Mediageschiedenis
Oude gebouw van dagblad Vooruit
Flagey gebouw (nu bevindt Bruzz zich)
Gebouw in de Rue Neuve (nu een Zara)
Propaganda beeld uit WOI, v. oorsprong was het van de VS
zodat mensen geld zouden geven voor de soldaten
Inhoud:
- Focus op massamedia, vooral periode vanaf 19e eeuw
- Technologie als één van de bepalende factoren in de geschiedenis van de media
- Verschillende benaderingen van mediageschiedenis
- Afhankelijk van definitie en perspectief op ‘media’
Media als communicatietechnologieën
Media als instelling(en) - “de media” (andere instituties: onderwijs,
rechtssysteem, de kerk, de familie, …)
- Deze cursus vooral media als instelling, met technologie als één (belangrijke) factor
- Geen chronologisch overzicht van introductie nieuwe mediatechnologieën, maar
historische bespreking van bepaalde media-instellingen en communicatiepraktijken
over verschillende mediatechnologieën heen
4 modules:
1. Journalistiek
2. Film
3. Omroep
4. Propaganda
Chronologische en thematische bespreking per module met aandacht voor sociale,
economische, technologische, politieke dimensie
Dimensies doorheen de verschillende modules o.a:
1. Wisselwerking technologie-samenleving. Technologie is niet genoeg
2. Terugkeren van dezelfde debatten en politieke twistpunten doorheen de
geschiedenis van media en communicatie
3. De respectieve rol en macht van de staat, politieke actoren en commerciële actoren;
de relatie tussen deze actoren
4. De rol van ideologie in relatie met macht
, 5. Economische concentratietendensen
6. Parallellen tussen én specificiteiten van landen en regio’s (o.a. VS-Europa; België-
Nederland)
7. Media en nationale identiteit en nationale belangen
Achterliggende assumpties: media & samenleving
Media zijn een integraal onderdeel van de samenleving
Om media te begrijpen moeten ze worden gesitueerd in de samenleving
Om samenleving te begrijpen moet rol media in rekening gebracht worden
Achterliggende assumpties: geschiedenis & contingentie
Contingentie = concept dat de idee capteert dat in de geschiedenis niets op voorhand
vastligt. De afwezigheid van noodzakelijkheid, het feit dat iets is zoals het is zonder dat dit
noodzakelijk zo moest zijn. (Het had ook anders kunnen lopen)
Media en hoe we ze organiseren en ermee omgaan hebben een geschiedenis
Om een huidige situatie, een hedendaags fenomeen te begrijpen moeten we hun
geschiedenis begrijpen
De huidige situatie is contingent en het resultaat van maatschappelijke processen die anders
hadden kunnen lopen
De toekomst van de media ligt dus niet vast, en is afhankelijk van beslissingen die we maken
Maar de geschiedenis heeft wel een grote impact op de toekomst (we vertrekken niet van
een leeg blad: path dependency, …)
Achterliggende assumpties: de complexiteit van geschiedenis &
heden
Mediageschiedenis gekarakteriseerd door een complexe interactie tussen economische,
politieke, sociale, culturele en technologische actoren Dus niet één bepalende, sturende
factor (bv. technologisch determinisme, economisch determinisme, …)
Géén lineaire historische ontwikkeling (bv. constante vooruitgang naar meer vrijheid, of
proces van amerikanisering, …), maar continuïteit én verandering ”Very often, change ends
up being analysed more thoroughly because it is attention-grabbing and more dramatic. In
contrast, the existence of continuity may be assumed but can be left unmentioned."
(Chapman 2005: 5)
Historische ontwikkelingen zijn én elk moment in de geschiedenis is complex - er bestaan op
elk moment in de geschiedenis spanningen en contradicties
Europese, nationale, lokale specificiteit én internationale ontwikkelingen (universaliteit én
particulariteit)
,Module 1: Journalistiek
Wat is journalistiek?
Wanneer ‘ontstaat’ journalistiek?
- Afhankelijk van wat als ‘journalistiek’ wordt gezien
- ‘Nieuws’ en verspreiding daarvan heeft altijd bestaan (roddels, etc.)
- Maar ‘journalistiek’ is specifieker dan verspreiding van nieuws
Wat voor iets is journalistiek? Verschillende definities hierbij die een andere visie erover
hebben
- Journalistiek wordt als een beroep gezien, maar wordt ook gezien als een product
van die activiteit (schrijven is belangrijk)
- Wiktionary: technologische component & doel v. journalistiek wordt gezegd.
