THEMA 22: KOPZENUWEN EN SPINALE ZENUWEN
DE KOPZENUWEN
I. Nervus olfactorius
II. Nervus opticus
III. Nervus oculomotorius
IV. Nervus trochlearis
V. Nervus trigeminus
VI. Nervus abducens
VII. Nervus facialis
VIII. Nervus vestibulocochlearis
IX. Nervus glossopharyngeus
X. Nervus vagus
XI. Nervus accessorius
XII. Nervus hypoglossus
1) KOPZENUWEN
= nervi craniales
Thema van de perifere zenuwen of zenuwen die het centraal zenuwstelsel verlaten en naar alle
uithoeken van het lichaam vertrekken.
Zijn de zenuwen die uit de schedel (het cranium) trekken
-> via ergens een opening in de schedel (vanuit de schedelholte) komen die zenuwen naar buiten
Ze zijn geassocieerd met de hersenen van waaruit ze vertrekken (niet zozeer vanuit het ruggenmerg,
maar vanuit de hersenen)
-> heel kleine uitzondering, maar in het algemeen zijn dat inderdaad zenuwen die uit hersenen
stammen, hun weg naar buiten zoeken via een opening in de schedel en dan grote delen van de kop
(maar ook andere delen van het lichaam) gaan bedienen
Het zijn er in totaal 12. Er komen nog aparte kennisclips.
-> we willen een overzicht, bieden we aan de hand van een schema = aanvulling op de cursus
(uitgebreider dan je moet kennen)
Het document
- Alle zenuwen hebben een nummer en een naam (goed te kennen)
Latijns cijfer, I tot XII
- Een bepaalde zenuw krijgt een onderverdeling: V nervus trigeminus
Drieling: heeft 3 grote takken die we elk gaan onderverdelen -> V1, V2, V3
• Ook kennen wat elke zenuw precies doet. Om te snappen wat die zenuwen kunnen doen
verhuizen we naar het rechterdeel van het blad -> oplijsting van functies.
Niet anders dan de zenuwen die vanuit het ruggenmerg vertrekken zullen de zenuwen die uit
de hersenen vertrekken
kunnen een sensibele component hebben (brengt het gevoel) en voert prikkels aan naar
centraal zenuwstelsel
• een motorische component (motorische output richting spieren, … gaan geven)
, • aanvulling van een sensorisch gedeelte: bijzonder sensibel (associatie met de zintuigen ->
gezicht, oor, reukvermogen, …) -> apart benoemen
• parasympatische component
net hetzelfde als bij spinale zenuwen, maar daar is vaak de component van het autonoom
zenuwstelsel eerder de sympathicus, dan was het richting sympathische zijstreng
=> is niet zo in kop- en bekkengebied: de parasympaticus die de uittredende viscerale
zenuwen gaat leveren, dus we bespreken ook een parasympatische component
• S. Ganglion
zelfde als in zenuwstelsel dat we geassocieerd hadden met die doorsnede van het
ruggenmerg
onze motorische zenuwen starten allemaal met een zenuwlichaam in het centraal
zenuwstelsel (in die grijze stof), is niet zo voor de gevoelszenuwen: moeten in het
ruggenmerg (voorbij? Bij? dicht bij? een spinaal ganglion) -> bij de hersenen gaan we voor de
gevoelszenuwen een sensibel ganglion heel dicht tegen de hersenen aantreffen
• P. Ganglion
Synapsen en cellichamen buiten het centraal zenuwstelsel hebben niet enkel sensibel, maar
werkelijk ganglia waar synapsen gevormd worden komen werkelijk bij de viscerale
component aan bod.
Bij de parasympaticus -> daar weten we dat de ganglia heel dicht tegen het doelwitorgaan
aan gaan liggen -> dat besproken in deze kolom (heel gedetailleerd, gaan we nog uitfilteren)
Algemeen principe kennen
-> motorische component
-> sensibele, sensorische component mét een ganglion
-> parasympatische component die ook mogelijk is met een ganglion maar dan dicht tegen het
doelwitorgaan
-> naam en nummer
-> algemeen de functie die we gaan overlopen (niet elke zenuw zal alles hebben, je moet niet van elke
zenuw alles kennen) -> in 3 of 4 zinnen kunnen vertellen wat die zenuw doet, waarvoor ze dient is het
belangrijkste
• Hersendeel waaruit de zenuw stamt, en waar de kern meestal ook gelegen is
• Waar het uit de hersenen treedt
• Waar het uit de schedel treedt
Als je de zenuw zou volgen vanuit de hersenen en hij treedt ergens uit de hersenen en dan
gaat het intracraniaal ergens een gat opzoeken om buiten te geraken = dat gat
Het belang ligt niet bij deze puntjes
1) Eerste kopzenuw (bundeling van meerdere eersten) = nervi olfactorii
=> sensorisch
Een bundeling van reukzenuwen die vanuit de neus doorheen de lamina cribrosa van het ethmoïd (os
ethmoidale) de reukhersenen (ouder deel van het telencephalon) zeer snel gaan bereiken zonder om
,en via thalamus en dergelijke zaken meer
-> we dringen het telencephalon binnen en we gaan geur waarnemen sensorisch!!
