BASIS ACHTERGROND (TE KENNEN)
FANNY
LEERMODULE ‘HULPMIDDELEN BIJ PEDAGOGISCH ADVISEREN’
LES 1: PEDAGOGISCH ADVISEREN
INLEIDING
Deze module is een korte opfrissing van de methodiek pedagogisch adviseren volgens Blokland (2015). De
definitie, het doel en de doelgroep van pedagogische adviesgesprekken komen aan bod, alsook de definitie van
een hulpmiddel dat gebruikt is om deze online leeromgeving vorm te geven.
WAT IS PEDAGOGISCH ADVISEREN?
… een toegankelijke en kortdurende vorm van individuele begeleiding van ouders en/of andere verzorgers bij
(milde) problemen in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en afgestemd op de vragen en behoeften van
ouders. Pedagogische advisering vindt plaats via spreekuurcontacten, huisbezoek, telefonische of online
advisering en wordt op methodische wijze uitgevoerd door een pedagogisch geschoolde beroepskracht.
Pedagogisch adviseren als vorm van opvoedingsondersteuning kan je inzetten bij ouders met een lichte
opvoedingsvraag. De ondersteuning is individueel, kortdurend en toegankelijk van aard. Het maximum aantal
gesprekken ligt daarbij op vijf, waarbij je op maat van en in samenspraak met de ouders kan kijken naar wat
helpend is voor de specifieke situatie. De volgende paragraaf bevat kenmerken uit de definitie van pedagogisch
adviseren volgens Blokland (2015).
EXPOO lijst daarbij een aantal kenmerken op die naar voren komen in de methodiek van Blokland (2015):
Gemakkelijk toegankelijk
o De organisaties die adviezen geven zijn heel laagdrempelig op vlak van toegankelijkheid. Het
adviseren vindt plaats op plekken waar ouders zomaar kunnen binnenlopen. Daarnaast
moeten ze er ook op korte termijn terechtkunnen waarbij geen verwijzing of intakeprocedure
nodig is.
Kortdurend
o Er is sprake van één tot een maximum van vijf gesprekken met de ouders.
Individuele ondersteuning
o De adviezen zijn op maat van de ouders en gericht op de specifieke problemen van de
ouders.
Ouders
o Pedagogisch adviseren draait om het ondersteunen van de ouder of aanstaande ouder. Deze
ouder heeft een relatie met een kind tussen de 0 en 18 jaar.
Lichte opvoedingsproblemen
o Pedagogisch adviseren biedt antwoorden op lichte opvoedingsproblemen. Hierbij gaat het
om een opvoedingssituatie die wel nog hanteerbaar en bespreekbaar is voor de ouders, maar
tegelijk kent deze situatie een opvoedingsspanning waar de ondersteuning zich op moet
richten. Vaak gaat het om alledaagse opvoedingsproblemen die voor vele ouders herkenbaar
zijn en nog niet in een te complexe fase zitten.
Vraag van de ouders
o De vragen en problemen van de ouders vormen de basis van de ondersteuning.
, Sterkte van de ouders
o Men gaat ervan uit dat elke ouder het beste wil voor zijn kind, alleen valt het evenwicht
tussen draaglast en draagkracht soms weg. Hierbij kan een pedagogische medewerker helpen
om de structuur terug te vinden door samen te vatten of vragen te stellen en aan te sluiten
bij de sterkte van de ouders.
Pedagogisch geschoold
o De opvoedingsondersteuning wordt begeleid door een pedagogisch geschoolde medewerker,
die professioneel handelt in relatie met de ouders.
Bij pedagogisch adviseren ga je ervan uit dat de ouder het beste wil voor zijn, haar of hun kind, maar tijdelijk
het evenwicht kwijt is tussen draagkracht en draaglast. Als pedagogisch adviseur probeer je dat evenwicht
opnieuw te vinden door ondersteuning te bieden en adviezen te formuleren.
