Minor dyslexie signaleren en begeleiding. uitgewerkte HC van blok C en D voor de TOETS.
74 keer bekeken 6 keer verkocht
Vak
Alle hoorcolleges van Minor Dyslexie deel C en D
Instelling
Hogeschool Utrecht (HU)
Dit document is een uitwerking van alle hoorcolleges die nodig zijn voor de 2e theorietoets van de minor Dyslexie signaleren en begeleiden. Deze wordt in blok C+D gegeven. Inclusief een uitwerking van de gesproken tekst.
werkzame elementen in en kenmerken van de behandeling en onderste
Geschreven voor
Hogeschool Utrecht (HU)
Minor Dyslexie Signaleren en begeleiden
Alle hoorcolleges van Minor Dyslexie deel C en D
Alle documenten voor dit vak (1)
Verkoper
Volgen
riannedejong1
Voorbeeld van de inhoud
HC 13 Continuüm van zorg
Even een stapje terug
❑ Het aantal dyslectische leerlingen lijkt toe te nemen.
❑ In 2011 12% van de leerlingen uit het VO examen met een dyslexieverklaring (Van der Leij, 2016)
❑ Van der Leij (2016) pleit voor onderzoek naar onderscheid licht, matig en ernstig.
❑ Slechts 3,5-4% ernstige dyslexie (Van der Leij, 2016)
❑ Onderzoek inspectie Dyslexieverklaringen: verschillen tussen scholen nader bekeken (2019)
https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/themarapporten/2019/0
4/10/dyslexieverklaringen-verschillen-tussen-scholen-nader-bekeken
* In 2011 bezat 12% van de VO leerlingen over een dyslexieverklaring. Dit is opmerkelijk en komt niet
overeen met de 3 á 4% dyslectische leerlingen waar vanuit wordt gegaan. Dit betreffen cijfers uit
2011 en deze zijn dus niet recent. In 2019 is er een onderzoek uitgevoerd op basisscholen. Dit omdat
we signaleerden dat er sprake was van een enorme toename in het aantal dyslexieverklaringen aan
het eind van de basisschool en in de brugklas. De bezochte basisscholen laten grote verschillen zien.
Er zijn scholen met geen enkele dyslexieverklaring, het gaat om 4.7% van de onderzochte scholen. En
er zijn scholen waar meer dan 10% van de leerlingen een verklaring heeft. Het gaat om 3,6% van de
onderzochte scholen. Het maximum aantal dyslexieverklaringen op 1 van de scholen uit het
onderzoek scoort 18,5%. De inspectie heeft aangenomen dat deze verschillen te wijten zijn aan de
kwaliteit van het lees en spellingsonderwijs.
Doelstellingen onderwijs
- Een zo goed mogelijk basisaanbod voor iedereen.
- Aangepast onderwijs voor degenen die risico lopen op leesproblemen, laaggeletterdheid en
dyslexie.
* Het doel dat door
leerkrachten moet worden
nagestreefd is het onderwijs
zo goed mogelijk inrichten.
Indien leerlingen meer van je
vragen als leerkracht, bied je
extra hulp en ondersteuning
aan. Deze hulp bestaat uit
extra instructie en extra
inoefenen. De extra
ondersteuning moet in
eerste instantie worden geboden door het basisaanbod te versterken. Hiermee bedoelen we het lees-
en spellingonderwijs in de klas, aan de gehele groep. Van der Leij geeft in zijn boek met een curve
sterk weer wat het effect is van versterking van het basisaanbod op de prestaties van de leerlingen.
Op de afbeelding links zie je een lichtblauwe lijn: de oorspronkelijke prestatieverdeling. Als je het
basisaanbod verbetert, zie je dat de lijn opschuift. (de rode lijn) De gehele groep profiteert. Het
percentage zwakke leerlingen wordt minder. Zwakke leerlingen profiteren net als de sterke leerlingen,
van het versterken van het basisaanbod. Alle leerlingen worden beter. In het rechter figuur zie je
dezelfde rode lijn. De lijn van de prestaties van de leerlingen nadat het basisaanbod is versterkt.
Wanneer je aan een basisaanbod extra ondersteuning voor zwakke leerlingen toevoegt, zie je dat de
zwakste minder zwak worden. (zwarte lijn) De afstand met de andere leerlingen wordt kleiner.
Goed leesonderwijs voorkomt:
- Dat te veel leerlingen achterstanden oplopen.
- Dat leerlingen onterecht als dyslectisch worden aangemerkt.
,Voorkom laaggeletterdheid!!
*Vanuit onderzoek is bekend dat kwalitatief goed leesonderwijs preventief werkt. Achterstanden
worden dan voorkomen. Indien leerlingen ondanks alles toch een achterstand oplopen, zullen er
extra oefeningen moeten worden gedaan om de achterstand weer in te lopen. Dit blijkt niet
eenvoudig te zijn. Een eenmaal opgelopen achterstand is moeilijk te verhelpen. Alhoewel er bij
kinderen nog niet gesproken wordt over laaggeletterdheid, weten we allemaal wat we daarmee
bedoelen. We willen niet dat kinderen met een leesachterstand de school verlaten. We streven
ernaar dat alle lezers gemotiveerd zijn om te lezen en dat ze zich goed kunnen redden in de
maatschappij. Ze bereiken het niveau van functionele geletterdheid. Dit vraagt deskundigheid op het
gebied van lezen, van leerkrachten. Bij sommige leerlingen zal het niet lukken het hoofddoel te
bereiken, dit betreft met name de leerlingen met dyslexie. Bij deze leerlingen bestaat bovendien de
kans dat ze laaggeletterd zullen worden en minder goed zullen kunnen functioneren in de
maatschappij.