= het eerste en het enige wat we gaan doen met die zenuwen
2) Tweede kopzenuw = nervus opticus
=> sensorisch
Maar dan het visuele, het zien
Vanuit chiasma opticum, maar eigenlijk startend in het oog (in de oogbol) en naar het diencephalon
trekkend
Corpus ?chaismaticum laterale -> thalamus -> optische radiatie, de projectie
Puur op zicht, het visueel waarneembare
Dan komen we aan 3 zenuwen (niet 3 opeenvolgende zenuwen) die verantwoordelijk zijn voor de
oogbeweging. Die de spieren (motorisch!) gaan aansturen, de spieren die het oog kunnen doen
draaien, kantelen, …
DUS ASSOCIATIE MET OOGBEWEGING:
- derde kopzenuw: n. oculomotorius (belangrijkst voor deze beweging of de impuls naar die
bewegingen toe)
door eliminatie van wat de n. trochlearis en wat de n. abducens doet weet je wat de n.
oculomotorius zal doen
= de meest motorische oogspier
bedienen van alle oogspieren (behalve 2 of 3)
- vierde kopzenuw: n. trochlearis
enige zenuw die dorsaal uit de hersenen komt en daar gaat gaan overkruisen
is de kleinste kopzenuw, want die moet maar 1 spiertje gaan bedienen (m. obliquus dorsalis
= een spiertje dat het oog kan helpen kantelen)
als je het hoofd schuin houdt dan moet het oog horizontaal (parallel met de horizon) blijven
kijken en dat spiertje kan daarvoor helpen
-> er is nog een andere spier dat daarvoor helpt, maar wordt bediend door n. oculomotorius
op overgang mesencephelon, metencephelon
een heel klein takje komt uit de hersenen naar buiten -> moet maar 1 spiertje gaan bedienen
klein, maar zooo belangrijk voor de goede motoriek van het oog
- zesde kopzenuw: n. abducens
kan het oog naar buiten doen draaien: gaat een laterale rechte oogspier gaan bedienen en
ook het oog wat meer in de oogkas trekken (m. retractor bulbi)
Aanvullend moeten we wel nog zeggen dat met de n. oculomotorius ook parasympatische vezels het
oog bereiken en naar de inwendige oogspieren die de pupil bedienen gaan trekken. Ook de lens gaan
, bedienen (sphincter pupillae).
De parasympaticus gaat de m. constrictor (de sphincter puppilae), de pupil nauwer doen maken.
Sympathicus is dan de tegenhanger, maar de sympathicus kan maar uit het ganglion cervicale craniale
stammen van sympathische zijstreng, die lift mee met bloedvaten om het oog te gaan bereiken.
????
Bijhorend ganglion is het ganglion ciliare
NU 2 HEEL BELANGRIJKE ZENUWEN
5) nervus trigeminus (drielingzenuw) -> 3 belangrijke takken
= zenuw die grotendeels verantwoordelijk is voor het sensibele: alle gevoel van uw hoofd wordt door
de trigeminus opgevangen
aan de zijkant van de pons
- nervus ophthalmicus V1
Niks met het oog aan zich te maken maar wel met de oogkas en alles wat daar rond hoort
= de gevoelszenuw van uw oog en uw oogkas
Die trekt naar lateraal, mediaal en dorsaal van het oog
Namen in vakje van sensibel gaan we niet nodig hebben
In TOKLA nog veel kleinere takjes bespreken (die naar hoornen enz bij kleine herkauwers kunnen
trekken -> n. lymfotrochlearis)
het gaat richting oogkas, gevoel van de ooghoeken, het oog lateraal en mediaal en dorsaal
- nervus maxillaris V2
Trekt naar de maxilla
Komt als n. infraorbitalis via het foramen infraorbitale naar buiten, maar zal ondertussen ook wel een
aantal andere zaken gedaan hebben
We zetten rond jukboog, richting temporaalstreek, het gehemelte, de neus (mucosa) -> het gevoel
van daar wordt afgevoerd
Ook infraorbitaal, dus dorsale zijde van de neus, bovenkaak, aangezicht, …
- nervus mandibularis V3
hier zit de uitzondering op het gevoel
die die naar de onderkaak trekt, de nervus mandibularis zal zeer voor gevoel gaan zorgen (n. lingualis,
n. buccalis, n. auriculotemporalis)
is slaapstreek en het oor (we komen van heel hoog uit de schedel naar buiten)
belangrijk te beseffen: de n. mandibularis bedient ook alle kauwspieren
-> hij heeft dus een motorische component en gaat alle kauwspieren bedienen behalve de caudale
buik van de m. digastricus