LANDSCHAP & ECOLOGIE IN HISTORISCH PERSPECTIEF
LES 1: INTRODUCTIE
DOELSTELLINGEN
• Inzicht in concepten landschapsbiografie en gelaagdheid in het landschap
• Inzicht in belangrijkste bronnen voor de studie van het historisch landschap
• Zelf kunnen een landschapsbiografie maken en de nodige bronnen en methoden hanteren
• Het begrijpen van de historische landschappelijke eigenschappen en problematieken van verschillende
landschapstypes
• Kritisch kunnen omgaan met problematieken van erfgoedlandschappen en met de historische achtergronden
van ecologische problematieken
Studeer zeker met afbeeldingen erbij!
Zie vb’en examenvragen!
LANDSCHAP… VERSCHILLENDE INVULLINGEN
• Woongebied
• Woongebied 5000 jaar geleden → moeilijk te weten want LS zag er wss anders
uit
• Waar een fort plaatsen? → strategisch
• Aan LB doen? → dicht bij water
• Waar aan pastoralisme doen? → schapen en geiten = bij water; maar is
tijdelijkheidscomponent: zomer hogerop in bergen vs winter lager
• Waar een graf met zeer kostbare grafgiften plaatsen? → sociale redenen
Dus: een andere invulling = een andere klemtoon → perceptie/subjectief
• Bv. poster Groot-Brittannië tijdens WO I: graasland met herders
→ Herkenbaarheidsgevoel teweeg brengen
→ Reden geven om voor te vechten
→ Soort metalandschap
• Bv. foto: oerland van Amerika (bergen/bossen/rivieren)
→ “oerziel” van Amerika vertegenwoordigd
→ Lading aan landschap, zeer nationalistisch
Is dit een LS?
• Luchtfoto Barcelona: ja, cultureel en urbaan landschap
→ Wisselwerking tussen mens en omgeving
• Foto’s van woestijnen, berglandschap, stadje met rivier naast… = allemaal LS’en
VANWAAR KOMT CONCEPT ‘LANDSCHAP’?
• Middelnederlandse begrip lantscap
→ Verzamelterm voor een gebied (territorium), met eigen inrichting door de mensen volgens de in dat
gebied en in die samenleving geldende zeden en gewoonten
• Vanuit de kunst
• 15-16e eeuwse schilderkunst: realiteitsgetrouwe afbeelding land of natuurlijke scène
• Typisch uit de Lage landen (dus bij ons) ontwikkeld
1
,PIETER BRUEGEL DE OUDE – 16e E
• Mens ondergeschikt → landschap kwam op voorgrond
• Dagdagelijks leven werd afgebeeld → maar subjectief beladen
→ Eerder taskscapes: wat men veronderstelt was te doen, hoe men zich moest gedragen
→ Ook toen periodes van opstanden…
LANDSCHAP
• Lijkt eenvoudig, maar is complex (zeer veel woorden gerelateerd aan LS (bv. aarde, terrein, land, bodem..)
• Verschillende betekenissen
• Verschillende nadrukken
• Veranderingen doorheen de tijd: LS is dynamisch!
• Verschillende manieren om het te bestuderen
LANDSCHAP… EEN DEFINITIE
• Landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mensen, waarvan het karakter het resultaat is van de
actie en de interactie tussen natuurlijke en menselijke factoren
• Historisch, economisch, ecologie en sociale factoren zijn essentieel
• Geen onderscheid tussen versch LS’en: of het nu meer cultureel of urbaan of … is, daar maken we geen
onderscheid in
GEOMORFOLOGISCHE PROCESSEN
• Geulerosie
→ Dynamisch landschap
→ Smeltwater, regen…: snijdt in bodem → °geulen
• Dus erosie/sedimentatie/… vormen LS’en
• Zorgt ook voor tijdelijkheid en dynamiek in LS
• Bv. travertijn afzetting: wordt afgezet in stilstaand watergebied → jager/verzamelaars die daar gingen jagen
→ Bv. Neanderthaler artefacten door geulerosie gevonden → 7-8m diep: zouden nooit aan opp. komen
DE NATUURLIJKE COMPONENT IN LS
• Sinds 19e E: relatie mens en omgeving belangrijk thema binnen geografie
• Handelen van mens (bv. migratie) werd vaak bepaald door natuurlijke omstandigheden
→ Fysische of environmental determinisme
• Geen enkel LS is niet beïnvloed door menselijk handelen
→ Bv. klimaatverandering
• Bv. ontbossing → erosie → mens moet verhuizen → bep. soorten kunnen niet meer op die plaats groeien,
anderen net wel
• Bv. verschillen in reliëf en bodemgesteldheid hebben invloed op menselijke activiteiten,
nederzettingslocaties, mobiliteit…
• Natuurlijke component is belangrijk, maar mens is er geen slaaf van
SAGALASSOS, Turkije: klassieke site op 1600m in Taurusgebergte
• Waarom daar nederzettingen?
→ Verdedigbaar: culturele/sociale component: maar was niet hoofdreden!
