Inl. tot de archeologie 2022-2023
Inleiding tot de Archeologie
Les 2
Geschiedenis van de Discipline
1) Herhaling les 1
Definitie archeologie = humane interdisciplinaire wetenschap die gericht is op detectie, identificatie,
analyse, interpretatie van de materiële resten en sporen van menselijke activiteiten/gedragingen in
het verleden
Doel: Het verleden te kunnen reconstrueren en situaties en ontwikkelingen in dit verleden en in het
gedrag van de mens te kunnen identificeren en verklaren.
Archeologie= het materiële als bron voor:
- Vormgeving
<-- Dit kan een materiële bron ons
- Materiaal
vertellen, dit zal men
- Techniek
onderzoeken.
- Functie
- Symbolische waarde
- Vondstcontext (waar, met welke objecten, welke conditie?)
- Datering
Definitie artefacten: Door de mens vervaardigde functionele objecten --> alle materiële producten die
het resultaat zijn v/h proces van vormgeving, betekenis hebben in een specifieke sociale & culturele
context & samen de materiële leefwereld van mensen uitmaken
Problematiek van de Archeologie: we gaan onze eigen leefwereld projecteren --> we moeten objectief
naar het verleden kijken, niet het eurocentrisme opleggen aan het verleden.
2) Archeologische theorie
Paradigma’s binnen de archeologische theorie, paradigma’s = modellen en theorieën die het denkkader
vormt van waaruit data wordt geanalyseerd en beschreven wordt.
Er bestaan geen archeologische data of feiten onafhankelijk v/d theorie! Deze zijn onlosmakelijk.
De feiten op zich zijn nietszeggend, we moeten een narratief kunnen scheppen over het verleden om
hieruit te leren. Het verleden bestaat enkel uit de dingen die wij er over zeggen. De artefacten op
zich zijn te weinig. -> met archeologische theorie kunnen we gaan interpreteren. Maar veel
paradigma’s, veel theorieën, we bouwen verder op wat al gekend is.
De groeiende interesse in het verleden kwam oorspronkelijk voort uit:
- politieke
- religieuze motieven
(bv. Augustinus die Forum Romanum reoganiseert & monumentaliseert. Hij herstelde en werkte de
monumenten af die Caesar opbouwde. De vergoddelijking van Caesar als propaganda)
1
,Inl. tot de archeologie 2022-2023
3) Antiquarisme 15-18e eeuw
Renaissance:
Vanaf 14e eeuw een hernieuwde & systematische interesse in de oudheid, Het verlangen naar de
gloriejaren & cultuur v/d oudheid.
Antiquarisme:
Is objectgericht, antieke objecten & materiële cultuur staat centraal
Zij gaan op zoek naar de antieke (materiële)cultuur, objectgericht --> maar niet om het verleden te
begrijpen. (Hadden weinig idee v/d functie, datering & betekenis v/d objecten)
--> Eerder het tentoonstellen v/d objecten, als activiteit voor de elite
Hierdoor werden vele archeologische sites ontdekt door bronnen die deze sites vermeldden = de
exploratiefase in Mediterrane gebieden om de materiële cultuur te gaan beschouwen
Toerisme & exploratie door de rijke burgerij (soms deel van hun opleiding) + antiquaristische
verenigingen
Exploraties:
--> Egypte: Door Napoléon in 1798
- Wouden de Egyptische beschaving bestuderen
- Vondst van de steen van Rosette (hielp bij het vertalen van Hiërogliefen)
--> dit alles leidde tot Egyptomanie in EU (elementen v/d Egyptische cultuur in het
decor v/h dagelijkse leven)
--> ONO: op zoek naar sites uit de Bijbel
Sleutelfiguur v/h Antiquarisme: Johann Winckelmann (18e eeuw)
- Grondlegger v/d kunstwetenschappen & kunstgesch.
- Opgravingen van Pompeï
- Onderscheidt Griekse & Romeinse kunst
- Ging stilistisch te werk en zorgde voor een lineaire evolutie
--> Eerste opgravingen hadden als doel het opvullen van musea, het pronken met mooie voorwerpen,
jagen op schatten zonder wetenschappelijke methodes, puur voor het object
--> Gevolg Antiquarisme (op de materiële cultuur):
- Objecten verliezen hun context
- Veel gaat verloren, plunderingen van artefacten & sites
- Verlangen voor het vullen van collecties door nationalisme, Kolonialisme, ...
- Eurocentrisme
+ Eurocentrisme:
• Winckelmann die de klassieke Griekse periode als superieur beschouwt, hij noemt het ‘de
origine van de Europese identiteit’
2
,Inl. tot de archeologie 2022-2023
• Alles draait rond Europa, eigen cultuur afspiegelen en eigen cultuur in de verf zetten
• Link met het nationalisme
Wat met de prehistorie?