Specifieke schrijfstijl voor gedrukte uitgaves
- Wikipedia in het Engels: methode v. onderzoek of een literaire stijl, sommige dingen
highlighted, wordt gezien als een ideologie/ethiek (spreekt niet over de motieven,
wordt niet geproblematiseerd)
- Wikipedia in Frans: concept deontologie vermeld, verschillende soorten journalisten,
nadruk dat het een status is bepaald door de wet, burgerjournalist opgekomen met
media, verspreiden v. materiaal is makkelijker
Er bestaan grijze zones tussen journalisten & niet journalisten (zijn er elementen waarmee
we ze kunnen onderscheiden?)
Journalistiek als:
- Product
- Genre = bepaalde manier van schrijven, presenteren van gegevens, …
- Beroep/ discipline
• Geheel aan normen, procedures, standaarden om journalistiek (als product)
te produceren (professionalisering en journalistieke professionele ideologie)
• Journalistiek als autonoom veld/beroep (opleidingen, statuut)
Via etymologie naar de geschiedenis v/d journalistiek
- gazetta (Venetië, 1556) (gaza = klein muntstuk waarmee je voor 1 gaza een krant kon
kopen) gazette, gazet
- coranto/ courant (actuele berichten) (vooral Nederland - rol Amsterdam als
handelscentrum) krant
- Dagblad, journal, (cf. ‘het journaal’) (periodiciteit)
- Nieuwsbrief (newsletter)
- broadsheet (vel papier met nieuws, satire, …)
- newspaper (term 1670)
- Zeitung/ tijding (bericht, “berichten uit ….”
- corriere, post, mail, telegraaf, … (medium om bericht te sturen)
- Verschijningsmoment: Le Soir, Le Matin, De Morgen, …
- Il Mundo, Le Monde, … (toegang tot de wereld, verruimen v. blik)
- Rol krant: observer, guardian, … (maatschappelijke rol)
- Politieke kleur krant: Le Peuple, Het Volk, Vooruit, Libération
, - ‘Journalistiek’ pas echt doorgedrongen als term in 19e eeuw (fenomeen bestaat
langer)
De vroege ontwikkeling v/d journalistiek: handel, religie, politiek,
technologie
Wat is een krant?
De krant verschilt van andere (en oudere) gedrukte vormen van nieuws en debat (bv.
nieuwsballade, pamflet en vlugschrift)
Vier voorwaarden
- Regelmatig en vast verschijningsritme (<=> nieuws wanneer er nieuws binnenkomt
(postkoets), naar aanleiding van belangrijke gebeurtenis, … periodiciteit)
Wekelijks, later dagelijks (wat met online nieuws, 24 hour news cycle?)
- Continuïteit en herkenbare identiteit (titel, formaat, rubrieken, inhoud, …) (<=>
bundeling van brieven, spontaan of onregelmatig publiceren van pamfletten als
reactie op gebeurtenis, …)
- Focus op actualiteit
- Gericht op (relatief) breed aantal thema’s
Geen plots ‘ontstaan’ maar eerder trage ontwikkeling vanuit verschillende voorlopers, en
door verschillende bredere ontwikkelingen (economisch, cultureel, economisch, religieus,
politiek …)
Nieuws & de prehistorie v/d journalistiek
Sinds wanneer bestaat de journalistiek? Afhankelijk van definitie
Nieuws heeft altijd bestaan en is omnipresent: elke samenleving heeft manieren om
nieuwheid en afwijkende dingen te monitoren en te delen. (In alle samenl. altijd & overal)
Orale communicatie lange tijd zeer dominant - zeker voor grote massa:
- Groot belang van roddels en geruchten
- Nieuws verspreid door o.a. marktkramers, kermismensen, kooplieden,
zangers,rondtrekkende bedevaarders, ook dorps- of stadsomroepers, …
- Analfabetisme, ontbreken snel en vertakt transportsysteem, prijs
Geschreven nieuws:
- Eerste voorbeelden gekoppeld aan bestuur van grote rijken
- Belang ontwikkeling handel, kapitalisme ==> nieuws als instrument
Eerste gedrukte kranten: begin 17e eeuw
- Discussie over eerste titel en exacte datum
- 1605: Straatsburg (Duitsland)
- 1618: Amsterdam Courante uyt Italien, Duytslandt, &c.
- 1620: Antwerpen ‘Wekelyke Tydinghen’ (vanaf 1605 al (niet-regelmatige)
vlugschriften: ‘Nieuwe Tydinghen’)