SAMENVATTING WIJSBEGEERTE VOOR PSYHOLOGEN: DENKEN OVER DENKEN
HOOFDSTUK 1: WAT IS FILOSOFIE
1.1 drie kenmerken: attitude, methodologie, domein
1.2 vier deeldomeinen
1.3 een zeer korte geschiedenis van de westerse filosofie
1.4 besluit
HOOFDSTUK 2: RENE DESCARTES
2.1 de wetenschappelijke revolutie
2.2 filosofische omzwervingen
2.3 de kennis en haar lotgevallen
2.4 kritische geluiden
2.5 besluit
HOOFDSTUK 3: LICHAAM EN GEEST
3.1 Fysisch spul en geestesspul: Descartes’ dualisme
3.2 Argumenten voor en tegen dualisme
3.3 De mens is een machine
3.4 Van materialisme naar fysicalisme
3.5 Argumenten voor en tegen reductionisme
3.6 Besluit
HOOFDSTUK 4: FRIEDRICH NIETZSCHE
4.1 Een turbulent leven
4.2 De lafheid van Plato
4.3 Het grote onheil dat christendom heet
4.4 Intermezzo: Wagner en de vrouwen
4.5 Het grootste leven
4.6 Besluit
HOOFDSTUK 5: MORAAL FILOSOFIE EN MORELE PSYCHOLOGIE
5.1 Ultitarisme: rekenwerk
5.2 Deontologie: de plicht roept
5.3 Deugdethiek: karakter kweken
5.4 Nietzsche versus de moraal
5.5 Morele psychologie en de triomf van Nietzsche
5.6 Besluit
, HOOFDSTUK 6: CHARLES DARWIN
6.1 Darwin en het darwinisme
6.2 Darwins gevaarlijke ideeën
6.3 domheid en doelgerichtheid
6.4 contingentie en vooruitgang
6.5 besluit
HOOFSTUK 7: EVOLUTIESPYCHOLOGIE
7.1 Een boude bewering
7.2 Dr. Pangloss in Santa Barbara
7.3 Modulariteit in de steentijd
7.4 De evolutiepsychologie en haar grenzen
7.5 De ontspoorde geest
7.6 Besluit
HOOFDSTUK 9: SEKSUELE GEAARDHEID
9.1 Het binair denken
9.2 Soorten van soorten
9.3 Is homoseksualiteit een natuurlijke soort?
9.4 Sociaalconstructivisme en interactieve soorten
9.5 besluit
HOOFDSTUK 10: LUDWIG WITTGENSTEIN
10.1 Een man van extremen
10.2 Geen gezwets! Over Wittgenstein
10.3 Intermezzo: moeilijke jaren
10.4 Spelen! Over wittgenstein
10.5 Wetenschap versus religie
10.6 besluit
HOOFDSTUK 11: WAT IS PSYCHOPATHOLOGIE?
11.1 Een meerzinnige vraag
11.2 Wakefield’s harmful dysfunction analysis
11.3 Andreasen’s broken brain analysis.
11.4 Grahams prototype resemblance analysis
11.5 besluit
, SAMENVATTING WIJSBEGEERTE VOOR PSYHOLOGEN: DENKEN OVER DENKEN
HOOFDSTUK 1: WAT IS FILOSOFIE
Ambrose Bierce (1969) ‘Een stelsel van vele wegen die van nergens naar niet leiden.’
Filosofen houden zich bezig met dit soort van onmogelijke vragen. Er bestaat dus met andere woorden geen
essentie van de filosofie.
1.1 Drie kenmerken: attitude, methodologie, domein
De Brits filosoof Nigel Warburton ‘Philosophy is an unusual subject in that its practitioners don’t agree
what it’s about.’
De etmymologie van het word fylosofie wijst op een liefde voor de wijsheid of een verlangen om te weten.
alle mensen verlangen naar wijsheid
Filosofen houden zich vooral bezig met piekeren over de vele dingen die andere mensen als
vanzelfsprekend beschouwen, ze ergeren zich aan de banaliteiten waarop ons dagelijksleven rust en omdat
ze zich niet kunnen of willen neerleggen bij overgeleverde inzichten = party-poopers
René Descartes gezichtsvermogen bedriegt ons vaak zoals bij optische illusies, ook andere zintuigen
bedriegen ons is onze kennis dan betrouwbaar?
Filosofen leren ons dat we ons niet hoeven neer te leggen bij “status quo”.
De hedendaagse wetenschappers en filosofen hebben heel wat attidudes gemeenschappelijk:
1. ze zijn kritisch en ruimdenkend door enkel beroep te doen op rationele argumenten en overwegingen.
Richard Feynman geeft antwoord op de vraag ‘wat is wetenschap’: een van de kwaliteiten van de
wetenschap is dat ze ons de waarde van rationeel denken bijbrengt, en het belang van vrijheid van denken;
ze leert ons dat het loont om te twijfelen aan de waarheid van wat ons wordt verteld.
verschilt wetenschap van filosofie?
