INLEIDING
WAT IS HISTORISCHE KRITIEK?
= systematische kritische reflectie bij verzamelen, evalueren en
Is een belangrijke acadamische vaardigheid
verwerken van informatie
Doel: de kritische burger in de hedendaagse samenleving te navigeren
Feiten van opinies, waarheid en leugens onderscheiden
Vaststellen van contradicties
Door middel van: wetenschappelijke vastgelegde regels
Binnen de criminologische onderzoeken:
- Gericht op het heden of toekomst (dus niet op het verre verleden)
- Fenomeen begrijpen door informatiebronnen van diverse aard gaan bekijken
- Bewustwording van: invalshoek, accenten en keuzes binnen het onderzoek
o Vb: kijken naar de insteek van de auteur van de bron
- Belangrijk om evaluatie en kennis van de informatiebronnen:
o Wie, wat, hoe en waarom?
o Welk publiek?
o Vergelijken van verschillende bronnen
- Tussenschakeltussen bronnen is ook schuldig aan interpretaties en dergelijke
INFORMATIEBRONNEN
Bronnen van verschillende aard en kenmerken:
- Vb: krantenartikel, parlementaire teksten, interview, afbeelding, film, audio, opname, sociale media, tweet
- Publiek vs privaat
- Publiceert men: uit eigen naam of uit de organisatie
- Verschillende thema’s
Aandacht hebben voor:
- Ontstaanscontext
- Formele regels
- Taalgebruik
Noodzaak aan kennis van bron en de kenmerken:
- De bron kritisch en correct naar waarde te schatten
- Kijken naar verschillende aspecten:
o Autoriteit, betrouwbaarheid, juistheid, objectiviteit, controleerbaarheid (vb: peer review)
- Opmerking: betekent niet dat men alle informatie moet gaan verwerpen onder het mom van ‘kritisch’
ACTUELE REVALANTIE VAN HISTORISCHE KRITIEK
Massamedia en informatiestroom -> moeilijk om de bron te controleren
Manipulatie is meer en meer mogelijke Vb: jongen werd vermoord in station door
Is geen nieuw fenomeen, namelijk propaganda Noord-Afrikaanse jongens, maar achter
bleken het 2 Poolse jongens te zijn -> in
Ontstaan van fake news welke mate controleren journalisten hun
bronnen?
Vb: theorieën rond het fenomeen dat Bill Gates het
coronavirus had ontwikkeld om er voor te zorgen dat Vb: Trump zei dat bij zijn presidentschap de
wanneer iemand gevaccineerd werd ondertussen ook meeste mensen naar buiten kwamen om te vieren,
kon geschopt worden en hier gingen ook gemanipuleerde foto’s rond,
WAAROM ‘HISTORISCHE’ KRITIEK? maar deze klopte dus niet
,19e eeuw: ontstaan van de eerste handboeken over de historische kritiek
Historisch bronnenmateriaal vs hedendaagse bronnen Je kan zelf geen interviews meer doen over
Geen directe observatie mogelijk zaken uit het verdere verleden dus je hebt
Geen productie van data geen directe data en observatie
We sporen uit verleden in bronnen
o MAAR!: maar is altijd met een subjectief element bij betrokken -> kritisch kijken
Verleden is niet gelijk aan geschiedschrijving
Vb: elk rapport zal zijn eigen accenten hebben, maar zal ook niet alles in detail omvatten
Als je de verschillende bronnen samen legt en afweegt ten opzichte van elkaar: je zal een beter beeld krijgen, maar
zeker geen volledig beeld
KERNPROBLEEM: RELATIE TUSSEN FEIT EN VERHAAL
3 onderdelen:
1) De bron geeft een interpretatie van de feiten
2) Onderzoeker evalueert en interpreteert de bron opnieuw
3) Onderzoeker bouwt een bredere interpretatie tot rapport
Voorbeeld: einde van Louis XVI:
Er zijn verschillende getuigenissen:
1) Pierre: “de koning werd door het gepeupel vermoord” -> negatieve connotatie
- Koning -> wijst nog steeds op titel
- Gepeupel: negatief tegenover de mensen
2) Jean: “burger Capet werd door de beul terechtgesteld” -> neutrale connotatie