HET DOEL VAN PEDAGOGISCH ADVISEREN
Antwoorden vinden
o Door de pedagogische adviesgesprekken vinden ouders antwoorden op de vragen die ze
hebben.
Empowerment
o Daarbij richt pedagogisch adviseren zich op empowerment, waarbij ouders weer vertrouwen
krijgen in hun rol als opvoeders. Zo zijn ze opnieuw in staat om zelf de regie in handen te
nemen, ook bij moeilijkheden in de opvoeding.
Zelfbewustzijn
o Daarnaast is het de bedoeling om, aan de hand van de pedagogische adviesgesprekken, het
zelfbewustzijn van de ouders te versterken. Je spoort de ouders aan om na te denken over
het ouderschap en de rol als opvoeder.
Draagkracht en competentie
o Ook de draagkracht en competentie van ouders zal versterkt worden door pedagogisch
advies. Op die manier zullen ze latere moeilijkheden in de opvoeding met meer succes
aanpakken.
Door ouders te versterken, kan je als pedagogisch adviseur de ontwikkeling van kinderen en jongeren
bevorderen. Je houdt, samen met de ouders, rekening met het perspectief van het kind en indien nodig ook de
maatschappelijke visies.
DOELGROEP VAN PEDAGOGISCH ADVISEREN
IEDEREEN...
Pedagogisch adviseren is gericht op ouders, opvoedingsfiguren en opvoedingsverantwoordelijken. Omdat de
doelgroep heel breed is, is er een aanbod voor iedereen, ongeacht leeftijd van het kind, cultuur enzovoort.
Doorheen de gesprekken kan het kind ook betrokken worden, maar zeker het eerste gesprek is steeds enkel
met ouders, opvoedingsfiguren of -verantwoordelijken.
...MET LICHTE OPVOEDINGSVRAGEN
De methodiek kan enkel ingezet worden bij lichte opvoedingsproblemen. Hierbij gaat het om een
opvoedingssituatie die wel nog hanteerbaar en bespreekbaar is voor de opvoeders, maar tegelijk een
,opvoedingsspanning kent, waar de ondersteuning zich op moet richten. Deze opvoedingsspanning houdt onder
meer in dat opvoeders het gevoel hebben dat hun handelen in het opvoeden minder effectief is.
Door bij elke vraag na te gaan of er effectief sprake is van een licht opvoedingsprobleem, kan je nagaan welke
vorm van ondersteuning nodig is en of de opvoeder gebaat zou zijn bij een doorverwijzing naar meer
gespecialiseerde hulp.
DEFINITIE VAN EEN HULPMIDDEL
In deze online leeromgeving wordt een hulpmiddel gezien als 'alles wat je als professional kan inzetten om
tegemoet te komen aan de vraag van de ouders'.
Deze hulpmiddelen bestaan bijvoorbeeld uit:
1. Hulpmiddelen voor jou als professional, die niet expliciet aan bod komen tijdens de gesprekken met
de ouders
2. Hulpmiddelen die je als professional kan inzetten om het gesprek vorm te geven
3. Hulpmiddelen die je als professional kan meegeven aan de ouders
LES 2: VOORBEREIDING VAN EEN GESPREK
INLEIDING
In deze module gaan we dieper in op hulpmiddelen ter voorbereiding van een gesprek. Dit zijn hulpmiddelen
die bruikbaar zijn voor jezelf (als professional) om het gesprek met ouders voor te bereiden. Wat je concreet
kan verwachten in deze module: een oplijsting van de hulpmiddelen, informatie over de hulpmiddelen,
oefeningen en een koppeling met theorie.
Leidraad pedagogisch adviseren
Een eerste hulpmiddel dat gebruikt kan worden is de gespreksleidraad
DOEL: Gebruiken als stappenplan om als pedagogisch adviseur het gesprek
te leiden.
WANNEER GEBRUIKEN? Voordat je in gesprek gaat met ouders.
