Ontwikkelingspsychologie samenvatting Luna Boudewyn
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
DEEL 1: ONTWIKKELING VAN HET KIND
H1 EEN INLEIDING IN DE ONTWIKKELING VAN HET KIND
1
,Ontwikkelingspsychologie samenvatting Luna Boudewyn
KERNVRAAGSTUKKEN
Normatieve gebeurtenissen Niet-normatieve gebeurtenissen
= gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen = gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven v/e
binnen een groep op dezelfde manier voltrekken bepaald person, terwijl de meeste andere mensen hier
- Historisch bepaalde invloeden of niet mee te maken krijgen
cohorteffecten = omgevings- en biologische - Bv. in-vitroferitlisatie, kind dat ouders tijdens
invloeden die verbonden zijn aan een auto ongeluk verliest …
specifiek historisch moment Unieke aspecten
- Leeftijdsgebonden invloeden = biologische Factoren spelen specifiek een rol i/h leven
en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor v/e bepaald persoon
mensen in bepaalde leeftijdgroep, ongeacht
waar en wnr ze opgroeien
- Sociaal-culturele invloeden = etnische
afkomst, sociale klasse, lidmaatschap v/e
subcultuur
Universele aspecten
Factoren beïnvloeden grote groepen
individuen op gelijkaardige wijze
Continuïteit Discontinuïteit
- Geleidellijke ontwikkeling - Ontwikkeling in aparte stappen of stadia
- Kwantitatieve verschillen (veranderen in - Kwalitatieve verschillen (veranderen qua
omvang) inhoud en hoedanigheid van gedrag)
- Prestaties op bepaald niveau vloeien voort uit - Abrupt, met sprongetjes
die op vorige niveaus - Bv. kind is zindelijk (niet meer plassen in bed,
- Bv. cognitieve ontwikkeling maar blaas beheersen)
Kritieke periode Gevoelige periode
- Bepaalde soorten omgevingsstimuli zijn - Extra ontvankelijk voor bepaalde soorten
noodzakelijk omgevingsstimuli
- Indien niet: permanente onomkeerbare - Optimale periode om bepaalde vermogens
gevolgen wnr individu bep. Invloeden mist te ontwikkelen
- Bv. aanwezigheid van liefdevolle volwassene - Bv. leren v/e 2de taal op jonge > oudere
in vroege kinderjaren = essentieel voor veilig leeftijd
gevoel van hechting ➔ Ontbreken van bep. omgevingsinvloeden
Evidentie voor grotere plasticiteit
= mate waarin een zich kan ontwikkeling verstoren, maar latere
Begrippen: stimuli en plasticiteit ontwikkelend gedragspatroon of ervaringen kunnen deze tekorten weer
fysieke structuur veranderlijk is
opheffen
Levensloopmodel Gerichtere benaderingen
- Moderne theorieën leggen nadruk op - Focus op specifieker perioden
doorgaande groei en verandering in loop v/h - Vroege ontwikkelingspsychologen zien de
leven en op verbanden tss verschillende kindertijd en adolescentie nadrukkelijk als de
perioden belangrijkste perioden
- Hele periode conceptie->volwassenheid w
van belang geacht
- In elk levensstadium is er sprake van
ontwikkelingsgroei en -verandering
Eén universeel traject Veel mogelijke trajecten
- Opeenvolging v stadia in universeel patroon - Door unieke combinaties van persoons- en
- Iedereen zelfde stadia rond zelfde leeftijd omgevingskenmerken
Nature Nurture
- Ontwikkeling door het erven v. voorbestemde - Ontwikkeling bepaald door
genetische informatie omgevingsfactoren van diverse aard
- MATURATIE = proces v/h zich geleidelijk - Bv. biologisch (drank), sociaal (manier van
ontvouwen van deze informatie opvoeden & peers), m’ppelijk (soc-eco.
