Gevalstudie onderwijspsychologie
1. Studiekeuze Hoger Onderwijs
Achtergrond
• Brede toegankelijkheid hoger onderwijs
o Relatief lage kostprijs voor student, investering overheid
o Over het algemeen beperkte toelatingsvoorwaarden
Uitzonderingen
o Flexibiliteit onderwijstraject
o Internationaal
Verschillende vormen
• Toelatingsproeven (V.S., V.K., Finland): veel schulden, duizende euro’s
uitgeven, investering. Voordeel: meer kennis, gemakkelijk overgaan naar
andere richting zonder al te veel problemen OF vakken eerste jaar
gemakkelijk nr tweede jaar.
• Bij ons veel meer moeilijkheden: kan onmogelijk vak 1e j nr 3e j
meenemen bv. + wij moeten zelf ons plan trekken, worden niet gestuurd.
Voor 18-jarige moeilijk om plots een keuze te maken.
• Toegang obv resultaten Secundair (Duitsland, Denemarken)
• Keuze voor specifieke studierichting
o Major-Minor systeem in bvb. USA
• Informatie vanuit hoger onderwijs is beperkt
• Studiekeuzeproces in het middelbaar behoort tot de ‘pedagogische vrijheid’ van de school.
o Geen standaardtraject
• Grafiek
o Behalen van diploma duurt langer (bv. 6j)
o 2e graf: mentale gezondheid. Veel studenten puntencrediet opgebruikt, komen buiten
zonder diploma
• Meer studenten hoger onderwijs
• Meer heroriëntatie na eerste jaar
• ~40% behaalt bachelor diploma in 3 jaar
o Sommigen tot 6 jaar
• Sterke stijging van studenten die zonder diploma moeten stoppen
• Vanuit HO
o Mijlpalen aanpak (KU Leuven)
Einde 1ste jaar min. <30% studiepunten behalen, anders stopzetten opleiding
o Verhoging inschrijvingsgeld
o Artikel: studenten mogen binnenkort geen vakken uit eerste bachelorjaar meer
meenemen nar het derde jaar
• Vanuit SO
o Versterken studiekeuzeproces
Studenten actief laten bezig zijn met keuze
Kansen op succes verhogen
Inclusief hoger onderwijs
Via opendeurdagen, inbeurs, openlesdagen
• Overgang SO HO
o Inzetten proeven na middelbaar onderwijs
Theorie keuzeproces: Dynamisch keuzebegeleidingsmodel (Van Esbroeck & Zaman)
• Geen normatief model
o Geen strikt pad, niet iedereen volgt/beloopt zelfde proces. Gwn een schema
• Ontwikkelingsconcepten
o Keuzerijpheid
1
, o Levensloopontwikkeling: Mini-cycli binnen maxi-cycli
sommige mensen hebben in hun leven al keuzes moeten maken en hebben
ervaring. Bv. op 16j vakantiejob: nadenken welke studjob je wil doen, wat jou
interesseert. Nog niet hetzelfde als studiekeuze, mr toch in vgl met mensen die
nooit keuze gemaakt hebben, gaat het veel moeilijker zijn voor hen.
• “Keuzeproces is het actief aanpakken van taken of acties die voortschrijdend in de tijd het
ontwikkelingsproces bevorderen om uiteindelijk te resulteren in verhoogd niveau van keuze
ontwikkeling”
o Actief aanpakken: de persoon zelf aan de slag moet, krijgt de eigen
verantwoordelijkheid, in ‘charge’ gezet. Dus niet enkel hoe zoeken, wat zoeken, mr wat
jou interesseert
• 6 acties/taken
o 1. Sensibiliseren
bewust worden dat er keuze gemaakt zal worden. Klinkt banaal, mr van midllb nr
hoger. Zeggen van ‘ik heb nog 3 maanden om een keuze te maken’ en dan
telkens deadline keuze uitstellen tot 1 week voor de inschrijving.
o 2. Exploratie van het ik
ik vind het belangrijk om voor mensen te zorgen
o 3. Exploratie van de omgeving
ik wil bv. psy worden. Heb ik bv. meer structuur nodig = hoger, meer vrijheid =
unif
o 4. Exploratie van de relatie ik-omgeving
interactie onderzoeken. Maatschappelijk, eco niveau. Ik wil percé job x doen, mr
ik merk dat op werkveld niet genoeg jobs zijn
o 5. Kristalliseren
beperken van de keuze op basis van vorige stappen. Om uiteindelijk een keuze te
maken. Dus niet meer exploreren, je bent aan het toewerken naar een keuze
o 6. Beslissing en binding
keuze maken. Lijst van prioriteit maken: wat wil ik eerst doen,... beslissing van zo
wil ik het aanpakken
o Symb oneindig: zeker bij expl kan dit een terugkerend proces zijn. als je zit dat er geen
job is bv. -> wat is er nog dat ik graag doe (2.)
• Cyclus begint met keuzesituatie en
eindigt met beslissing. Je hebt
evaluatie/implem v besl: terugkijken
van ‘is dit wat ik echt wil’ -> anders
heroriërentering
• Lus tss expl: dat is de stap waar
mensen het meest blijven vasthangen.