2. Kijken naar de methoden die worden gebruikt. Zijn er methoden die enkel worden gebruikt door
filosofen en niet door wetenschappers en omgekeerd? geen unieke methoden te zijn voor de
filosofie. Filosofen maken gebruik van volgende methoden
1) Eigen intuïties = vroeger: kennis die onmiddellijk konden gebruikt worden. Nu: spontane
overtuigingen die we in onze eigen geest aantreffen wanneer we over een bepaald onderwerp te
beginnen denken. = ‘common sense’ overtuigingen
faueuilfilosofen: filosofen die enkel gebruik maken van intuïties en zelden of nooit van
empirisch onderzoek. Maar blijft nog steeds een belangrijk onderdeel. Maar geen uniek
filosofische methode.
2) Conceptuele analyse= Luciano Floridi: conceptual engineering, het ontrafelen en verbeteren van
concepten die we in het dagelijks leven misschien soms te achteloos gebruiken. Zoals leifde, tijd
en vrijheid. niet door alle filosofen en zeker niet door enkel filosofen
3) Gedachte- experiment = een instrument van de verbeelding, dat wordt gebruikt om nieuwe
informatie over een thema te verkruigen zonder gebruik te maken van nieuwe empirische data.
Verhelderen een probleem door het te visualiseren. kunnen er financiële, technologische en
morele problemen mee omzeilen.
experiment ‘hersenen-in-een-vat’: ondersteunt een sceptische positie over kennis. Onze
hersenen op een andere planeet bevinden waar een of andere dolgedraaide wetenschapper ons
brein allerlei signalen geeft, dit kan leiden tot de onzekerheid van dat al onze overtuigingen op
helling te staan. het is niet uniek voor de filosofie.
, de experimentele filosofie: zijn van mening dat empirisch- wetenschappelijke methoden soms
kunnen bijdragen aan een oplossing voor traditionele filosofische problemen.
3. Kijken naar de attidude van filosofen of hun methodologie. Filosofische vragen zijn vaak abstract en
eigenaardig Thomas nagel: ‘ we zouden niet ver komen in het leven als we de ideeën tijd, getal,
kennis, taal goed en slecht niet meestal als vanzelfsprekend beschouwden, maar in de filosofie
onderzoeken we die dingnen zelf.
4.
veel wetenschappers beschouwen filosofische vragen als futiel, verwarrend en zelf bedreigend.
De stelling dat er geen voorruitgang is in de filosofie maar wel in de wetenschap, kunnen we op allerlei
manieren onderuithalen.
1. In de wetenschappen zijn er ook geen echte voorruitgangen
thomas Kuhn: de wetenschap verloopt in horten en stoten, waarbij wetenschappelijke paradigma’s
elkaar opvolgen zonder echt op elkaar verder te bouwen. Paradigma’s = incommensurabel. Theoriën
kan je wel vergelijken.
2. In de filosofie wel sprake van voorruitgang: talloze wetenschappen zijn onstaan in de schoot van de
filosofie (zoals psychologie).
Isaac Newton: beschreef zichzelf als filosoof
= zodra er voorruitgang is in de filosofie, zijn het wetenschppers die de pluimen opstrijken.
1.2 Vier deeldomeinen
1. Metafysica: die de aard en de structuur van de wereld bestudeert. De meeste metafysische vragen
gaan over wat het betekent om te bestaan.
Bv. Het debat over de verhouding tussen lichaam en geest.
Of de vraag: bestaat er iets zoals vrije wil?
Sommige wetenschappers beweren dat vrije wil helemaal niet bestaan
a) Dat wij onze hersenen zijn, wij vallen samen met onze hersenen
b) Onze hersen bestaan uit fysisch spul
c) Dat fysisch spul is onderworpen aan de deterministische wetten van de fysica
Dit wil zeggen dat de vrije wil niet bestaat.
Wat bedoelt men met determinisme? = alle gebeurtenissen en standen van zaken in
de wereld worden veroorzaakt door voorafgaande gebeurtenissen.
2 types van oorzaken:
1. Probabilistische oorzaken zoals genen die maken het waarschijnlijker dat een
organisme een bepaald kenmerk zal vertonen of zich op een bepaalde manier zal
gedragen.
2. Deterministische oorzaken garanderen immers een bepaald resultaat, gegeven de
oorzaak is het gevolg onvermijdelijk.
2. Logica: legt ons uit wat het betekent om deugdelijk te redeneren en te argumenteren, ook het
weerleggen van drogredenen (zoals slippery slope: als we vandaag A doen, zal vroeg of laat B komen)
3. Epistemologie of kennisleer: buigt zich over de aard, de structuur en de mogelijkheid van onze kennis,
epistemologie willen weten wat kennis is en hoe we weten wat we denken. (Zoals van Descartes,
brain in a vat)
4. Moraalfilosofie of de ethiek: niet alle items in ons universum zijn van morele aard, in eerste geval gaat
het om een esthetische kwestie en in het tweede geval om een praktische of juridische kwestie=
moreel of Estisch moeten. In de ethiek is er heel wat discussie over wat een probleem precies toe
een moreel probleem maakt, ze doen graag beroep op hun intuïtie. (Zoals het trolley problem)