KINDER- EN JEUGDPSYCHIATRIE
1 INLEIDING
1.1 KINDER- EN JEUGDPSYCHOPATHOLOGIE
Begint vanaf de geboorte:
De infantpsychiatrie (infant mental health) is nog heel erg jong maar op dit moment gaan heel van de middelen
van gezondheidszorg naar deze tak
Kunnen zo misschien enorm preventief werken
o Bij baby’s die duidelijk symptomen vertonen van stress door de manier waarop de omgeving met hen
omgaat
o Geleerd dat als we in die vroege fase, vanuit wat we weten dat er zich nadien als beelden toont, daar
naar gaan kijken en iets mee gaan doen we preventief kunnen werken
Apart classificatiesysteem voor ontwikkeld: DC 0-5 (slaat op de jaren) (diagnostic classfication schedule)
o Classificatiesysteem voor 6-18 jaar: DSM-5
Studie van kennis en praktijk m.b.t. psychiatrische beelden:
Klassiek 0 – 18 jaar, maar dat is relatief
18 jaar is de wettelijke leeftijd van volwassenwording
Sommige jongeren op bv. 16 jaar al transitie aan het maken naar leven dat samengesteld is zoals leven van
volwassenen
o Leven waarbij de jongere niet meer thuis afhankelijk in zijn gezin zit
Omgekeerd: jongeren van onze leeftijd vandaag staan langer in het adolescentie verhaal dan 20 – 30 jaar
geleden
o Jongeren blijven langer in thuiscontext, studeren langer, gaan ieder weekend naar huis voor was en
plas, etc.
o Volwassene verantwoordelijkheden worden niet opgenomen tot oudere leeftijd
16 tot +/- 25 jaar wordt transitieleeftijd genoemd
o = Leeftijd waarin je de overgang maakt naar een volwassene bestaan
o Als je op dit moment een bepaald probleem hebt, is het niet fair dat je op die leeftijd tussen kinderen
moet zitten maar evenmin dat je dan tussen volwassenen moet zit
o Dus gezonder als je op die transitieleeftijd in dezelfde leeftijdsgroep aan die problemen kan werken dus
stillaan ontstaat er een aparte groep van transitie psychiatrie
Gezamenlijk buigen over die transitie psychiatrie (zowel kinderpsychiaters, als mensen vanuit
volwassenpsychiatrie denken mee)
Kinderpsychiatrie = gezinspsychiatrie
Er bestaat niet zo iets als kinderpsychiatrie als zodanig, dat is bijna altijd gezinspsychiatrie (of contextpsychiatrie
als het kind geen gezin heeft)
Je bent nog afhankelijk van de context à alles wat je doet individueel heeft een impact op de context, maar de
context heeft ook heel veel impact op het individu
Jongeren in de transitiefase zijn ook nog sterk verbonden aan hun context en dus is het belangrijk om met die
context te blijven werken à horen niet helemaal meer binnen de kinderpsychiatrie (want te beschermend),
maar ook niet volledig bij de volwassenpsychiatrie (gericht op autonomie)
1
,1.1.1 GEDEELDE DOMEINEN MET VOLWASSENENPSYCHIATRIE
PERIPARTALE PSYCHIATRIE
Is niet infantpsychiatrie, maar gaat over het ongeboren kind
De jonge ouders die zwanger worden en waar er op dat moment al bezorgdheid is vanuit de omgeving over de
zorg voor het (ongeboren) kind
o Bv. als de ouder opgenomen is in het ziekenhuis rond de bevalling en de verpleging merkt dat het niet
goed loopt, of dat het een alleenstaande mama is, etc. en er een zorg ontstaat rond de goede zorg
o Bezorgdheid kan al vroeger ontstaan bij iemand die bv. middelen misbruik
Proberen de zorg al op gang te brengen à kan gericht zijn op de infantpsychiatrie (als men bezorgd is om het
kindje) of op de volwassenpsychiatrie (als men vooral bezorgd is om de mama)
KOPP (kinderen van ouders met psychiatrische problemen)
Hoeft niet noodzakelijk zo te zijn dat kinderen zelf al problemen ontwikkelen
We zien wel dat er al patronen ontstaan bij kinderen die wel ondersteuning kunnen gebruiken (hoeft niet
noodzakelijk al zorgwekkend te zijn)
o Bv. parentificatie
Kindreflex = een stappenplan waarbij er wordt vertrokken van stap 1 met een ouder die wordt betrokken bij de
volwassen psychiatrie
o Door de Vlaamse overheid in samenwerking met VK
o Nu verplicht om te vragen “heeft u kinderen?”
Accute (kind)reflex maken als het antwoord ja is om te zien wie er voor het kind zorgt, waar het
kind is en hoe dit in de toekomst gaat zijn wanneer de ouder bv. in opname is
o Belangrijk om het over de ouderrol te hebben (een volgende stap) à een uur de tijd nemen om het te
hebben over het ouderschap (wat verwachten zij ervan, wat doen zij, hoe zien zij het) à er dan ook bij
durven stilstaan van “en wat dan als het slecht gaat met u, hoe is het dan met de kinderen”
Durven hierbij stilstaan hoe het zou zijn voor de kinderen en wat kan er gedaan worden om dat
minder onbesproken te laten
o Is er good enough parenting? Super!