Bv. sommige willen alles weten over
alle vakken die ze gaan hebben, bij
andere kort info over richting, wat het
inhoud is meer dan genoeg.
2
, • Keuzeontwikkelingsprofiel (keuzerijpheid)
o Leeftijd
Niet iedereen zelfde kansen: bv. mensen die nooit keuze hebben moeten maken,
naar wat kijken, hoe starten,...
Hoe hoger opleiding van ouders, hoe gemakkelijker voor kinderen
o Gender
Mannen hoger niveau keuzevrijheid
o Studierichting
speelt ook een belangrijke rol: richting die heel gericht is op een bepaald beroep,
geeft aan dat je je beslissing eigenlijk al op voorhand gemaakt hebt. Deze mensen
kunnen gemakkelijker keuze maken (humane -> psy)
• Rol co-actoren
o CLB, leerkracht die bv aangeeft welke richting het beste bij jou zou passen
• Andere theoretische benaderingen
o bv. Person-environment fit
Proeven
• Geschiedenis
o Discussie gaat al lang mee.
1946 Nuttin
o Meno experiment (1995)
Soort toets naar probleemoplossend en kritisch denken
Aanvangstoets 1e jaar, maar geen uitsluiting niet geslaagden
Hogere slaagkans bij geslaagden
Maar grote foutenmarge
• 18% van de geslaagden, niet geslaagd op meno (vals negatief)
• 63% van de niet-geslaagden, wel geslaagd op meno (vals positief
Dit is een oude studie, mr om aan te geven dat er veel toelatingsexamen zijn en
ze zijn goed mr wil niet zeggen slagen = slagen voor richting en omgekeerd.
Recent onderzoek
• Cijfers SO betere voorspeller dan uitslag (Richardson, Abraham, Bond)
• Toelatingsproef
o Wat?
Selectie
• Verplicht
• Bindend
Doel slaagkansen ‘voorspellen’
• Relevante onderdelen van de opleiding
Numerus clausus (absoluut: slagen op toets = direct starten) versus numerus
fixus (vergelijkend: slagen + bij de best gerangschikte zijn)
Bv. Toelatingsproef arts/tandarts : een tekort aan hen
Relatief hoger slaagpercentage in 1e jaar
• ~90% geneeskunde versus ~70% totaal voor de andere jaren
• Bv. psy: weten dat als proef, minder mensen zullen slagen/starten met psy.
Is dit een goed idee in tijden waar mensen nood hebben aan psy.
Beperkte instroom en dus uitstroom
(On)gewenst ontradend effect
• Sommige studenten denken al het gaat toch niet lukken, dus ik doe niet
mee. Mensen die sowieso minder slaagkansen, die wil je wel ontraden
3
, • Bv. Burgerlijk ingenieur: toelating -> ijkingstoets om aantal studenten te
verhogen
Rekening houden met omliggende systemen
• Wallonië, numerus clausus
• Vlaanderen: slagen + beste
• Nederland, (gestratificeerde) loting, hoe meer punten, hoe meer kansen
om te slagen
o Theorie
Focus op exploratie in de diepte
• Toelatingsproef voor één richting
Niet gericht op doormaken proces
• Eigenlijk doel is niet helpen met keuze
Summatief: prestatiegericht (met punten) en waarop je kan slagen of niet
‘Goede’ toelatingsproef kijkt naar match tussen omgeving en zelf
• Meerdere aspecten
• Bv. (Tand)Arts: technische vaardigheden en empathie
• Ijkingsproef/instaptoets
o Wat?
Eigen positie kennen ten opzichte van de verwachte startcompetenties van de
opleiding
Niet-bindend, kan verplicht. Informatief, dit zijn mijn vaardigehden, dit zijn de
vaardigheden die er van mij verwacht wordt. Zou ik hieraan beginnen
Gecentraliseerd versus gedecentraliseerd (bachelor, online kunt doen voor jezelf)
Bv. Ijkingstoets Ingenieurswetenschappen OF Instaptoets lerarenopleiding
Summatief en formatief
• Goed resultaat: bekrachtigend effect
• ‘slecht’ resultaat: aanduiden werkpunten, deelname remediëringstraject
(On)gewenst ontradend effect
Validiteit en betrouwbaarheid
o Theorie
Focus op exploratie in de diepte
Kan deel zijn van proces, maar niet in kaart gebracht
• Ik kan nu om 11u een proef doen bv. dus ze verwachten dat je een proces
hebt gevolgd, mr ze gaan dit niet na.
• Toelat: wel, je gaat niet slagen als niks gdn hebt -> je gaat er niet aan
beginnen als je er niks voor gdn hebt. De 6 stappen niet hebt overlopen
• Oriënteringsproef
o Wat?
Verschillende taken
• Sensibiliseren
• Exploratie (zelf en omgeving)
• Kristalliseren
Proces aanpak
Brede aanpak
• Alle opties in overweging: moeilijkheid naar inhoud/validiteit
Bv. Columbus (heel erg gebaseerd op theorie 6 stappen), SIMON, LUCI
Niet op zichzelf staand
• Ingebed in onderwijs
Zowel output als input
Niet-bindend
Evt combinatie met andere proef
4