inleiding............................................................................................................................................................... 3
topic 1 : converteerbare obligaties en obligaties met intekenrecht & enkele aanverwante effecten ............... 11
1. begrip : converteerbare obligatie ........................................................................................................ 11
2. begrip obligatie met intekerecht ......................................................................................................... 13
3. voordelen voor de onderneming en voor de belegger ........................................................................ 14
4. verschilpunten tussen beide effecten.................................................................................................. 15
reverse convertibles .......................................................................................................................................... 16
topic 2 : thesauriebewijzen & depositobewijzen ............................................................................................... 20
1. begrip en situering ............................................................................................................................... 20
2. toepasselijke wetgeving ....................................................................................................................... 20
3. kenmerken ........................................................................................................................................... 21
4. mogelijke emittenten........................................................................................................................... 23
5. informatieverplichtingen voor & na de uitgifte van thesauriebewijzen .............................................. 25
6. mogelijke intekenaars & verwervers ................................................................................................... 27
7. overdracht van thesauriebewijzen ...................................................................................................... 27
8. de uitgifte van gedematerialiseerde depositobewijzen....................................................................... 29
9. keuze van de vorm van effecten ..................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
topic 3 : het statuut van de gedematerialiseerde effecten ............................................................................... 32
1. gedematerialiseerde effecten : begrip & kenmerken .......................................................................... 32
2. het optreden van een erkende rekeninghouders als vereffeningsinstelling voor niet-genoteerde
effecten ........................................................................................................................................................ 33
3. overdracht van gedematerialiseerde effecten : enkele burgerrechtelijke aspecten ........................... 34
topic 4 : de keuze van de vorm van de effecten ................................................................................................ 36
1. de keuze van de vorm van de effecten bij uitgifte ............................................................................... 36
2. omzetting van effecten na de uitgifte.................................................................................................. 36
topic 5 : gemeenschappelijke beleggingsinstellingen ....................................................................................... 39
1. begrip en indeling van gemeenschappelijke beleggingsinstellingen ................................................... 39
2. uitdieping compartimentering ............................................................................................................. 45
topic 6 : effectisering ......................................................................................................................................... 47
topic 7 : verkoop van effecten : financieelrechtelijke aspecten ......................................................................... 48
1. de verkoop van effecten ...................................................................................................................... 48
topic 8 : MiFiD : bescherming van de beleggers ................................................................................................ 51
1. krachtlijnen & omzetting in het belgisch recht .................................................................................... 51
2. hervorming van het statuut beleggingsondernemingen ..................................................................... 51
3. bedoelde financiële instellingen : gereglementeerde ondernemingen ............................................... 52
4. de 3 categoriën van cliënten ................................................................................................................ 52
5. verstrenging v. gedragsregels voor de verstrekkers v. beleggingsdiensten......................................... 56
6. indeling van beleggingsdiensten .......................................................................................................... 63
7. opstellen van een beleggersprofiel ...................................................................................................... 66
topic 9 : zakelijke rechten op effecten ............................................................................................................... 70
1. vruchtgebruik op effecten ................................................................................................................... 70
1
,2. mede-eigendom en effecten ............................................................................................................... 72
2
, INLEIDING
Aandelen = effecten die het EV van een onderneming vertegenwoordigen
® aandeelhouder stelt ook geld ter beschikking, maar hij draagt bij à vorming EV v/d
onderneming
® heeft potentieel recht op gedeelte winst v/d onderneming
® nooit zeker of hij dat jaar iets zal krijgen (hangt af v. 2 zaken)
- Hoe onderneming het afgelopen jaar gedaan heeft ; winst of niet
- AV moet beslissen of er een deeltje wordt uitgekeerd à aandeelhouders (groot / klein)
- Aandeel heeft geen vaste looptijd
® aandelen worden niet na 10 jaar terugbetaald
® aandeelhouder = economisch gezien eigenaar v/h bedrijf
= juridisch gezien : achtergestelde SE
® geen vaste looptijd + groter risico
Kijk ondernemingsrecht (aandelen, obligaties, schulden van / in de boedel)
Kan op 2 manieren rendement uithalen uit zijn aandelen :
- Door dividenden als er winst is
- Koerswinst (geen zekerheid)
Aandeelhouder mag deelnemen à AV v. aandeelhouders, mag spreken / vraagrecht / mag vragen stellen
à bestuurders van de vennootschap + heeft stemrecht
Kleine aandeelhouder heeft niet veel invloed op het beleid
3
, Obligaties = effecten die het VV van een vennootschap vertegenwoordigen
= schuldeiser v/d vennootschap, iemand die geld uitleent à een onderneming
= collectieve lening, waar groep v. beleggers geld uitlenen à onderneming door in te tekenen
op die obligaties / schuldbewijzen
= lening; wordt op datum uitbetaald
= Obligatiehouder krijgt periodiek intresten, op einddatum v. obligatielening betaald
onderneming het geleende kapitaal, terug
= je krijgt overeengekomen intrest, ongeacht of het goed / slecht gaat met onderneming
= gewone, niet-bevoorrechte (chirograffaire) SE
= heeft einddatum, op einde krijg je totale, uitgeleende kapitaal terugbetaald
= vaste looptijd
Bij obligatie kan je ook je hele inbreng verliezen, maar de kans is kleiner : je staat boven de AD-houders
VRAAG : kan ik een obligatie tussentijds verkopen?
® venn. binnen 10 jaar terugbetalen
Kan ik die obligatie tussentijds verkopen voor dat de eindtijd is verlopen?
® hangt af v. 2 factoren :
o Als het slecht gaat met de venn. : negatieve invloed op beurskoers tot venn. er terug
bovenop is
o Marktrente : als marktrente stijgt, gaat het voor bestaande obligaties betekenen dat de
waarde daalt (die obligaties leveren lagere rente op)
Maar hoe dichter obligatie bij einddatum komt ® hoe dichter de koers op de beurs die bij
de nominale waarde, van het geleende kapitaal dat terugbetaald wordt, zal komen te liggen
Bij aandeel heb je dit niet ® geen einddatum
Obligatiehouder heeft geen inspraak in de onderneming
Algemene vergadering obligatiehouders heeft enkel te maken met de obligatie heeft niet te maken met
het beleid van de vennootschap
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophiebourdeaudhui. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.