KORTE SAMENVATTING FUNCTIE &
DYSFUNCTIE KAAKSTELSEL
HOOFDSTUK 2: ANATOMIE
KAAKGEWRICHT-ARTICULATIO TEMPOROMANDIBULARIS
Opbouw kaakgewricht: fossa mandibularis en condyl die in holte gaat functioneren draaien daarin & naar
voor schuiven langs eminentia articularis MAAR stopt op tijd, anders uit de kom en blijft mond open.
- Fossa (holte): 23 op 19 mm, biconcaaf, fibreus en avasculair weefsel weinig regeneratie
- Condyl: kleiner 20 op 10mm, discus tussen fossa en condyl, convex en ovaal collageenmatten met daarop
pluisjes zodat gewrichten soepel bewegen, cellen zijn groeikraakbeenachtig dus meer regeneratie
- Groeikraakbeen: chondrocyten, collageen (vezelmatten) en proteoglycanen (hydrofiel) water opzuigen =
wheeping lubrification. Oiv druk wordt vocht eruit geduwd, als gewricht terug ontspant wordt vocht terug
aangezogen (genoeg vocht nodig tekort bij klemmen/bijten = constante druk afbraak gewricht)
Condyl bestaat uit verschillende zones: articulaire zone (collageenvezels, krachten opvangen), proliferatieve
zone (celrijk dus regenereren), fibrocartilagineuze zone (netwerk vezels, krachten opvangen), gecalcificeerde
kraakbeenzone (chondrocyten, nieuwe botcellen bij slijtage)
Discus: kraakbeenschijfje, zorgt voor translatie bij open- en dichtdoen hangt vast aan kapsel en ligamenten.
Vooral fibreus weefsel dus weinig regeneratie discus weg: bot over bot schuiven dus knarsing. Ook hier
collageenbundels en wolpluisjes voor wheeping lubrification. Verschillende zones: posterieure band op kaakkop
als men rust, intermediaire zone en anterieure band. Vooraanzicht: botstructuur, coupe, discus (kan zowel langs
mesiaal als lateraal op condyl) als discus daar blijft zitten: condyl naar voor en achter daarrond dus laat
rotatiebeweging toe doordat bovenaan niet vastzit. Discus is rond ding en hol, soort vlinder met 3 zones.
Druk discus mee naar voor & als soort wig daartussen om stukken bot te stabiliseren, condyl naar voor dus
patiënt is aan het opendoen: dan draaibeweging en men gaat naar voor toe bewegen. Discus weinig bezenuwing
dus kan zelf geen pijn geven. Discus voorraan aan spieren en achteraan twee ligamenten (stylo- en
sphenomandibulair ligament daartussen bilaminaire zone of zone van rees: gevuld met bindweefsel, zenuw-
uiteinden DUS vanuit die zone ontstekingsreactie of pijn. Van daaruit ook synoviale vloeistof gemaakt en
ontwikkeld die naar wolpluisjes en collageenmatten wheeping lubrification.
- Stylomandibulair ligament: proc. styloideus posterieure wand mandibula (beperkt protrusie beetje)
- Sphenomandibulair ligament: spina sphenoidalis & mediale wanden kapsel spinula op mandibula
Bovenste lamina (elastisch weefsel) makkelijk uitrekken & onderste (sterke elastiek) discus kan niet helemaal
naar voor. 2 vezels te veel uitgerokken discus zakken knap. Rond gewricht ligamenten en kapsel zodat
synoviale vloeistof er niet uit kan & receptoren die aan hersenen informatie geven over houding van gewricht.
Collaterale ligamenten zorgen dat discus stabiel blijft zitten, wel beweging rond hinge axis. Dubbel ligament:
temporomandibulair ligament hecht aan achterkant vast (niet blijven roteren) & binnenste ligament niet te ver
naar achter daarboven hersenen & fossa dun = gevaarlijk!!! Bij druk: breuk condyl door sterke ligamenten.
1
, Innervatie en bevloeiing: vanuit n. trigeminus (n. auriculotemporalis, n. temporalis profundus posterior, n.
masseter). N. auriculotemporalis vaak ook naar oor: verband oor- en kaakgewrichtsklachten (tinitus).
BIOMECHANICA VAN KAAKGEWRICHT
Opendoen: discus blijft liggen & draaibeweging condyl dus beetje opening heel complex naar voor: condyl
naar voor toe en discus als soort wig ertussen condyl moet stoppen op eminentia anders luxatie kaakkop.
DUS eerst rotatiebeweging van condyl, dan naar voor toe (translatie). Ligamenten houden discus tegen en
kaakkop schuift verder naar voor toe discus daartussen als wig.
Sluiten: tanden op elkaar druk zetten: veranderingen in gewricht m. pterygoideus lateralis gaat discus naar
voor trekken = stabilisatie, tussen kop en pan (power stroke). Power stroke: extra contractie van m. pterygoideus
lateralis om dikkere portie van discus in gewrichtsruimte te trekken gewricht stabiliseren.
Maximale occlusie = als patiënt tanden op elkaar zet maar als er eerst verkeerd contact is, krijgt men shift
beweging. Bij bruxisme: constante druk vocht geraakt op droog gewricht dat niet goed functioneert
condyl veranderen en discus stuk (plat beetje af = remodelling discus)
Kaakbewegingen meten mbv kinesiography: nieuwe referentiepositie maken. Kaakgewricht nabootsen bij
protheses en kroon- en brugwerk daarvoor articulatoren (verschillende soorten). Met toestellen van
kinesiography kunnen we het in instelbare articulator instellen MAAR ook adaptatiecapaciteit van patiënt
belangrijk = zoeken naar positie waaraan het systeem zich kan aanpassen.
SPIEREN
M. temporalis ANATOMIE waaiervormig, 3 segmenten (anterior-midden-posterior). Van fossa
temporalis langs binnenkant zygoma en licht verweven met m. masseter tot bij
proc. coronoideus en ramus van mandibula
FUNCTIE contractie sluiten mond, anterior contractie verticale beweging,
midden en posterior contractie retrusie, coördinatie sluiten
M. masseter ANATOMIE oppervlakkig deel van zygoma schuin naar achter/beneden naar
kaakhoek thv 2e molaar & diepe deel van zygoma naar kaakhoek
FUNCTIE sluiten mond, efficiënt kauwen mogelijk maken, oppervlakkige deel
helpt bij protrusie van OK
M. pterygoideus medialis ANATOMIE van fossa pterygoideus naar kaakhoek, aanhechting verweven met m.
masseter
FUNCTIE contractie sluiten mond, protrusie mandibula
M. pterygoideus lateralis ANATOMIE superior van sphenoid naar condylusnek en discus, inferior van
pterygoide plaat naar condylusnek
FUNCTIE sluiten kaak
M. digastricus ANATOMIE anterior van mandibula naar hyoid, posterior van hyoid naar mastoid
van os temporale
FUNCTIE openen en beetje retrusie
2