Conflict met de chronologie v/h oude testament --> prehistorie bestaat niet! Men besefte niet dat er iets
ouder bestond
--> God heeft de wereld gecreëerd, de gevonden artefacten kennen we niet, want de geschiedenis is al
gekend en geschreven in de Bijbel
--> toch vinden we artefacten die men niet kan thuisbrengen, hoe verklaart men dit?
- ‘Het zijn donderslagen die stukken van stenen hebben geslagen’
- Objecten v/d ‘primitieve wezens’ als de Afrikanen & Indianen
- De geologische lagen als resultaat van goddelijke ingrepen
4) 19e eeuw als begin v/d moderne archeologie
Dit is de volgende fase waarbij men allemaal prehistorische vondsten doet,
Men begint een opbouw te zien van geologische lagen met hier in artefacten + menselijke beenderen
samen met uitgestorven diersoorten
--> twijfels hoe oud de mens werkelijk is
Three Age system: men ging hier artefacten in onderverdelen omdat men een bepaalde ontwikkeling in
artefacten zag. Een nieuwe chronologie
- Thomsen (1848) ging zijn artefacten organiseren naar steen-, brons- & ijzerartefacten
(steentijd, bronstijd & ijzertijd, hij legde een chronologie op)
--> dit was de basis van een archeologische classificatie
Ontwikkelingen binnen de geologie:
- Concept van stratigrafie (Hutton, 1785) met zijn theorie dat wat bovenaan ligt jonger is dan
wat zich onderaan bevindt, het idee van relatieve chronologie(!)
- Principe van uniformitarianisme (Lyell, 1833): de processen v/d aarde zijn hetzelfde vandaag
als in het verleden. We kunnen dus het heden gebruiken om het verleden te begrijpen. (in
contrast met de zondvloedtheorie) --> idee dat mens & aarde veel ouder zijn dan men dacht
De evolutietheorie van Darwin, 1859:
- De vraag ‘waarom en hoe evolueren soorten?’ --> selectie door ‘survival of the fittest’ &
mutatie waardoor variaties ontstaan
- Idee van vooruitgang is hier lineair, evolutie & vooruitgang zijn onvermijdelijk
(In contrast met goddelijke creaties)
3
, Inl. tot de archeologie 2022-2023
5) Invloed evolutieleer op cultuur
De evolutieleer had een grote impact op andere disciplines (filosofie, sociologie & Archeologie, ..)
Ook cultuur evolueert mee, mensen die niet deze complexe samenleving hebben worden als primitief
gezien --> leidt naar raciaal superioriteitsdenken (primitief vs geciviliseerde beschaving)
Evolutionisme werd gebruikt om kolonialisme te rechtvaardigen, (wijsheid brengen bij de primitieve
volkeren, onze cultuur opleggen, het westen als beschaafd en superieur)
Het concept van evolutie toepassen op de maatschappij = het Sociaal Darwinisme (term door Spencer)
6) Cultuurhistorisch paradigma (late 19e eeuw)
Het toenemende nationalisme zal ons cultuurhistorisch paradigma beïnvloeden, men zal de archeologie
klasseren in bepaalde hokjes zoals bij de taxonomie, men gaat sociaal culturele interpretaties geven
aan de archeologie, typologieën van materialen, voorwerpen & technieken om zo een
chronologische klassering te bekomen.
--> men gaat in de cultuurhistorische paradigma geschiedenis schrijven op basis van de verschillende
culturen (a.d.h.v. artefacten en hun typologieën) = problematisch
Artefacten & Types:
- Type = een complex van attributen die gemeenschappelijk zijn aan een aantal objecten (bv
bijlen die gemeenschappelijk zijn binnen een aantal objecten) zodat we deze als 1 type
kunnen aanschouwen
- Belangrijk is dat er een evolutie is binnen deze types & dat er een
chronologisch element is (een typologische sequentie)
Typologie:
= Het onderbrengen van artefacten in types
- Met een formele beschrijving die analyse mogelijk maakt (attributen analyse die bv de
vormelijke eigenschappen bekijkt)
--> dit zijn methode’s die men zal gebruiken binnen cultuurhistorisch paradigma:
- Het meten van vooruitgang a.d.h.v. typologie (bv bij een simplistische bijl er van uit gaan dat
het een simplistische maatschappij is)
- Van primitief tot beschaafd op basis van stijl & vorm
- De artefacten zullen een belangrijke sociale organisatie bijhouden, men gaat er van uit dat
deze maatschappijen dezelfde cultuur, dezelfde sociale organisaties enzovoort hebben
- De plaats in de typologie --> bepaalt de plaats in de chronologie & de plaats in sociale
complexiteit
4