AANDACHTSPUNT: Het is slechts een leidraad en hoeft daarom niet exact
toegepast te worden.
Andere hulpmiddelen
In het volgende onderdeel gaan we in op andere hulpmiddelen voor de voorbereiding van een pedagogisch
adviesgesprek. Hierbij onderscheiden we vier hulpmiddelen die een vergelijkbare structuur hebben:
1. Het gespreksmodel van Gerard Egan (1993)
2. Het hypothesetoetsend model van Pameijer en van Beukering (1999)
3. Het stroomdiagram van Timmers-Huigens (2004)
4. De stap voor stap methode van Uittenbogaard et al. (1999)
, HET GESPREKSMODEL
Het gespreksmodel van Gerard Egan (1993) is een model dat gebruikt kan worden om als professional het
gesprek te structureren. Het gesprek wordt hierbij opgedeeld in de volgende fasen waarbij verschillende
doelen beoogd worden:
1. Probleemverhelderingsfase: het eerste contact leggen en samen zicht krijgen op het probleem.
2. Probleemnuanceringsfase: herformuleren van wat er gezegd werd, kiezen van (deel)problemen en
plaatsen van de problemen in zijn context.
3. Probleembehandelingsfase: de definiëring en keuze van na te streven doelen en het bereiken van de
doelen in termen van gedrag.
Het gespreksmodel sluit aan bij de cliëntgerichte hulpverlening. Hierbij wordt de rol van de cliënt sterk
benadrukt. Zo kan de cliënt zelf ook verschillende rollen opnemen; de hulpvrager, medeonderzoeker,
uitvoerder van advies, tegenpartij of ervaringsdeskundige (Pameijer & van Beukering, 1999).
HET HYPOTHESETOETSEND MODEL
Bij het hypothesetoetsend model van Pameijer en van Beukering (1999) kan het diagnostisch proces
wetenschappelijk benaderd worden door de toepassing van volgende kenmerken:
Het gesprek is gebaseerd op hypothesen die vooropgesteld worden door de professional.
De toetsing van de hypothesen aan informatie die tijdens het gesprek verzameld wordt.
Het al dan niet bevestigen van deze hypothesen.
HET STROOMDIAGRAM
In het stroomdiagram van Timmers-Huigens (2004) staat beweging centraal. Dit hulpmiddel kan ingezet
worden bij opvoedingsvragen omtrent kinderen met een beperking. Er worden opmerkingen gegeven over het
pedagogisch klimaat en voorbeelden van problemen in de bewegingsontwikkeling zonder lichamelijke oorzaak.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
De specifieke opvoedingssituatie
De analyse van de situatie
De verkenning van de ingreepmogelijkheden
!! Bij het toepassen van het stroomdiagram ligt er een sterke nadruk op de situatie van het kind. Zo moet er
aandacht besteed worden aan de omstandigheden waarin het kind zich bevindt, en ook aan de mogelijkheden
die het kind al heeft.
DE STAP VOOR STAP METHODE
De stap voor stap methode van Uittenbogaard et al. (1996) kan gebruikt worden om in korte tijd steun te
bieden bij de opvoeding van kinderen. Er zijn twee versies van de methode beschikbaar, een voor kinderen van
0 tot 6 jaar, waarbij het dan specifiek gaat om kinderen die moeilijk eten, slapen, lang onzindelijk zijn, veel
huilen en driftig zijn. Daarnaast is er een voor kinderen van 6 tot 12 jaar, die meer focust op moeilijkheden die
bij deze leeftijd horen. De methode bestaat uit een probleemoplossende cyclus met vier stappen:
Het verhelderen van het probleem. In de methode voor 0 tot 6 jaar, kan hiervoor een babylijst of
peuterlijst gebruikt worden.
Met de ouders inzicht verwerven in de achtergronden van de opvoedingssituatie.
Besluiten nemen tot het handelen, overleg plegen met collega’s of doorverwijzen.