Pedagogische praktijkontwikkeling, onderzoek en beleid
Instelling
Universiteit Utrecht (UU)
Boek
Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering
Dit is een samenvatting van het boek "Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak", van Brug et al. De samenvatting bevat hoofdstuk 1, 4, 5, 6, 7 en 8. Dit is de tentamenstof (van dit boek) voor het tentamen voor het vak "pedagogische praktijkontwikkeling, onderzoek en bele...
Samenvatting Voeding, voorlichting en gedrag (6670)
Samenvatting PPOB
Alles voor dit studieboek (20)
Geschreven voor
Universiteit Utrecht (UU)
Pedagogische Wetenschappen
Pedagogische praktijkontwikkeling, onderzoek en beleid
Alle documenten voor dit vak (18)
1
beoordeling
Door: floorpatist • 8 maanden geleden
Verkoper
Volgen
aliekekunst
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak
Hoofdstuk 1: Planmatige bevordering van gezond gedrag
1.1 Inleiding
Gezondheidsvoorlichting is meer dan alleen informatiebrochures, bijsluiters, folders of tv-spotjes. De
Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) definieert gezondheidsvoorlichting als: ‘de combinatie van
leerervaringen ontwikkeld en ontworpen om mensen en gemeenschappen (communities) te helpen
om hun gezondheid te bevorderen’. Gezondheidsvoorlichting is een onderdeel van
gezondheidsbevordering: een combinatie van voorlichting en omgevingsveranderingen die gezond
gedrag en gezonde leefomstandigheden stimuleert.
De ‘planmatigheid’ (uit de titel) slaat op het systematisch gebruik van bevindingen van
wetenschappelijk onderzoek om gezondheidsvoorlichting richting, inhoud en uitvoering te geven.
1.2 Gezondheidsbevordering: doelen, doelgroepen, middelen en begrippen
Primaire preventie: voorkomen van een gezondheidsprobleem of categorie van
aandoeningen. Het is alleen mogelijk als de oorzaken van het probleem voldoende bekend
zijn en deze oorzaken te beïnvloeden zijn.
Secundaire preventie / vroege opsporing: mensen met een voorstadium of vroeg stadium
van een aandoening identificeren zodat gerichte vroegbehandeling mogelijk is om erger te
voorkomen. Bv. bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
Tertiaire preventie: richt zich op mensen met een ziekte of beperking. Doel is om zo goed
mogelijk te leven met en het beheersen van een beperking of ziekte om een verdergaande
invalidering te voorkomen, kwaliteit van leven te behouden of te vergroten.
Hoogrisicobenadering: eerst wordt een risicogroep geïdentificeerd, bv. op basis van leeftijd, SES, etc.
Populatiebenadering: de hele bevolking of een grote deelgroep daaruit wordt benaderd.
Tegenwoordig wordt in plaats van het onderscheid tussen hoogrisicobenadering en
populatiebenadering vaker het specifiekere onderscheid gemaakt tussen:
Universele preventie: gericht op totale bevolking of grote groepen daarbinnen.
Selectieve preventie: gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico.
Geïndiceerde preventie: gericht op individuen die nog geen gediagnosticeerde ziekte
hebben, maar wel beginnende klachten of symptomen.
Zorggerelateerde preventie: gericht op individuen met een ziekte.
Middelen om gezondheidsbevordering te bereiken:
Voorlichting: mensen motiveren tot, te trainen in, en te ondersteunen bij gezond gedrag.
Voorzieningen: gezond gedrag gemakkelijker, beter beschikbaar en beter bereikbaar maken.
Regelgeving, controle en sancties: gezond gedrag afdwingen.
De laatste decennia is er steeds meer aandacht voor de rol van de omgeving als risicofactor voor
ongezondheid en als determinant voor ongezond gedrag.
,We kunnen op vijf niveaus doelgroepen onderscheiden met daarin de personen die beslissingen
nemen:
- Individueel niveau
- Interpersoonlijk of groepsniveau
- Organisatieniveau
- Lokaal niveau
- Samenlevingsniveau
Wanneer gezondheidsvoorlichting op basis van wetenschappelijke inzichten stapsgewijs en planmatig
wordt ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd, is de kans op succes groter. Er zijn daarom
diverse protocollen ontwikkeld die de gezondheidsbevorderaar (GB’er) kan helpen bij de ontwikkeling
van interventies.
Het ‘Model voor Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering’ is sterk geïnspireerd
door het Precede-Proceed Model en het Intervention Mapping-protocol.
Het model dwingt de voorlichter om op een deductieve wijze gewenste uitkomsten terug te voeren
naar oorzaken en oplossingen.
1. Analyse van gezondheidsproblemen: vragen naar de belangrijke gezondheidsproblemen
waarmee een doelgroep wordt geconfronteerd.