Niveau 1 = 100%
Niveau 2 = 25%
Niveau 3 = 10%
Niveau 4 = 3 à 4%
,Continuüm van de zorg en de ondersteuningsniveaus
*Het continuüm van zorg staat aan de basis van de ondersteuningsniveaus, zoals hierboven
weergeven. In cursus 1 (dyslexieroute en vergoedingen) is dit continuüm ook al benoemd. Van der
Leij maakt onderscheid tussen 4 niveaus van zorg. De school heeft als primaire taak extra
ondersteuning te bieden t/m niveau 3. Er is dus een heel belangrijke taak voor het onderwijs
weggelegd. Dit vraagt veel organisatie binnen de school. Indien de ondersteuningsniveaus niet goed
worden georganiseerd en vormgegeven, kan dit mogelijk leiden tot meer kinderen met lees
achterstanden en/ of dyslexie. Uit een onderzoek van de inspectie blijkt dat er grote verschillen zitten
in de kwaliteit van de uitvoering op 1 of meerdere niveaus. In 3 van deze niveaus kunnen oorzaken
voor het stijgende aantal dyslexieverklaringen liggen. Uitgangspunt van dit model is: Hoe beter het
basisaanbod, des te minder leerlingen hebben een intensieve aanpak nodig. Dit betekent dus ook dat
de eerste prioriteit moet gaan naar de kwaliteit van het basisaanbod.
Om na te gaan welk ondersteuningsniveau naast het basisaanbod, voor een bepaalde leerling geldt,
kan een school gebruik maken van toetsen en signalerlingsinstrumenten die o.a. genoemd worden in
de protocollen. Minimaal 2x per jaar worden er toetsen afgenomen om te kijken of het nodig is dat er
een zorgniveau bij komt voor een bepaalde leerling. Het is de bedoeling dat een volgend
ondersteuningsniveau boven op het vorige niveau wordt gestapeld, dat de leerling dus extra tijd
krijgt.
Hoe ziet dit continuüm er in de praktijk uit?
Continuüm van zorg
- Niveau 1: Goed lees- spellingonderwijs in klassenverband (basisaanbod)
- Niveau 2: Extra zorg in de groepssituatie door de leerkracht.
- Niveau 3: Specifieke interventies door de zorgspecialist in de school.
- Niveau 4: Diagnostiek en behandeling (meestal) in het zorginstituut.
, Continuüm van zorg
- Niveau 1: Goed lees- spellingonderwijs in klassenverband (basisaanbod)
- Niveau 2: Extra zorg in de groepssituatie door de leerkracht.
- Niveau 3: Specifieke interventies door de zorgspecialist in de school.
- Niveau 4: Diagnostiek en behandeling (meestal) in het zorginstituut.
Afstemmen en samenwerken tussen de verschillende niveaus.
*Niveau 1 bestaat uit goed leesonderwijs in klassenverband. Dit wordt aan alle leerlingen
aangeboden. Verreweg de meeste leerlingen zullen voldoende vorderen en profiteren van het
basisaanbod in de klas. Extra hulp/ ondersteuning is niet nodig.
Niveau 2 betreft 25% van de leerlingen. Zij hebben meer tijd nodig om het lezen onder de knie te
krijgen. Wanneer er CITO toetsen worden gebruikt, zijn dit de D en E leerlingen. Ze krijgen extra
ondersteuning binnen de klas door een groepsleerkracht. De leerlingen die E scores behalen op
genormeerde leestoetsen, worden naast niveau 1 en 2 ook nog in niveau 3 geplaatst.
Niveau 3 betreft 10% van de leerlingen uit een klas. De extra ondersteuning wordt binnen de school
geboden, maar niet bij voorbaat in de eigen groep. Dit is vaak niet goed te realiseren door de
leerkracht. Op veel scholen worden specifieke interventies uitgevoerd en/of ondersteund door
specialisten die werkzaam zijn in de school. Denk hierbij aan de intern begeleider, remedial teacher
en in sommige gevallen de logopedist.
Niveau 4: 3 à 4% van alle leerlingen heeft hardnekkige problemen en zal dus ook van dit intensieve
aanbod onvoldoende profiteren. Dit zijn de leerlingen die aangemeld zullen worden voor verder
onderzoek en eventueel behandeling buiten de school. Dit betekent niet dat bij behandeling buiten
de school, de ondersteuningsniveaus binnen de school niet meer worden uitgevoerd. Ook dat moet
gewoon door blijven gaan.
Het percentage fluctueert vanwege kwaliteitsverschil in basisaanbod. Ook is er naast ED sprake van
laaggeletterdheid en komen taal en spellingproblemen voor.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper riannedejong1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.