst: psychologische
basisvaardigheden
Les 1) met aandacht luisteren als basishouding
Luisteren = oprecht en geïnteresseerd in zich
opnemen wat een ander verteld (open,
aandachtig en mild nieuwsgierig)
OF
= gehoorzaam en angstig doen wat de
ander vraagt
Still-face experiment = moeder kijkt 2 min met neutrale
gezichtsuitdrukking naar kind, kind doet
vanalles om aandacht te krijgen/gehoord te
worden (wenen, krijsen, …)
Passende ruimte Vertrouwelijk
Rustig
Ongestoord
Ruim
Beschikbaar
Angulair = samenwerkend, veligheid biedend, ruimte
om naar elkaar te kijken of weg te kijken
x
x -----
Parallel = verbondenheid, ondersteunend
vaak met kids en jongeren
x x
--------
Frontaal = wederzijds ‘volwassen’
intelligentietest
x
--
x
Diagonaal = onverschillig
minst gebruikt
x
-----
x
Paralinguale aspecten = stilte, aansluiten taal anderen,
stemgebruik/spreeksnelheid, vocale
aanmoediging
Belangrijke afkortingen! BEGIMALS: basishoudingen
BOTJIS: blokkades
, Les 2) met aandacht kijken naar non-verbale aspecten van communicatie (GRALISS)
Participerende observatie = gesprek waarbij je de ruimte en de
materialen biedt voor non-verbale uitingen
≠ louter verbaal gesprek
≠ afstandelijke observatie
verloop: voorbereiding, beginfase,
midden, eidfase
Les 3) basisvaardigheden luisteren in een gesprekssituatie client-hulpverlener
Vaardigheden = competentie of vermogen om een
handeling bekwaam uit te voeren of een
probleem op te lossen
= reguleren, luisteren, nuanceren
Hulpverlener = iemand die medische, maatschappelijke
of geestelijke hulp verleent als beroep
Probleemverheldering (gespreksmodel = contact leggen + eerste zich op probleem
Egan)
Probleemnuancering (gespreksmodel Egan) = herformuleren + ordenen + nuanceren +
overzichtelijke kijk + (deel)problemen
kiezen
Probleembehandeling (gespreksmodel = definiëren van gekozen na te streven
Egan) doelen + bereiken van deze doelen
(instructie, actie en evaluatie)
Vertrouwensfiguur als basishouding
= onvoorwaardelijke acceptatie +
transparantie + echtheid
als vaardigheid
= luisteren/empatisch reageren + specifieke
richtinggevende aandacht
Mededeelzame dedective = hoe verwerkt de clïent informatie? Hoe
beleeft hij het?
- differentiatie: algemene info
concrete info
- Integratie: te concrete/weinig info
algemene info
Docent = andere visies voorleggen (maar GEEN
actie!)
Coach = terughoudend, stimulerend en over
drempels heen
vertrouwen self-efficacy, slaagkans
bekijken, effect op cliënt en omgeving
bekijken
Regulatie = bij het eerste gesprek
= structuur aanbrengen
- doel gesprek duidelijk maken
- Tijdsduur duidelijk maken
- Parktische zaken