- Burger Capet -> wijst op neutraliteit en gelijkheid met de gewone burgers
- Terechtgesteld -> men had er het recht op om hem te vermoorden
Belangrijk: geen verschil tussen: waarneming van feiten & interpreteren van feiten
Beide zijn gevoelig voor eigen interpretatie
, DEEL 1: DE BRON, BOUWSTOF VOOR DE
KENNIS VAN HET VERLEDEN
DE NOTIE BRON
HISTORISCHE BRON
Bron = een voorwerp of getuigenis uit of over het verleden waarop de historicus steunt om een beeld te scheppen
en bewijzen uit te putten
- Vb: het verbod omtrent privé-milities: men gaat parlementaire debatten gaan bekijken over het afschaffen
van privé-milities
Onderdelen:
- Artefacten = materiële overblijfselen die door de mens gemaakt is (vb: werktuigen)
- Natuurlijke overblijfselen (vb: botten)
- Landschap
- Teksten
- Mondelinge gesprekken Elementen zoals afbeeldingen, schilderijen,
- Visuele bronnen (vb: afbeeldingen, schilderijen, foto, film …) foto, film … zijn te plaatsen in de culturele
criminologie
OVERBLIJFSELEN VS GETUIGENISSEN
OVERBLIJFSELEN
= voorwerpen die alleen al door hun bestaan aan de onderzoeker een spoor van het verleden opleveren
“Zijn ‘van’ het verleden”
GETUIGENISSEN / OVERLEVERINGEN
= mondelinge of geschreven getuigenissen, die een eenvoudige of complexe gebeurtenis beschrijven, verhalen of
van commentaar voorzien
“Zijn ‘over’ het verleden
ONDERSCHEIDEN
Kijken naar belang van ontstaanscontext
Vb: John Kennedy
Is de creatie bewust of onbewust?
Vb: 9/11
o Unwitting testimony = ongewilde getuigenissen
o Bewust gecreëerde bronnen:
Zowel object als subjectief
Selectiviteit en betrouwbaarheid?
Overblijfselen zijn betrouwbaarder omdat deze vaak onbewust zijn gemaakt
o Maar als onderzoeker moet je kritisch zijn -> kijken naar de inhoud, vorm en ontstaanscontext
Herodotos en Thucydides: schreven beide over zelf beleefde gebeurtenissen -> toch titel van
historiografen
Herodotus: vergelijkt gelijkenissen en verschillen tussen Grieken en niet-Grieken
Thucydides: stelt feiten vast en zoekt een logische en causale verbanden + grondlegger
van een wetenschappelijke geschiedbeoefening
Eusebius: citeert teksten die nu verloren zijn -> = een indirecte bron voor de geschiedenis van de
eerste eeuwen van het christendom
PRIMAIRE
PRIMAIREBRONNEN
VS SECUNDAIRE BRONNEN
Historisch werk wijst naar de studie die
,= rechtstreekse informatie dat vaak gelijktijdig met de gebeurtenis is gemaakt
- Vb: proces verbaal van de politie
- Vb: briefwisseling tussen procureur des konings met de gerechtelijke politie
SECUNDAIRE BRONNEN
= onrechtstreekse informatie, vaak gaat het over werk van onderzoekers waarbij men andere bronnen gebruikt om
je onderwerp te beschrijven / te staven
- Vb: criminologisch onderzoek: publicaties over criminaliteit door onderzoeksvraag
Opmerking: het kan soms zijn dat een secundaire bron een primaire bron wordt
- Vb: het werk van Cesare Lombroso ‘L’umo delinquente’ -> het is een secundaire bron maar kan ook een
primaire bron worden, wanneer je zelf zijn literatuur als jouw data gaat gebruiken om inzicht te krijgen over
de denkbeelden
Opmerking: men kan de gelijktijdigheid van het maken van de bron en de gebeurtenis bij de primaire bron in vraag
stellen
- Vb: autobiografieën: er is niet altijd sprake van gelijktijdigheid, men gaat schrijven over elementen van 20
jaar geleden -> technisch gezien kan je niet van een primaire bron spreken
- Vb: de reisverslagen van John Howard -> men weet niet zeker of deze gelijktijdig zijn geschreven
Opmerking: wat met de betrouwbaarheid, intenties, directe observatie van bronnen?
