Negatief vrijheidsbegrip Vrijheid zien als vrij zijn van interne of externe beperkingen
Positief vrijheidsbegrip Vrijheid zien als vrij zijn van opties
Prolegomenon Wat vooraf gezegd moet worden
Propedeuse Voorbereidende studie
Apologetisch Verdedigend
Metafysica Het denken over het zijn, fundamenteel abstract nadenken over de
werkelijkheid
Ontologie Denkt na over het zijn, wat is nu gemeenschappelijk aan alle
zijnden? Poogt een antwoord te vinden op de vraag: hoe moet het
zijn zijn opdat de zijden zouden zijn zoals ze zijn?
Ontologisch godsbewijs God is datgene waarboven niets groter geacht kan worden; een
bestaande God is groter dan een niet-bestaande God; dus moet
God bestaan
Theodicea Puur met de rede denken over de eerste oorsprong van het zijn,
zonder geloof in een God.
Spiritualistisch Wat we zien is maar een afschaduwing, de echte diepe
monisme werkelijkheid is er maar daar kunnen we niet aan.
Materialisme Wat we zien is wat er werkelijk is, vb een tafel is een tafel, er is
Empirisme geen diepere werkelijkheid buiten wat we zien
Positivisme
Non- Iets kan niet tegelijkertijd zijn en niet zijn
contradictiebeginsel
Premisse Stelling, aanname
Dubbelzinnigheid De zin is zo geconstrueerd dat ze meerdere (en dus ook verkeerde)
interpretaties toelaat, vb ‘De meester zei de burgemeester is een
ezel.’ (amfibolie = afwezigheid van leestekens)
Compositiefout Wat bevestigd wordt voor een deel, gaat niet noodzakelijk op voor
het geheel, vb X is een goede spits, dus Brugge is een goede ploeg
Divisiefout Wat bevestigd wordt voor het geheel, gaat niet noodzakelijk op
voor elk onderdeel, vb de wereldwijde welvaart is gestegen, dus de
welvaart van België is gestegen
Bifurcatie 2 begrippen die elkaar niet uitsluiten toch als dusdanig gebruiken,
Splitsing vb wie niet in Allah gelooft, is ongelovig (je kan ook ander geloof
hebben)
Particularisering De ongeoorloofde overgang van ‘meestal’ naar ‘deze dan ook’, vb
we hebben vandaag les van professor X dus het zal weer saai zijn
Veralgemening De ongeoorloofde overgang van ‘eens’ naar ‘altijd’, vb ik doe 1
keer mee aan de lotto en win niets, ik heb nooit geluk
Cirkelredenering Datgene wat je wil bewijzen gebruik je reeds als bewijs om te
bewijzen wat je wil bewijzen, vb God bestaat want het staat in de
Bijbel en wat in de Bijbel staat is waar want het komt van God, vb
supporters zijn hooligans van de eerste tot de laatste, kijk maar
eens naar de supporters van Standard
Complexe vraag Uit een antwoord op een deelaspect leidt men conclusies af voor
Simplificatie het geheel, vb ‘Doet u nu aan sport?’, vraagt de dokter. ‘Nee’,
antwoordt patiënte Justine Henin. ‘Dus u bent niet geïnteresseerd
in sport’, concludeert de dokter. De dokter mag niet te snel
beslissen dat die ‘Nee’ betekent dat de patiënte niet in sport
geïnteresseerd is, de dokter heeft gesimplificeerd, te eenvoudig
opgepakt.
Onvolmaakte analogie We trekken gelijkenis met iets anders en dan trekt men dezelfde
conclusie, als mijn medestudent om het half uur naar het wc mag
tijdens het examen, mag ik dat ook want ik ben toch ook een
student: dit is slechts een geldig argument als de analogie
volmaakt is (vb hij heeft een medisch attest), vb zaadcellen mogen
verkocht worden, dus nieren, die zoals zaadcellen toch gewoon in
het lichaam zitten, mogen ook verkocht worden
Argument tegen de Niet op de argumenten inspelen, maar de persoon
persoon aanvallen/beschuldigen, vb Reynders kent niets van financiën, hij
heeft nooit economie gestudeerd
Verkeerde oorzaak Men beschouwt als zijnde de oorzaak van een verschijnsel iets dat
er niet de oorzaak van is
1