WOORD GOEDE CONTEXT VERBETERING BIJ FOUT GEBRUIK BELGISCH
Aanzien als Beschouwen als, aanzien voor Hij zag hem aan als een spijbelaar = OK
Actief, iets op zijn - Ze heeft heel wat toernooitwinsten op haar
hebben/schrijven Iets op zijn naam hebben/schrijven actief
Afgevaardigd beheerder Gedelegeerd bestuurder
Afhalen, geld Geld opnemen Geld afhalen = OK
Letterlijk naar iemand/iets toegaan, in Met iets komen aanzetten, op bezoek
Afkomen een bepaalde richting bewegen komen (bv.: met smoesjes komen aanzetten)
In orde zijn, juist zijn voorzetsel met; akkoord gaan met, het eens
Akkoord zijn --> de rekening is akkoord, hij is akkoord zijn met
Ander, op een - Elders, ergens anders
Autostop doen Liften
Beantwoorden, aan een Voorzien in een behoefte, voorzien in een Dat beantwoordt duidelijk aan een behoefte
behoefte - tekort van jonge gezinnen = OK
Beginnen Beginnen te + infinitief
Behoren tot een van de Behoren tot de, een van de - zijn
Bekomen Krijgen, verkrijgen, aanvragen, ontvangen
Belastingbrief (van de fiscus) belastingbiljet, aanslagbiljet
Beneden alles Onder de maat, beneden (alle) peil Hun reactie was beneden alles = OK
Beroep doen op Een beroep doen op
(+te/tot) besluiten, alternatieven
overdenken, afwegingen maken en De president besliste zijn veto te gebruiken
Beslissen (+ dat) uitmaken, een knoop doorhakken uiteindelijk een keuze maken tegen de abortuswet = OK
Beurtrol, volgens Om de beurt, om beurten Om de beurt, om beurten
Bevragen, zich - Inlichtingen vragen (bij), zich wenden (tot)
Bijhebben, iets Iets bij zich hebben
Boeken, de - neerleggen Faillissement aanvragen De boeken neerleggen = OK
Bouwpromotor Projectontwikkelaar
Bouwplaats, bouwterrein, bouwlocatie Bouwplaats, bouwterrein, bouwlocatie
Bouwwerf, werf --> het materiaal is al op de bouwplaats --> het materiaal op de werf = OK
Het platteland
Buiten, de- --> je bent op het platteland
Ondervloer, cementvloer, dekvloer, Ondervloer, cementvloer, dekvloer,
Chape afwerkvloer afwerkvloer --> ze leggen de chape = OK