Toegepast financieel management
1. Bespreking van de jaarrekening
1.1. Jaarrekening
De jaarrekening is het doel van boekhouden, het is het eindresultaat.
Jaarrekening: document dat inzicht geef in de investeringen, resultaten, kosten, … van een
onderneming.
Deze bestaat uit 3 delen:
o Balans
o Resultatenrekening en -verwerking.
o Toelichting.
1.2. Balans
Balans: vermogensoverzicht van de onderneming. Geeft inzicht inde passiva en activa van
een onderneming.
o Activa: bezittingen (je bent de juridische eigenaar)
Gebouw, machine, …
o Passiva: financieringsbron (wijze waarop de bezittingen gefinancieerd worden
(lening, eigen centen, …). Eigen vermogen en schulden)
De totale activa is steeds gelijk aan de totale passiva, de balans is steeds in evenwicht.
Kleren die je gekocht hebt: kleren zijn de activa (bezitting) maar hoe heb je ze betaalt?
(passiva). Wat je bezit moet op een of andere manier gefinancierd worden.
1.2.1. Activa
Activa zijn onderverdeeld in vaste en vlottende activa.
Vaste: kan niet snel omgezet worden in geld. Het is nooit de bedoeling om ze te verkopen.
Gebouw, ….
Wanneer je geen geld meer hebt verkoop je bezittingen om geld terug te krijgen.
Vlottende: kan snel omgezet worden in geld.
Voorraden, …
Geld (voorraden) kan je snel omzetten in geld.
Wanneer er geen activa is in een bedrijf, dan is het een “leeg” bedrijf.
1.2.1.1. Oprichtingskosten
Dit is een vreemde rubriek voor activa, enige kosten die op de balans voorkomt. Hoort niet
thuis onder activa want kosten komen normaal bij resultaten terecht. Dit kan van groot
belang zijn bij reorganisaties.
Oprichtingskosten: kosten van oprichting, kosten bij uitgifte van leningen, belastingen en
kosten met betrekking tot inbreng.
, 1.2.1.2. Vaste activa (geef 3 VB’en van elk)
1.2.1.2.1. Immaterieel
Niet tastbaar. Je moet er geld aan geven, je bezit het maar je kan het niet vastnemen.
Licentie, merken, …
Kosten van ontwikkeling, merken, licenties, knowhow, Octrooien, Goodwill.
Goodwill: bij overname de extra prijs boven de waarde van de onderneming. Je betaalt dit
toch omdat je die organisatie wil. De waarde voor het klantenbestand, opbouw, …
1.2.1.2.2. Materieel
Tastbaar. Je moet er geld aan geven, je bezit het en kan het vastnemen.
Machine, meubilair, …
- Terreinen en gebouwen: magazijn, parking, … (voor beroepsdoeleinden).
- Installaties, machines en uitrusting: drukpers in een drukkerij, … (kantooruitrusting is
meubilair).
- Meubilair en rollend materiaal: wagens, bureaus, …
- Leasing en soortgelijke rechten: dingen die geleased worden kunnen na x aantal jaar
gekocht worden voor een lagere prijs. Huren komt niet op de balans. (Huurkopen,
enkel met aankoopoptie!)
- Overige: appartement in Spanje (voor andere doeleinden dan beroepsdoeleinden).
- In aanbouw en vooruitbetaling: de onderneming maakt dit, geldsommen uitgeven
voor de aankoop van activa die nog niet werden geleverd.
1.2.1.2.3. Financieel
Aandelen die een bedrijf koopt. Om ze lang te houden. Het heeft als doel een andere
onderneming duurzaam te ondersteunen. Aandelen staan hierop omdat het op lange
termijn is.
1.2.1.3. Vlottende activa
Vordering: te goed. Je moet van iemand nog iets krijgen.
Geld te goed van de overheid, belastingen, …
1.2.1.3.1. Vorderingen op meer dan 1 jaar
- Handelsvorderingen: vorderingen op klanten. Vooral in de retail.
Klein bij Zeb want je moet aan de kassa betalen en het is niet op factuur.
- Overige vorderingen: alle vorderingen of vorderingen dat niet op klanten zijn.
1.2.1.3.2. Voorraden en bestellingen in uitvoering
- Voorraad: wat in het magazijn staat.
Handelsgoed (je koopt dingen aan om ze te verkopen), gereed product, afgewerkt
product.
- Bestellingen in uitvoering: voorraden die er nog zijn maar er is al een klant.
Een voorraad kan een bestelling in uitvoering zijn: een voorraad die samenhangt met een
bestelling. Liever meer bestellingen in uitvoering dan voorraad.