RECHT
1. Recht en sociaal werk
1.1 Inleiding
SW OP SNIJVLAK
De sociaal werker heeft zowel een relatie met het sociale systeem als met de hulpvrager. De sociaal werker is een
bruggenbouwer tussen de leefwereld van mensen en de systeemwereld waartoe het recht behoort .
Sociaal Het recht kennen is
werker
Mensen informeren
Mensen adviseren
Burger Samenleving Mensen bijstaan
Mensen ondersteunen
DOEL: mensen TOT en AAN hun rechten laten komen
DRIE PERSPECTIEVEN
Kennis: de sociaal werker kan door kennis van het juridisch systeem en de rechten en plichten van mensen, individuen en
groepen versterken zodat zij greep krijgen op hun situatie en omgeving (empowerment). Productgericht: concrete
toepassing van het recht of procesgericht: cliënt versterken in zijn probleemoplossende vaardigheid
SW’er kan alles dan toepassen in de juiste context: Doing things right
Waarden en normen: komen niet steeds overeen met het recht. De SW’er dient zich dus bewust te zijn van de ethische en
morele dimensies bij het toepassen van het recht in de praktijk. Hij moet zijn tussenkomst ook bekijken vanuit moreel-
ethisch pp, reflecteren en kritisch zijn: Doing right things
Mensenrechten en sociale rechtvaardigheid: De SW’er moet het recht en zijn regels afwegen tegenover de mensenrechten
met het doel sociale rechtvaardigheid te realiseren, wet is een bron dat de rechten van de mensen veiligstelt: Rights
thinking
Technische
kennis
driehoek
Mensen versterken in hun rechten en plichten
meer greep krijgen op samenleving en situatie
Grondrechten en waar ze zich bevinden
Moreel/ethisch rechtvaardigheid Heel proces en product gericht werken kijken
waar het probleem is
SOCIAALWERKRECHT Rationeel/technisch Moreel/ethisch Rechten- georiënteerd
georiënteerd georiënteerd
Ziet de wet als Een geheel van regels die Een deel van de Een bron voor de
toegepast moeten worden professionele toolkit dienstgebruiker
De drijfveer voor de Het wettelijk mandaat Ethische doelen Het zoeken naar soc.
praktijk is/zijn Rechtvaardigheid en
mensenrechten
Praktijk beoefenaars Technische juridische Wet plaatsen in hun eigen De wet kritisch begrijpen
moeten kennis professionele moraliteit
De sleutelvraag voor de Zijn vwn om juridisch te Hoe kan ik bijdragen tot Positie wet tgo uitsluiting
praktijk is interveniëren bereikt? ethische doelen? en onderdrukking
De nadruk ligt op Proc. Juist handelen (1) Omgaan met dilemma’s (2) Rights thinking
(1) Doing things right = KENNIS mensen begeleiden volgens de rechten
(2) Doing right things = WAARDEN EN NORMEN bv. Mensen contacteren MAAR beroepsgeheim
(3) Right thinking = GRONDRECHTEN EN RECHTVAARDIGHEID
, 1.2 Wat is recht
A. DEFINITIE VAN HET BEGRIP RECHT
Als meerdere mensen met elkaar moeten samenleven, moeten zij rekening houden met
de anderen
Geheel van regels
Om dit samenleven ordelijk te laten verlopen maken mensen onderlinge afspraken Opgesteld en opgelegd door
(regels) de samenleving
Deze afspraken gelden voor iedereen in de groep (ook in kleine contexten: scholen, Belangen worden geordend
sportclubs,…) Afdwingbaarheid
B. EEN GEHEEL VAN REGELS
Geschreven en ongeschreven
Nationaal en internationaal
Ze kunnen dingen bevelen en verbieden
We hebben verbod en gebod regels “je moet”
We hebben toelatingsregels “je mag”
We hebben organieke regels “je mag niet
C. OPGESTELD EN OPGELEGD DOOR DE SAMENLEVING
Samenleving veranderd voortdurend daardoor moeten regels ook veranderd worden
Regels veranderen
Gebeurt in opdracht van organen (bv. parlement in België)
Democratisch of dictatuur
Religieus beïnvloed?
Gebonden aan culturen, ideologen
Evolueert; rechts is wijzig baar
D. MAATSCHAPPIJ/ BELANGEN ORDENEN
Elk lid moet weten wat zijn rechten en plichten zijn
Op welke manier uitoefenen?
Geldt zowel voor individuen als voor groepen
Rechtvaardigheid niet altijd rechtvaardig
Iedereen moet zich aan de regels houden
Afdwingbaarheid (bv. als er een regel wordt opgelegd dan moet je bijvoorbeeld iets betalen, als je dat niet doet
komen er gevolgen – bv: boete bij verkeersregels)
E. AFDWINGBAARHEID VAN HET RECHT
Essentieel element: naleving regels moet afgedwongen worden
HOE???????? Iets doen, iets betalen, iets niet doen (verbod) of concreet via bemiddeling, de rechtbank,..
