SOCIAAL ECONOMISCHE VRAAGSTUKKEN
THEMA 1: INTRO IN ECONOMIE EN SOCIAAL-ECONOMISCHE VRAAGSTUKKEN
Economische wetenschap = economics is the study of how people make choices to get what they
want.
- People: dit wordt gezien als de mensen, maar niet enkel de mens als individu. Het gaat ook
om een groep mensen, een stad, een community, een wijk, een land een werelddeel… in alle
vormen waarin mensen samen komen en samen belangen hebben.
- What they want: dit zijn de behoeften. De behoeften zijn de drang van mensen om te blijven
leven en dit leven ook zo aangenaam mogelijk te maken.
- Choices: de keuzes, deze keuzes moeten gemaakt worden omdat er schaarste is in de
maatschappij.
- How people make choices: dit kunnen economen perfect verklaren of voorspellen.
BEHOEFTEN
Behoeften: de drang van mensen om te blijven leven en dit zo aangenaam mogelijk te maken.
- Soorten behoeften:
o Individuele behoeften: met de primaire behoeften en de hogere behoeften, dit zorgt
voor een aangenamer leven, meer ontplooiing en ontwikkeling.
o Collectieve behoeften: die voelbaar zijn voor het individu maar bevrediging komt van
een groep.
Kenmerken van behoeften:
- Vatbaar voor verzadiging: iedereen heeft andere behoeften, bv. sommige mensen hebben 7
auto’s op hun oprit, anderen hebben geen 7 auto’s nodig.
- Veelvuldig en vermenigvuldigbaar: de mensen zijn bodemloze vaten, wat wil zeggen dat je
iets anders zal willen of iets nieuws, bv. 15 jaar geleden wou nog niet iedereen een
smartphone, nu is het ondenkbaar dat iemand geen smartphone heeft.
- Rangorde van belangrijkheid: alle behoeften zijn verschillend voor iedereen. Iedereen heeft
zijn eigen voorkeur. Er zijn individuele voorkeuren en ook politieke voorkeuren.
- Behoeften en rangorde wijzigen in tijd en ruimte
DE WAARDENVRIJE KIJK OP BEHOEFTEN
De behoeften zijn het vertrekpunt van elke econoom. De econoom houdt geen rekening met de
moral issue van de behoefte, dit kan gaan om de behoefte aan wapens of raketten… Dit maakt voor
hen geen verschil. De econoom kijkt enkel naar welke behoefte de mens wil en hoe zij dit zien te
bereiken.
De vraag waarom iemand deze behoefte heeft, is voor de psychologie en niet voor de economie.
1
,ECONOMISCHE WETENSCHAP
Adam Smith: schaarste verplicht ons om keuzes te maken. Hoe kiest een mens, een groep, een regio,
een samenleving?
Schaarste is er doordat de behoeften groter zijn dan de middelen. Bv. ik wil 6 auto’s maar ik heb
enkel geld voor 3 auto’s. Dit is schaarste omdat er een keuze moet gemaakt worden en dat is wat
voor de economen interessant is.
Bijna alle mensen hebben meer behoeften dan dat ze middelen hebben.
MIDDELEN
Middelen = economische goederen en diensten = middelen ter behoeftebevrediging.
Kenmerken van economische goederen:
- Schaars: vragen prestatie of offer, meestal geld, tegenover de vrije goederen zoals lucht,
zon… bv. iemand wil een tafel omdat die handig is voor in huis. Al het materiaal dat daarin
zit, is materiaal speciaal gemaakt voor deze tafel en kan dus niet voor iets anders worden
gebruikt doordat het al vast zit in de tafel, zoals arbeid, machines, geld, werkkracht,
materiaal…
- Nuttig: de middelen voldoen aan de behoeften. Ook hier wordt niet gekeken naar de moral
issue van het nut.
Middelen zijn nodig om de behoeften op te vangen. Maar om de middelen te creëren is er
inspanning nodig. Deze inspanning zorgt voor het produceren van de middelen en daarvoor moeten
productiefactoren worden ingezet, zoals natuur, arbeid, kapitaal…
KEUZEPROBLEEM
De middelen zijn schaars, je kan niet alles
realiseren en daarom moet je een keuze
maken. Maar uw middelen zijn wel multi-
inzetbaar. Je kan zelf kiezen waaraan je uw
geld besteed. Maar elke keuze die je maakt,
heeft zijn voordelen (baten) en nadelen
(offers). Bv. als je een tafel koopt met uw geld,
kan je dat geld niet gebruiken voor iets anders
aan te kopen.
Kiezen doe je op basis van afweging:
Baten Offers
De behoeften die je bevredigt door je keuze De kosten
De behoeften die je niet of minder kan
bevredigen door je keuzes
(opportuniteitskosten)
2
, HOMO ECONOMICUS
Homo-economicus: uitgangspunt van de econoom, hoe zij denken dat wij kiezen:
- Rationaliteitsprincipe: iedereen handelt rationeel
- Optimalisatie-principe: iedereen wil behoeftebevrediging maximaliseren = optimaliseren van
welvaart = maximale baten en minimale offers
Bij elke keuze die mensen maken, proberen we zo goed mogelijk in te schatten waar we het meeste
uithalen en de meeste behoeftes mee kunnen waarmaken.
Gevolgen: economen kicken op efficiëntie en effectiviteit:
Efficiëntie Effectiviteit
Met beschikbare middelen zoveel mogelijk Met de middelen die je inzet ook het beoogde
behoeften bevredigen doel bereiken, de beoogde behoefte
bevredigen
Een behoefte bevredigen met zo weinig Bv. ik heb een behoefte en die kan ik met 200
mogelijk middelen euro vervullen, waarom zou ik er dan 300 euro
voor geven
THE ULTIMATUM GAME
Economen verklaren dat als je geld moet verdelen tussen mensen dat bijna altijd een akkoord wordt
bereikt bij zo weinig mogelijk geld aan te bieden aan de anderen, omdat zij er helemaal niets moeten
voor doen en toch geld krijgen. Vaak beginnen mensen te twijfelen als het bedrag onder de 30 euro
komt, maar gaan ze meestal toch nog accepteren.
Bv. je moet 100 euro verdelen over uzelf en iemand anders, als je elk 50 euro krijgt is iedereen blij,
maar ook als je 1 euro zou geven zou de ander (na enige twijfel) toch accepteren. Waardoor je het
maximale voor uzelf kan houden.
HOE KUNNEN ZE ER ZO NAAST ZITTEN
Tijdens het begin van de bankencrisis in 2008 moesten de economen verantwoording afleggen hoe
het kwam dat ze dit niet hadden zien aankomen. Een iemand zei dat het onmogelijk was dat er een
crisis was doordat het onmogelijk was dat geld werd gegeven die niet kon worden terugbetaald.
Maar dit kwam doordat de economen geen rekening hielden met de irrationele invloeden op de
keuzes. Daardoor is het belangrijk dat economen ook rekening houden met het psychologische en
sociologische effect, ondanks dat dit niet binnen hun model past is de realiteit wel gevarieerder dan
enkel het standpunt van de econoom.
THEY DID NOT KNOW A THING
Er moet opgelet worden als economen oordelen formuleren als positieve uitspraken, bv. waarom
wapens maken goed zou zijn, omdat de economische groei werkgelegenheid creëert. Hierdoor
zouden we vaak geloven dat het wel goed is dat er wapens worden gecreëerd, wat niet zo is. Maar
wij mensen zijn te braaf om hiertegen in te gaan.
3