- Technisch: een primaire bron zou betrouwbaarder moeten zijn omdat er minder mensen in betrokken zijn
die hun visies en selectie er in steken
o MAAR: is niet altijd sprake van hogere betrouwbaarheid bij primaire bronnen dan bij secundaire
bronnen
Opmerking: de vraagstelling bepaalt de primaire en secundaire bron
Opmerking: als onderzoeker moet je transparant zijn tijdens je onderzoek over de impact en beperkingen van
GESCHREVEN EN ONGSCHREVEN BRONNEN
bronnen
GESCHREVEN BRONNEN
Niet verhalend:
- Soorten:
o Diplomatische bronnen:
Creëren of vaststellen van rechtssituatie
Vb: wetteksten, vonnis, arrest, contract
o Bronnen van sociale boekhouding:
Weerslag van machtsuitvoering en beheer van administraties
Vb: notulen van vergaderingen, ledenlijsten, rekeningen
- Is opgesteld door openbare of private instanties, instellingen of administraties
- Criminologisch nut: het bekijken van het ontstaan van de wetten
Verhalend:
- Soorten:
o Narratieve teksten: opgesteld om tijdgenoten/nageslacht te beïnvloeden, Published opnion is niet
informeren of ontspannen persee public opinion
, o Verder onderscheid:
Informatieve geschriften (vb: pamfletten, kranten, tijdschriften …)
Literaire bronnen (vb: romans, toneelstukken, gedichten, verhalen … )
Ego-documenten (vb: autobiografie, memoires, dagboeken, brieven, interviews …
Intentie werd scherp gesteld door het bestaan van ego-documenten (uitvinder Jacques Presser)
= die documenten waarin een ego zich opzettelijk of onopzettelijk onthult of verbergt
In jaren ’50: als heel onbetrouwbaar gezien
Wees op het proces van de individualisering
MAAR: uiteindelijk verwees een ego-document ook deels naar zijn-waarheid (wat wel
interessanter was)
Wat men buiten zichzelf heeft waargenomen > onthulling van zichzelf
Opmerking: men schrijft meestal over iets als men zicht heeft over de toekomst
o Vb: men schreef vaak ook niet over de WOII als men niet wist dat het goed ging aflopen
voor België
o Beperkte waarheid aanwezig
Kan ook gaan over schilderijen en niet enkel over teksten
Diplomatische teksten = teksten die een rechtssitautie vaststellen of een nieuwe rechtssituatie scheppen
Vb: de oorkonde
doel: getuigenis afleggen van wetgevende, juridische activiteiten en vrijwillige rechtspraak
Vorm: ligt niet vast, maar zijn wel wisselend in tijd en ruimte: 3 delen:
o Protocol: naam v auteur, bestempeling, begroeting, aanroeping
o Context: narratief gedeelte, verhaal van motieven en bekendmaken van beslissing
o Eschatocol: aankondiging van validatietekens, getuigen en datering
Bronnen van de sociale boekhouding: teksten die de schriftelijke neerslag vormen van de uitvoerende
macht tof van het beheer van openbare of private administraties, ondernemingen of verenigingen
Brengen verslag uit van: een opdracht, vergadering, zakenbeleid, overzicht van de bezitsstructuur,
fiscale structuur, sociale structuur of politieke structuur
ONGESCHREVEN BRONNEN
Materiële voorwerpen: voorbeelden:
- Archeologische sporen (=alle materiële voorwerpen die een spoor zijn van menselijke activiteit in het
verleden)
o Leren ons de aanwezigheid van een
welbepaalde cultuurgrond
o Vb: Architectuur van oude gerechtsgebouwen
en gevangenissen (Panopticon) -> hedendaagse
gevangenissen (Haren)
- Munten -> informeren over personen, instellingen,
economische toestanden …
- Foto en film
Mondelinge overlevering (=orale tradities):
- Zowel ver uit het verleden als in het heden
o Recent: vaak vastegelegd in geschreven vorm of op geluidsband, film of digitale drager (materiële
voorwerpen)
- Vb: Orale historie / mondelinge geschiedenis
- Vb: Interview zoals bij ‘kinderen van de collaboratie’
EVOLUTIE IN BRONTYPES
SCHRIFT EN ALFABET