Geldt voor iedereen (geloof, ideologie,…)
Kwetsbare personen – ingewikkelde procedures – sociaal werk
Enerzijds mensen wegwijs maken en ondersteunen in het juridisch doolhof en anderzijds signaleren wanneer
mensen hun rechten niet kunnen opnemen
F. VERSCHILLENDE SOORTEN REGELS (kijk handboek p 20) (definitie kunnen weergeven)
Regels die het gedrag ordenen = subjectieve rechten
Regels en structuren die bijdragen tot handhaving
Regels en structuren die bepalen hoe regels en structuren kunnen gewijzigd worden
Wat betekent dit voor het SW?
Sociaal werk in het recht
Recht in het sociaal werk
Sociaalwerkrecht
1.3 Enkele begrippen van het recht
, A. OBJECTIEF EN SUBJECTIEF RECHT
Objectief recht
= geheel van rechtsregels en normen (los van individuele personen)
Subjectief:
Subjectief recht
Bv. de mogelijkheid om bepaalde
= zodra een natuurlijk persoon of rechtspersoon een objectief recht goederen te kopen de goederen zijn
krijgt, wordt het een subjectief recht van die persoon. een subjectief recht van jezelf, het feit
Recht geeft je eigen bevoegdheden om te handelen, bv. bepaalde dat je het als natuurlijk persoon kan
goederen te kopen, arbeidsovereenkomst tekenen kopen (het staat nu op jouw naam).
De goederen zijn een objectief recht
omdat het in de wet staat dat je het
mag kopen)
B. RECHTSSUBJECT EN RECHTSOBJECT (zie p. 21 + voorbeelden)
Rechtssubject
= een persoon of groep van personen die subjectieve rechten en plichten heeft.
Natuurlijk persoon: is een mens, een levend iemand (bv. jij, je client)
Rechtspersoon: is een fictief juridisch persoon, maar wel met rechten en plichten (bv. een vzw)
Rechtsobject
= een zaak waarop rechtsregels betrekking hebben of het recht dat beoogd wordt door het rechtssubject
C. GENOTS-EN HANDELINGSBEKWAAM (zie p.21 + voorbeelden)
Genotsbekwaamheid
= wie geschikt is om drager te zijn van rechten, om van rechten te genieten. Zo is
elk rechtssubject genot bekwaam (iedereen)!
NIET ALLE RECHTEN ZIJN GENOT
BEKWAAM
Bv. Een minder jarige kan eigenaar zijn
Handelingsbekwaam van een grond MAAR die minderjarige is
= de meeste rechtssubjecten zijn ook handelingsbekwaam: zij zijn geschikt om zelf nog niet handelingsbekwaam hij kan
via het stellen van handelingen hun rechten uit te oefenen. die grond niet verkopen
Geschikt om zelf via het stellen van handelingen hun rechten uit te
oefenen
D. RECHTSHANDELINGEN EN RECHTSFEITEN (zie p22)
, Rechtsfeit
= elk feit dat rechtsgevolgen doet ontstaan
Bv. geboorte, overlijden, onrechtmatige daad = iemand een slag in het gezicht geven met het opzet deze persoon
te verwonden
Rechtshandeling
= elke handeling die bewust wordt verricht om rechtsgevolgen te verkrijgen
Bv. een contract sluiten, een schenking, een bewind aanvragen
E. DWINGEND EN AANVULLEND RECHT (p22-23 + leerpaden)
AANVULLEND RECHT DWINGEND RECHT DWINGEND RECHT VAN
OPENBARE ORDE
DOEL Vullen afspraken tussen Beschermen private Beschermen algemeen
partijen aan belangen belang
AFSTAND Steeds mogelijk Nadat het recht is Niet mogelijk
verworven
SANCTIE Afwijken mogelijk Relatieve nietigheid die Absolute nietigheid die
alleen de beschermende door elke belanghebbende
partij kan inroepen alsook ambtshalve door de
rechter kan worden
ingeroepen
Aanvullend recht= Er kan afgeweken worden van de overeenkomst
Bv. afwijkende overeenkomsten: de huurder mag onderverhuren aan iemand anders
Er is een ‘maar’ in de overeenkomst
Dwingend recht= door iedereen worden nageleefd sanctie als dit niet wordt nageleefd
bv; de ouders dienen, moeten, verplichten, verschuldigd,…
Dwingend recht van openbare orde= goed gedrag stellen, openbare orde niet schaden, beschermen het algemeen belang
1. Openbare orde; huwelijk, afstemming,…
2. Goede zeden: relatie met iemand op het werk is niet correct
3. Regels van belangen van categorieën van de personen: minderjarigen en werknemers,…
1.4 Indeling van het recht
A. NATIONAAAL EN INTERNATIONAAL RECHT (zie p24)