Is dit er niet helemaal à ondersteuning verlenen
Is het echt verontrustend à andere stappen ondernemen
KENNISDELING
Kijken op dezelfde manier naar problematieken, kijken naar hetzelfde orgaan (brein), gebruiken dezelfde
farmacologie à wetenschap grotendeels hetzelfde, zij het dat die zo groot is dat die wel is opgedeeld
Gebruiken gelijkaardige methodieken en therapieën
o Zijn in oorsprong hetzelfde, maar worden wel anders toegepast
2
,1.1.2 ONTWIKKELING CENTRAAL
Vanaf je naar beelden van kinderen en jongeren begint te kijken is het woord ontwikkeling ene belangrijk woord. Dat
klinkt evident, maar wat bedoelen we er dan mee? à De kinderen zijn aan het opgroeien. Bv. ADHD op kleuterleeftijd is
anders dan ADHD op 17 jarige leeftijd. De ontwikkeling van een kind doorheen de jeugd maakt dat eenzelfde beeld zich
op hele andere manieren uit en andere gevolgen heeft voor het kind en de omgeving daarrond. Heeft te maken met het
feit dat het hersensubstraat, daar waar het misgaat, nog in volle ontwikkeling is.
HERSENONTWIKKELING
Daar waar het ergens fout gaat (gedachtenloop/letterlijke opbouw/…)
Hersenen zijn continu in ontwikkeling
Lijkt evident, maar je moet hier heel de tijd bij stilstaan
Bv. depressie op 4 jaar is anders dan op 16 jaar
De hersenen zijn in ontwikkeling, maar datgene wat in ontwikkeling is (de hersenen binnen dat kind) is in voortdurende
leerervaring met de omgeving waar het inzit.
NATURE – NURTURE TRANSACTIONALITEIT
Hersenen staan continu in contact met leerervaringen met de omgeving (nurture) waar het in zit
Je kan biologisch al aanleg hebben, risicofactoren meehebben (nature)
Er is dus ALTIJD samenspel tussen de nature (aanleg) en de omgeving waar je in terecht komt (nurture)
o Die interactie begint van voor de geboorte en gaat de hele tijd verder
o Bv. ADHD is hoog erfelijk dus of je de kwetsbaarheid hebt om weinig controle te kunnen hebben over
gedrag, hyperactiviteit en concentratievermogen is voor 75% erfelijk. Dit betekent dat als je geboren
wordt, je als baby of peuter ook al anders reageert op de pogingen om u te sturen door uw ouders. Dat
anders reageren op die pogingen heeft impact op die ouders. die ouders gaan makkelijker wanhopig
worden, meer moe zijn en minder geslapen hebben, etc. Die gaan dan na een tijd gevormde reacties
hebben door de ervaringen met dat kind dat gemiddeld moeilijker opvoedbaar was.
Dit samenspel is de reden waarom vroeg interventie echt belangrijk is à om die transactionaliteit in de loop van
de tijd gaan tegenwerken
Nog een aspect van deze interactie: use it or lose it principe
o Dingen die je niet oefent, ga je niet kunnen (lose it)
o Dingen die je oefent op het juiste moment in de tijd, ga je beter leren (use it)
Bv. leren skiën op 4 of 5 jaar, dan zal je later altijd beter kunnen skiën dan dat je hebt leren
skiën op 35 jarige leeftijd
Heeft te maken met sensitieve periodes in de hersenen
ONTWIKKELINGSDOMEINEN WAAR WE NAAR KIJKEN
Psychomotorisch: de manier waarop je in uw lichaam zit, tevreden bent met je lichaam, de manier waarop je
lichaam aan de buitenwereld verteld hoe je u voelt
Socio-emotioneel: alles wat relationeel is, hoe open sta je voor de anderen, hoe reageer je, kan je goed emoties
uiten
Cognitief: hoe denk je en hoe goed kan je denken, aandacht
Moreel: hoe redeneer je over wat goed is en minder goed en hoezeer hoe je rekening met de andere
Identiteit: je mag u voelen zoals je u vanbinnen voelt, maar ook dan moet je blijven nadenken of het kwaad
berokkent aan anderen want als dat zo is dan moet je dat onder controle houden
3
, Waar, wanneer en hoe is kinderpsychiatrie dan anders dan volwassenpsychiatrie? (foto hierboven)
Wij hebben altijd te maken met het gezin rond het kind, maar bijvoorbeeld ook met een internaat, de school, …
o School is een obligate partner in kinderpsychopathologie
Als er iets niet goed gaat met het kind, zal de school er mee te maken krijgen
Omgekeerd is school ook heel vaak mee oorzaak van problemen van jongeren: leren zelf is iets
wat voor veel jongeren een enorme belasting is en dus problemen veroorzaakt, maar school is
de plaats bij uitstek om het gevoel te hebben dat je er bij hoort of niet
Volwassene psychiatrie heeft ook te maken met cultuur, maar voor kinderen en jongeren zijn er subculturen die
anders zijn dan voor volwassenen en waar kinderen toch mee in de knoop kunnen liggen
Instrumentarium waarmee we moeten werken, zijn anders voor kinderen en jongeren dan bij volwassenen
Ook methoden zijn anders: met volwassenen bijvoorbeeld niet zoveel speltherapie, met kinderen en jongeren
wel
Je werkt aan het gedrag/welzijn van de kinderen via instructies die je aan de ouders geeft waardoor die dat
thuis kunnen toepassen en dat heeft meer impact dan dat uurtje bij de psycholoog (mediatietherapie)
Therapeutische aangrijpingspunten: systeemtherapie wordt hier veel meer gebruikt
Voorzieningen voor kinderen en jongeren met psychopathologische problemen en bestaan niet voor
volwassenen, buiten het CGG (links onder op afbeelding)
Voor elk van die gerechtelijke bepalingen moet iedere keer een vertaalslag gemaakt worden naar kinderen en
jongeren
Leerplicht speelt heel erg mee: school is vaak een blok van ellende, maar een kind heeft niet te kiezen en moet
naar school gaan of aantonen dat die aan het leren is
Er zijn dus ook aparte tekstboeken, tijdschriften, netwerken therapieën en therapeutische protocollen voor de
verschillende leeftijden
4