Sociale grondrechten Tom Claeys
- Handleiding eens doornemen
- Lexicon, reader= alle belangrijke woorden (op canvas)
*= cruciale begrippen, kennen!
- Sleutel tot succes= PP + eigen notities
Inleiding
Vraag 1: Hoe kunnen tweeverdienersgezinnen of eenoudergezinnen die actief zijn op de
arbeidsmarkt tijdens de vakantieperiode (herfst, kerst, krokus, paasvakantie, zomervakantie, …)
opvang voor hun schoolgaande kinderen organiseren?
1) Eén van de ouders neemt verlof op
2) Informele opvang
Belang van sociale netwerken › vaak grootouders, vriendjes, babysit…
Opmerking: niet voor iedereen vanzelfsprekend!
3) Formele opvang (professioneel georganiseerd)
Verschillende initiatiefnemers
Meestal betalend en aan voorwaarden verbonden
Publiek: de lokale overheid (het gemeentebestuur) > buitenschoolse opvang
Privé: initiatieven erkend en gesubsidieerd door de overheid
Privé: zuiver commerciële initiatieven
Vraag 3: Wat zijn mogelijke drempels die mensen, die in aanmerking komen voor het aanbod,
kunnen ervaren?
1. Niet kennen van het aanbod: informatiedrempel, taaldrempel, etc.
2. Niet of te beperkt kunnen benutten van het aanbod: te moeilijk, te complex, te duur,
digitale drempel, etc.
3. Geen gebruik durven van maken › houding
4. In het verleden een negatieve ervaring hebben gehad › houding
Je kan deze drempels in categorieën onderverdelen
Ze bevinden zich op competentieniveau
Later zullen we spreken over de mechanismen van onderbenutting
Kazou
1. OHsector
2. Gesubsidieerde sector (cm)
3. Commerciële sector
Basis sociaal werk:
Mensen laten weten wat hun basisrechten zijn en deze beschermen
1
,Vraag 4: Wat doet Kazou (of kan doen) om die drempels weg te halen?
1. Actief en toegankelijk bekendmakingsbeleid
2. Attractieve, begrijpelijke en toegankelijke website
3. CM brochure
4. CM personeel inschakelen om leden te wijzen op het aanbod
5. Zorgen voor gedifferentieerd aanbod
6. Zorgen voor een betaalbaar aanbod
7. Zorgen voor een gedifferentieerd en eerlijk inschrijvingsbeleid
Bijzondere inspanningen doen voor moeilijk bereikbare groepen (= vooral voor diegenen
die deze drempels ervaren): aanbod, communicatie, begeleiding, kostprijs, etc.
Samenwerking met andere diensten binnen de CM
Samenwerking met de (lokale) overheid
Samenwerking met andere organisaties
Vraag 5: Wat zou de job van een sociaal werker binnen Kazou kunnen inhouden?
1. Werken aan een gedifferentieerd aanbod: naar regio, naar leeftijd, naar prijsklasse, etc.
2. Werken aan een toegankelijk en aantrekkelijk bekendmakingsbeleid
3. Inspanningen doen om de drempels van onderbenutting weg te halen
4. Opleiden, begeleiden en omkaderen van de vrijwilligers
5. Bijzondere inspanningen doen voor bijzondere doelgroepen (Jongeren met bijzondere
aandacht)
6. Functionele samenwerkingsverbanden met anderen diensten binnen de CM
Besluit
1. Sociale grondrechten is geen vak over rechtspraktijk
2. Het is niet ‘wereldvreemd’: het gaat over jou en mij in het dagdagelijkse leven => Is dus
‘herkenbaar’
3. Het gaat over waar je recht op hebt en of je er in slaagt om dat recht in de praktijk ook te
benutten
4. Het gaat over hoe het komt dat die benutting niet voor iedereen lukt en wat daarvan de
oorzaak is
5. Het gaat over wat een organisatie, een dienst of de overheid aan die onderbenutting kan
doen
6. Het zal in essentie heel concreet gaan over de dagdagelijkse praktijk van het sociaal werk
7. Over de inhoud van het beroep van de sociaal werker
8. En over zijn/haar betrokkenheid en verantwoordelijkheid
2
,1 Inleiding sociale grondrechten
1831: nationaal congres= indertijd een zeer liberale en vooruitstrevende grondwet
De Belgische Grondwet is een geschreven grondwet, die meer dan 200 artikelen bevat.