2. Analyse van gedrag: kijken naar mogelijke gedragsoorzaken van gezondheidsproblemen en
gedragsoplossingen om die problemen het hoofd te bieden.
3. Analyse van determinanten van gedrag: persoonlijke determinanten en
omgevingsdeterminanten worden vastgesteld.
4. Interventieontwikkeling: interventie ontwikkelen om de determinanten van gedrag en het
gedrag zelf te veranderen.
5. Interventie-implementatie: verspreiding en uitvoering van de interventie zoals de interventie
is beoogd en bedoeld.
6. Evaluatie: interventies worden geëvalueerd om na te gaan of de interventie de gewenste
resultaten heeft (effectevaluatie), en of deze is uitgevoerd zoals gepland (procesevaluatie).
1.3 Valkuilen voor gezondheidsvoorlichting
Het verkeerde gedrag: soms worden interventies ontwikkeld gericht op gedrag waarvan de
relatie met het probleem onbekend of onzeker is.
De verkeerde gedragsdeterminanten: de determinanten die voor de professional belangrijk
zijn, zoals risico, veiligheid en gezondheid, zijn voor de doelgroep zelf zelden het belangrijkst.
De verkeerde interventie: de keuze voor een soort interventie kan niet adequaat zijn voor het
onderliggende probleem en de determinanten. Bv. voorlichting i.p.v. voorzieningen / regels.
Onvoldoende aandacht voor implementatie: ontwikkeling van een interventie die
onvoldoende aansluit bij degenen die de interventie moeten gaan uitvoeren en de context
waarbinnen dit moet plaatsvinden.
Evaluatie: onjuist kiezen van het evaluatieniveau.
, 1.4 Gereedschappen voor planmatige gezondheidsvoorlichting en het belang van theorie
Planmatige voorlichting is een systematische activiteit.
1. Definieer zorgvuldig de vraagstelling
2. Inventariseer de direct beschikbare kennis; brainstorm over mogelijke voorlopige antwoorden
3. Desk research: zoek literatuur, statistieken of andere documentatie die direct of indirect de
vraag kan beantwoorden
4. Zoek empirisch ondersteunde theorieën die direct of indirect de vraag kunnen beantwoorden
5. Doe aanvullend onderzoek
6. Leid antwoorden af en pas deze toe
1.5 Ethiek van gezondheidsvoorlichting
Bevordering van gezond gedrag lijkt vanzelfsprekend en rechtvaardig. Maar mag je als GB’er mensen
wel lastigvallen over gezond gedrag wanneer ze daar helemaal niet om vragen?
Ethiek: het systematisch denken over waarden en normen m.b.t. menselijk handelen. Voorlichters
moeten kunnen uitleggen wat hun ethische keuzes zijn, en hun argumenten moeten gesteund
worden door anderen zoals beroepsgenoten, de doelgroep en de samenleving.
Hoofdstuk 4: Determinanten van gedrag
4.1 Inleiding
Inzicht in belangrijkheid en veranderbaarheid van determinanten van gedrag vormt de basis voor het
ontwikkelen van planmatige interventies om gezond gedrag te bevorderen.
De belangrijkste voorwaarde voor het goed kunnen bepalen van determinanten van gedrag is dat dit
gedrag goed en helder geïdentificeerd wordt. 4 redenen waarom dit lastig is:
1. Gedrag bestaat vaak uit meerdere gedragingen.
2. Het is de vraag of men met name moet zoeken naar determinanten van het gewenste gedrag,
het ongewenste gedrag of naar determinanten van gedragsverandering.
3. Belangrijke vraag is wiens gedrag we willen verklaren, omdat we diens gedrag in de te
ontwikkelen interventie willen beïnvloeden en veranderen. Overheid of de roker?
4. Het is van belang dat men zich afvraagt of mensen wel weten dat ze zich gezond of ongezond
gedragen.
4.2 Hoe ontstaat gedrag?
Volgens leertheorieën leren mensen gedrag aan wanneer aan een bepaalde stimulus een beloning
wordt gekoppeld. Bijvoorbeeld klassiek of operant conditioneren, of de sociaal-cognitieve theorie.
Reacties op een stimulus kunnen onbewust (men weet niet dat men op een prikkel reageert) en niet-
intentioneel zijn (zonder expliciete bedoeling om een bepaalde handeling uit te voeren). Dit zijn
automatische reacties. Gewoonten zijn eigenlijk niets anders dan automatisch geactiveerde
gedragingen.
Ons gedrag wordt ook sterk bepaald door biologische (en biopsychologische) factoren. Sommige
mensen hebben bijvoorbeeld genetisch meer aanleg om overgewicht te krijgen.
Ook zijn er evolutionaire factoren aan te wijzen die ons gedrag kunnen beïnvloeden. Zo is het
evolutionair verklaarbaar dat mensen ruim eten als het kan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aliekekunst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.