- Genetisch bepaalde natuur MAAR vaak verweven, bv. Omstandigheden, fysiek …
intelligentie
Interactie tss genetische en
omgevingsfactoren = complex
gedragspatronen
Geen kwestie van of-of, maar van en-en
2
,Ontwikkelingspsychologie samenvatting Luna Boudewyn
GESCHIEDENI
S
Philippe Ariès; kinderen krijgen een eigen status
• daarvoor gezien als miniatuurvolwassenen
• kindertijd werd niet beschouwd als een stadium
1600
1700 babybiografieën = vastleggen v/d groei (fysieke en taalkundige mijlpalen) bij kids
Charles Darwin
• evolutietheorie 1859
• parallelen tss ontwikkeling van individuen binnen soort en hoe soort zrelf ontwikkeld is
1809-1882 • schreef babybiografie over 1ste levensjaar van zoon
• systematische observatie van kids + start wetenschappelijke studie van ontwikkeling
Stanley Hall
• geïnspireerd door Darwin: ontogenese, herhaling van fylogenese
• ontwikkeling als rijpingsproces (reeks genetisch bepaalde gebeurtenissen die zich automatisch
ontvouwen, zoals een bloem)
1844-1924 • "men kan de typische wildheid van kinderen maar beter toelaten tot een 12 jaar
• stichter Child Study movement
• adolescentie periode "storm en stress"
• eerst gebruik van vragenlijsten, normatieve benadering
Alfred Binet
• Franse psycholoog
1857-1911 • eerste intelligentietest op vraag v/h ministerie v. onderwijs
• stimuleerde interesse in individuele verschillen in ontwikkeling
Arnold Gesell
• leerling Stanley Hall
• bijnaam "father of child development"
1880-1961 • bestudeerde 10.000 kids via observatie en ouderinterviews
• "als we effectieve hulpmiddelen gebruiken, onthult het kind zichzelf aan iedereen die stopt en luistert naar wat
het zegt en die met ziende ogen kijkt naar wat het doet"
• Gesell Developlental Schedules
• informeerde ouders over wat op welke leeftijd verwacht kan w
3
, Ontwikkelingspsychologie samenvatting Luna Boudewyn
H1 EEN INLEIDING IN DE ONTWIKKELING VAN HET KIND
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie (levenslooppsychologie) = de wetenschappelijke studie naar
patronen van groei, verandering en stabiliteit bij mensen, van conceptie tot ouderdom,
maar met een accent op de jaren tot de volwassenheid
• wetenschappelijke benadering
1.1.1 De reikwijdte van het vakgebied
Thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie
• fysieke ontwikkeling = invloed van het lichaam op ons gedrag
• cognitieve ontwikkeling = hoe groei en verandering in intellectuele
vermogens ons gedrag beïnvloedt
• sociaal-emotionele ontwikkeling = interacties en sociale relaties groeien,
veranderen, stabiel blijven
o seksuele ontwikkeling
• persoonlijkheidsontwikkeling = stabiliteit en verandering in
karaktereigenschappen
o morele ontwikkeling
Leeftijdsgroepen en individuele verschillen
• prenatale periode = conceptie tot geboorte
• babytijd = geboorte tot 2 jaar
• peuter- en kleutertijd = 2 tot 6 jaar
• schooltijd = 6 tot 12 jaar
• adolescentie = 12 tot 20 jaar
→ sociale constructies: idee over de realiteit dat breed geaccepteerd is, maar afhangt van
de maatschappij en cultuur op een bepaald moment
→ grenzen niet altijd even duidelijk (soms gebaseerd op biologische verandering
Meer specifieke ontwikkelingsfasen
• puberteit, prepuberteit, opkomende volwassenheid
Leeftijdsgroepen: moment waarop kinderen gemiddeld bepaalde mijlpalen bereiken
1.1.2 Invloeden op de ontwikkeling: ontwikkelen in een sociale wereld
Ieder mens behoort tot een specifieke cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op
dezelfde plek zijn geboren
• belangrijk sociaal-historische gebeurtenissen kunnen een bepaalde
gemeenschappelijke invloed hebben op de leden van een cohort
Naast het cohort: nog andere factoren/gebeurtenissen die de ontwikkeling mee bepalen
4