Niet elk land heeft een grondwet
De grondwet is de fundamentele wet
= de grondwettelijke norm komt vóór de wet en het decreet in de hiërarchie van de normen.
Wat staat er in de Belgische Grondwet?
1. De indeling en de samenstelling van het federale België
2. De bevoegdheidsverdeling tussen de onderscheiden gezagsniveaus en de taken
van de gezagsorganen
3. De fundamentele rechten en vrijheden van de burger
België
= een rechtsstaat, een democratische staat, een parlementaire monarchie, een federale Staat en
een sociale staat
Parlementaire monarchie= de macht berust eigenlijk bij het parlement.
De grondwet wijzigen kan niet zomaar gebeuren… en gelukkig maar!
Sinds 1994 zijn de sociale grondwetten opgenomen in Belgische grondwet
1.1 De fundamentele rechten en vrijheden van de burger
1. Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden
= Artikel 23
= het recht op arbeid, sociale zekerheid, behoorlijke huisvesting, een gezond leefmilieu en
culturele maatschappelijke ontplooiing
2. De vrijheid van het recht op onderwijs: Vlaams
leerplicht: federaal
= Artikel 24
1.2 Soorten Grondrechten
1. Klassieke grondrechten
“Ik vind dat de vrijheid van keuze om zich te laten vaccineren deel uitmaakt van een
menswaardig bestaan.”
= In BE verplichte vaccinatie bij geboorte: voor polio (binnen 18 maanden)
“Ik vind dat de vrijheid van keuze voor de aanschaf van een pick-up wagen deel
uitmaakt van een menswaardig bestaan”
“Ik vind dat de vrijheid van keuze te mogen trouwen met iemand van hetzelfde gender,
deel uitmaakt van een menswaardig bestaan”
3
, 2. Sociale grondrechten
“Ik vind dat een betaalbare vakantie deel uitmaakt van een menswaardig bestaan”
“Ik vind dat betaalbare toegang tot het internet deel uitmaakt van een menswaardig
bestaan.”
Menswaardig bestaan
- UVRM
- The Global Goals
- Vanuit geloof laten begeleiden (Thora, Koran, Bijbel..)
1.3 Kenmerken van menswaardig bestaan
1. Verschillende invalshoeken
ethisch: pro of contra
religieus
economisch (min. financiële middelen)
cultureel (euthanasie)
2. Containerbegrip
= er is geen unieke, juiste en dus onveranderlijke invulling bestaat
= woord met meerdere betekenissen en waar iedereen zijn eigen invullen kan aan
geven
= plaatsen in context van zijn tijd (homohuwelijk)
3. Eigen accenten leggen
= dit doe je vanuit je eigen referentiekader en binnen de context, waarin hij leeft, plaatst
4. Tijdsgebonden maatschappelijke aanvaarde consensus
= wat het in essentie zou moeten betekenen en inhouden
= wnr die consensus er niet meer is (bv grondwet veranderen)
5. Algemeen aanvaard ‘universeel fundament’‘
= Rechten van de Mens’ ( > cursus: 1.2 internationale mensenrechtenverdragen)
=> niet ondertekend: N-K
6. Invulling altijd de vertaling van een politieke, ideologische keuze
=> w op e bepaald moment id samenleving gemaakt
7. Debat, discussie, overleg
= altijd een onderwerp in de sl blijven
8. Dynamisch begrip
= draagt e verleden met z mee maar ook id toekomst zal betekenis en invulling veranderen
4