→ Drinkbaar: gebied met versch lagen + bronnen
→ Pastoralisme
→ Bodem: kleiontginning → pottenbakkerij / aardewerk & kalksteenontginning
• Dus: natuurlijke component is zeer belangrijk voor de mens: vroeger en nu
2
,ECONOMISCHE COMPONENT
• Veranderingen in het LS als resultaat van economische omstandigheden
• Bv. sociaal agrosysteem: van niet commercieel tot winstmakend doorheen tijd
• Bv. bevolkingsdruk → invloed op LS
→ Toename LB productie: uitbreiding LB zones/ontginningen, specialisatie & inkorten braakperiodes
→ Migratie
NEW GEOGRAPHY
• Geen focus op LS zelf
• Indeling naar invloedsfeer: bv. bereik van luchthaven
SOCIALE FACTOREN
• LS ook bepaald door bewuste vormgeving door de mens
• Postmodernistische aanpak
• Perceptie op landschap: context
• Verschillende ervaringen met LS
→ Emotie, herinnering, identitieit, space (objectieve ruimte, bv. huis) vs place (subjectief, bv. thuis),
conflicterende visie mogelijk
• Bv. villa’s waar LS naartoe gewerkt is: lanen ernaartoe, bomen… → eer en aanzien
• Sociale/symbloische functie aan LS geven
Esthetische belevenis
• Visuele waarneming: standplaats, gezichtsveld
• Appreciatie en beleving als klankbord van gevoel, identeit
• Subjectief beladen, ieder leest zijn eigen landschapsverhaal
• Mindscapes & cognitieve kaart
• Zelfs politieke beladenheid
Voorbeelden: site in Spanje
• Doel: verstaan nederzettingspatronen + de positie van megalithische monumenten
• Hypothese: megalitische monumenten gerelateerd aan mobiliteitspatronen → navigatiemarker
• Resultaat: monumenten waren gelegen op strategische locaties: langs wegen, maar niet goed zichtb.
→ Dus niet als navigatiepunt
LANDSCHAPSFENOMENOLOGIE
• Onderzoekt hoe mensen de omgeving rond zich ervaarden: zintuiglijke waarnemingen van vroeger
• Zichtbaarheid → als een menselijke perceptuele handeling
• Bv. Tilley (persoon, 1994): afwandelen van lineair earthwork (ophoping van aarde), fotograferen, beschrijven
van welke monumenten zichtbaar waren op welke locaties → kijken naar wat dit mogelijk impliceerde
DYNAMISCH
• Variatie in tijd en ruimte (bv. gewoon al de seizoenen (= cyclisch); klimaatsverandering; aardbeving)
• Verschillende vormen
• Antropogene als natuurlijke factoren
• Dat maakt lokale geschiedenis zo belangrijk
• Zorgt ook andere perceptie: dag / nacht = totaal ander beeld
→ In 24u tijd verandert een LS
→ Met telkens versch emoties (bv. nacht = eng)
3
, HISTORISCHE COMPONENT
• Via perkamenten… → LS lezen want een bron van verleden
• Kan wel op versch manieren gelezen worden
ERFGOEDWAARDE
• LS behoort tot gemeenschappelijk onroerend erfgoed
• Erfgoed = alles uit verleden dat waardevol wordt geacht om te bewaren
• LS heeft een informatiewarde: elementen van vroeger die tonen hoe men vroeger met leefruimte omging
• Bv. kolonies in Wortel: systematische indeling LS voor arme mensen met elk stukje land om te bewerken
→ Koloniën van Weldadigheid = een vd eerste vorm van armoedebestrijding
LANDSCHAPSBIOGRAFIE & LANDSCHAP ALS MATERIELE CULTUUR
• = een nieuwste trend, overgenomen van antropologie en soort
archeologie
• Biogeografie schrijven van LS: ontleden en omschrijven om te
weten vanwaar alles komt
→ Ontleden in natuurlijke en menselijke component en
wisselwerking
→ Meer dan beschrijven van evolutie van elementen, maar
focus op hun relatie, interactie en oorzaken van
verandering
• Landschap = dynamisch, van mens en natuur
Voorbeeld: Kempense heuvelrug
• IJstijd: open LS, heel natuurlijk LS, veel zand met stuigduinen
• Holoceen: loofbos met af en toe jager-verzamelaars die amper impact hebben op LS
• Neolithicum: LB + ontbossing → °heide
• 19-20e E: veel bebossing via dennen voor industriële revolutie en mijnbouw
HET LEZEN VAN DE CULTURELE BIOGRAFIE
Resultaat van hele proces is een gelaagd landschap
acties/ ingrepen in eigen tijd kan zorgen voor:
• LS elementen worden toegevoegd
• LS elementen verdwijnen
• Oudere elementen zonder betekenis blijven fossiel aanwezig
• Oudere elementen die doorleven en ingepast worden in elementen of veranderen van functie
Dus LS is constant in verandering (zowel fysiek als in betekenis); we kunnen geen Romeins/… LS waarnemen, enkel
een LS van vandaag met oudere elementen in
➔ Retrogressieve reconstructie:
o Van best gekende naar minder gekende
o Van actuele naar oude LS
o Dus van hedendaags LS vertrekken en dan proberen interpreteren door LS elementen te dateren
VRAGEN HIERBIJ
• Welke elementen en patronen ontstaan wanneer, in welke ecologische en historische context en in welke
vorm → morfogenese?
• Welke elementen en patronen leven door en in welke ecologische en historische context en in welke vorm =>
transmissie en transformatie?
4