Tekst: digitaal goederenrecht: een verkenning ervan
Digitale goederen zijn in opkomst (vb e-boos, software, cryptomunten, data,..), dat zijn alle
goderen die een digitaal bestaan kennen.
Tot nu ontvermd het verbintenissenrecht zich daarover, en worden er contractuele
afspraken gemaakt over onder andere het verlenen van een bepaalde exclusiviteit op de
goederen. Maar dit biedt in de praktijk geen antwoord op verder vragen zoals de
mogelijkheid tot revindicatie, verhaal uit te oefenen (vb beslag op een digitaal goed te
leggen), of er andere zakelijke zekerheidsrechten op te vestigen. nood aan een
goederenrechterlijk statuut van digitale goederen. Kan je het juridisch gezien wel
kwalificeren als ‘goederen’?
Zijn digitale goederen vatbaar voor eigendom? Maw onder welke voorwaarden kan er
sprake zijn van eigendom op digitale goederen.
1) Wat kan het voorwerp van eigendomsrecht (zakelijk recht) uitmaken?
= alle goederen in de zin van artikel 3.41 NBW.: “alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-
eigening, met inbegrip van vermogensrechten”. (en daar wordt een goed beschrven als een
voorwerp, maar wanneer is een voorwerp een goed? )
- Voorwerp?
= art 3.38 BW: alles wat bestaat, met uitzondering van personen en dieren. (kan
vermogensrechten zijn, natuurlijk, kuntsmatig, lichamelijk, onlichamelijk,..)
- Vatbaar voor toe-eigening?
= dit wordt niet gedefinierd, maar je kan uit de parlementaire voorbereiding afleiden
dat je het kan onderscheiden van gemene zaken die in hun totaliteit niet kunnen
worden toe geeigend.
- Dus: wanneer is een voorwerp een goed? Twee cumulatieve voorwaarden
= een voorwerp dat aan een persoon toebhoort met uitzondering van anderen: een
persoon oefent feitelijke exclusieve macht uit over het voorwerp
= een voorwerp moet vermogenswaarde hebben: economische waarde
! data dat gewalificeerd wordt als goederen in de zin van art. 3.41 BW, maken deel uit van
het vermogen van de eigenaar ervan ! Art. 3.35, lid 1 BW.
2) Wat houdt het eigendomsrecht in?
Definitie en kenmerken van het eigendomsrecht in artikel 3.50 BW:
“ het eigendomsrecht verleent aan de titularis ervan het rechtsreekse recht om het
voorwerp ervan te gebruiken (usus), genieten (fructus) en te beschikken (abusus).
, Maar deze eigenaarsbevoegdheden kunnen worden beperkt door de wet of rechten van
derden.
- Deren waarmee eigenaar ctt relatie heeft: vruchtgebruiker, huurder, erfpachter,..
- Derden waarmee eigenaar geen ctt relatie heeft: rechtsmisbruik en burenhinder
Eigendomsrecht is een exclusief recht, de eigenaar kan anderen van zijn
eigenaarsbevoegdheden uit sluiten. Dit staat niet letterlijk in de definitie van art 3.50, maar
uit de gebruikte bewoordingeen “volheid van bevoegdheid” kan je dit afleiden.
3) Toepassing van het eigendomsrecht op digitale goederen:
Er zijn voorwaarden opdat een digitaal goed, onder het eigendomsrecht kan vallen.
- Moet kunnen worden gekwalificeert als een goed id zin van art 3.41 BW en dus een
voorwerp zijn dat vatbaar is voor toe-eigening.
- De persoon aan wie het goed toebehoort, moet erover kunnen beschikken, genieten
en gebruiken
- De persoon aan wie het goed tebehoort kan anderen uit sluiten van de
eigendomsrechten ervan. (exclusiviteit)
Er is grote diversiteit aan digitale goederen, het is niet zo dat alle digitale goederen hetzelfde
goederenrechterlijk statuut hebben, dat moet je digitaal goed per digitaal goed gaan
bekijken of het kan worden gekwalificeerd als een goed en dus zo voorwerp van het
eigendomsrecht is.
Je moet opletten voor metaforen: het is niet dat de koper van een digitaal goed automatisch
eigenaar wordt, deze kan wel de eigenaarsrechten hebben, maar als je dat “aankoopt” via
itunes store of een streamingsdienst (vb netflix) kan je niet als eigenaar worden beschouwd.
Toepassing op een digitaal goed, namelijk: digitale data
Begrip? “digitale data”
= digitale bestanden waarin gegevens worden bijgehouden vb.: digitaal klantenbestand,
digitaal bestand met gegevens over het surfgedrag van internetgebruikers, bestand met
digitale foto’s,..
Eigendom
1) Kan digitale data worden gewalificeert als een goed in de zin van art 3.41 BW? En dus
worden aanzien als een voorwerp dat vatbaar is voor toe-eigening?
= voorwerp? Ja, want DG is geen mens of dier.
= vatbaar voor toe-eigening? Ja, vb klantenbestand heeft vermogenswaarde + enkel
de onderneming heeft er exclusieve feitelijke macht over